Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Messentrekkers’ van Karel De Sadeleer: wonderlijke metaforen en ronkende taal
0 Reacties
recensie De Eerste Keer
literatuur

‘Messentrekkers’ van Karel De Sadeleer: wonderlijke metaforen en ronkende taal

In een ronkende monoloog vol metaforen en bespiegelingen over leven en literatuur vertelt Karel De Sadeleer het verhaal van Ali, een Zwitser met Palestijnse wortels. Messentrekkers is een ambitieus, moedig debuut dat getuigt van een rijke verbeelding en een originele taalbeheersing.

Karel De Sadeleer bleek er als prille twintiger al een eigen kijk op literatuur op na te houden. Toen de krant De Morgen hem als licentiaatsstudent Germaanse talen in 2002 naar aanleiding van de Boekenbeurs vroeg naar zijn leesgedrag, vergeleek hij lezen met puzzelen. Maar niet de afgewerkte puzzel is het belangrijkste, wel het puzzelen zelf, verduidelijkte De Sadeleer. “Dat is het tofste”, aldus de geïnterviewde. Om eraan toe te voegen: “Ik ga ervan uit dat elk boek wel geschreven is met een zeker vernuft erachter. Dat vernuft is weerspiegeld in de stijl, de woordkeuze, de structuur van het boek.”

Aan de kijk op literatuur van De Sadeleer is de afgelopen twintig jaar niet zo gek veel meer veranderd, toch niet als we mogen afgaan op zijn romandebuut Messentrekkers, dat eind 2020 verscheen bij het balanseer. Messentrekkers is een puzzel waar je als lezer enkele uren zoet mee bent, zonder dat het eindresultaat belangrijker is dan de afgelegde weg. Die weg brengt je langs wonderlijke metaforen, heerlijk exorbitant taalgebruik, uitweidingen over geschiedenis en literatuur, dat alles verpakt in een haastige monoloog van een man die soms zijn eigen gedachten nauwelijks kan volgen.

https://www.youtube.com/embed/WhOSq3QiE50

Aan het woord in Messentrekkers is Ali Haniyeh, een Zwitser van Palestijnse origine, die uiteindelijk in Gent is aangespoeld. Daar slijt hij zijn dagen op een terrasje, luisterend naar de meisjes naast hem (altijd meisjes, nooit jongens). Spiedend over de Gentse straten bemerkt hij de Palestijnse leider Mahmoed Abbas, die door de Arteveldestad peddelt op een paarse damesfiets. Dat is voor Ali genoeg reden om aan een verhaal te beginnen dat pas 420 pagina’s en twee jaar later tot stilstand komt, in een grootse finale waar Ali zelf en Abbas de hoofdrollen vertolken. Tegelijk heb je de indruk dat je nooit het terras hebt verlaten, en dat dit verhaal nooit écht eindigt.

Daar op dat terras luisteren we naar het levensverhaal van Ali. Zijn uit Palestina gevluchte vader werd grafdelver in Genève. Net toen hij het graf van de uitgeweken Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges aan het delven was, werd hij aangevallen door een zonderling met een mes, een “aanslag” die nooit werd opgehelderd. Alleen al die anekdote is stof voor verschillende verhalen en bespiegelingen over literatuur, waar Ali niet altijd een hoge dunk van heeft. Net als van het devies op het graf van Borges: “Wees niet bevreesd.” “Da’s geen levensles, schrijver, da’s gewoon complete stoppelkut qua stijladvies”, oordeelt Ali. Wie te veel leest, krijgt trouwens een leesbochel. Verder luisteren we hoe de kleine Ali met zijn moeder naar Gent uitweek. En hoe Ali zelf terugging naar Zwitserland, of tijdelijk emplooi vond als taxichauffeur in Berlijn.

De monoloog van Ali is een aaneenschakeling van baarlijke nonsens en wijsheden, verteld met veel gevoel voor timing en humor

Tijdens die monoloog leren we zijn vrienden kennen, die luisteren naar namen als Beyeler, Rheinsberger of Ravelstein, niet toevallig allemaal erg Joods klinkende namen. De Sadeleer heeft iets met de Joodse volksliteratuur, ook die sijpelt door in Messentrekkers.

De monoloog van Ali is een aaneenschakeling van baarlijke nonsens en wijsheden, de ene al wat dieper dan de andere, verteld met veel gevoel voor timing en humor. Wie na de introductie van Mahmoed Abbas in de eerste alinea een Palestijnse geschiedenis had verwacht, komt bedrogen uit, dit is een nomadisch wereldverhaal dat letterlijk alle kanten op schiet. Neen, bij De Sadeleer krijgt de verveling geen kans om toe te slaan.

En ja, uiteraard schiet er in een debuut van ruim vierhonderd pagina’s al eens een metafoor of twee uit de bocht. En Ali’s obsessie met de spleetjes van meisjes en hun invloed op jongens en hun fluiten, is door een lichte overdaad soms wat puberaal. Hier en daar had De Sadeleer wel een paar darlings mogen killen, maar dat willen we voor een debuut graag met de mantel der liefde bedekken.

Wat staat, is een denderend verhaal, vol ronkende volzinnen en sprekende, originele beelden

Wat staat, is een denderend verhaal, vol ronkende volzinnen en sprekende, originele beelden, zoals dat van station Dampoort, “waar de regen soms de trein neemt naar Brussel-Centraal”. Messentrekkers is een boek vol spiegels, want misschien zijn er wel meerdere Ali’s, en wellicht ook meerdere Abbassen.

Het is een verhaal over hoe angst, ondanks het devies van Borges, uiteindelijk toch de kern is van alles. Een verhaal over het universele probleem van in de stront verzeild te raken en hoe er opnieuw uit te raken. Het is een verhaal over een op hol slaande, wispelturige verbeelding, en hoe veronderstellingen en overpeinzingen een lawine kunnen worden, waar je zelf onder bedolven raakt. Want al die verzonnen verklaringen voor het leven knagen aan het bot van je herinneringen tot je er langzaam gek van kunt worden.

Karel De Sadeleer, Messentrekkers, het balanseer, 2020, 432 p.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.