'Weerlicht' van Jante Wortel: worstelen met een dwangneurose
In 'Weerlicht' laat Jante Wortel de impact zien die de dwangneurose van een tienerdochter heeft op een volledig gezin.
www.de-lage-landen.com
Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland
In 'Weerlicht' laat Jante Wortel de impact zien die de dwangneurose van een tienerdochter heeft op een volledig gezin.
Marieke De Maré schreef met 'Bult' een dromerig, poëtisch verhaal over hoe mensen die naast elkaar leven op den duur toch tot elkaar komen.
Speels en boordevol heerlijke fantasieën, zo klinkt Het Perenlied, het romandebuut van Joost Oomen.
In Vos’ romandebuut ‘Niemand keek omhoog’ dringt de vraag zich op: hoeveel controle hebben we over ons eigen leven?
Schrijver Thomas Heerma van Voss over zijn redacteuren: ‘Toen sprak ze een zin uit die ik nooit helemaal van me heb kunnen afschudden: ik ben niet overtuigd.’
Romana Vrede schrijft haar autistische zoon een brief en dat levert een hard, maar liefdevol boek op.
Theaterredacteur Herien Wensink stelt in haar debuutroman Kleihuid pertinente vragen tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog.
Wie helpt wie? Dat is de vraag in het aangrijpende romandebuut van Siel Verhanneman, ‘Of iedereen gaat dood’.
‘Aleksandra’ vertelt het verhaal van een verscheurde Kozakkenfamilie in Oekraïne. Weeda doet dat in een vlotte stijl, en met een magisch-realistische laag die het boek tot een soort koortsige droom maakt, schrijft onze recensent.
Weekdier, het debuut van Hans Depelchin, is een ambitieus en rijk werkstuk.
Femke Vindevogel schreef een even zwarte als droogkomische debuutroman. Confituurwijk is genomineerd voor de Bronzen Uil.
Varkensribben van Amarylis De Gryse is een melancholisch en grappig debuut over mensen die de neiging hebben te volgen, maar toch gezien willen worden.
'Augustus' van Irma Maria Achten is een sensuele debuutroman over een onwaarschijnlijke liefde, hartstocht, doodsverlangen en familiegeheimen.
Judith Maassens ‘Het nabestaan van Anna Portier’: aangrijpend debuut over rouwen, doodgaan en levens die we wel of niet leiden.
Aafke Romeijn neemt ons in haar debuutroman mee naar Nederland anno 2020, waar ‘kleurloosheid’ zorgt voor verhitte, polariserende debatten en acties.
Dertiger Dries Muus schreef een mooie coming-of-age-roman tegen de achtergrond van een randstedelijk voetbalmilieu.
De Vries schreef een beklemmend debuut over een jonge vrouw die vreest onzichtbaar te blijven.
Dit debuut is een dromerige roman over de liefde voor bomen en eenzaam overleven in een nieuw land. Het is bekroond met de Debutantenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Wijnhoven schreef een grappig debuut over een millennial die het leven probeert te leven, zwervend van hotel naar hotel.
Een roman over kunst, over wielrennen, maar misschien vooral een verhaal over de angst voor een onbeduidend leven.
Mariken Heitman schreef een indringend debuut dat meedingt naar De Bronzen Uil.
In zijn romandebuut fileert Frank Heinen de zorg in onze maatschappij en de rol van de media in hoe wij naar bepaalde zaken kijken.
Als haar opa wordt opgenomen in de psychiatrie overdenkt een jonge vrouw haar eigen verleden in de inrichting. Heyrmans debuut is een pakkende roman.
Met ‘Honingeter’ schreef Tülin Erkan een debuutroman over de zoektocht naar de juiste woorden en hoe moeilijk het is om afscheid te nemen van plekken en mensen.
In dit debuut schetst Wuck haar hippie-ouders. De afstandelijke toon maakt de roman bijzonder.