Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

In ‘Kleihuid’ voel je de gruwel en waanzin van de Grote Oorlog
0 Reacties
© Brecht De Backer en Sebastian Mulder
© Brecht De Backer en Sebastian Mulder © Brecht De Backer en Sebastian Mulder
recensie De Eerste Keer
literatuur

In ‘Kleihuid’ voel je de gruwel en waanzin van de Grote Oorlog

Theaterredacteur Herien Wensink stelt in haar debuutroman Kleihuid pertinente vragen tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog.

Het getuigt van lef om tegen het einde van de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog nog met een roman te komen die zich afspeelt tijdens de eerste grote wereldbrand. En al helemaal om als Nederlandse te debuteren met een verhaal dat WOI als achtergrond heeft. Toch is dat precies wat Herien Wensink deed. Kleihuid is niet alleen een schitterend boek met de oorlog als decor, het is tegelijk een ode aan al die oorlogsromans die eerder verschenen.

Hoe raakt een Nederlandse in de ban van de Eerste Wereldoorlog, een conflict waarin Nederland neutraal bleef? In het geval van Wensink (1977) gebeurde dat tijdens haar studies cultuurwetenschappen. Voor het vak cultuurbeschouwing moest ze het boek Rites of Spring (Lenteriten) van Modris Eksteins lezen. Daarin legt Eksteins uit hoe de verwoestende wereldoorlog aan de basis lag van de vaak radicale vernieuwing in de kunsten. Voor Wensink was dat het begin van een jarenlange fascinatie met de Eerste Wereldoorlog. Ze studeerde af met een vergelijkende studie van het werk van drie auteurs die streden in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, elke auteur uit een ander land.

Kleihuid borduurt voort op het thema van die afstudeerscriptie. Het boek vertelt het verhaal van soldaten Rupert Atkins en Harvey Cole, die noodgedwongen een kamer delen in residentie Sonnehaert, een veldhospitaal vlak bij de loopgraven. Atkins is een telg uit de Engelse aristocratie, een kunstenaar. Maar vooral ook een snobistische luitenant die neerkijkt op gewone soldaten zoals Cole, ordinair kanonnenvoer.

Hun lot symboliseert hun afkomst: Cole is gewoon aan flarden geschoten, Atkins is slachtoffer van wat we nu wellicht een posttraumatische stressstoornis zouden noemen, een geestesziekte die in Sonnehaert volgens de nieuwe methode van de psychotherapie wordt ontrafeld op de sofa van dokter Williams.

[Tekst gaat verder onder de boektrailer]

De figuren van Atkins en Cole zijn losjes gebaseerd op de dichters Siegfried Sassoon en Wilfred Owen, die elkaar tijdens de oorlog ontmoetten in de oorlogskliniek Craiglochkart vlakbij het Schotse Edinburgh. De poëten werden er behandeld voor shellshock. Sassoon ontpopte zich er tot een mentor voor de jongere Owen. Atkins en Cole kunnen het aanvankelijk minder goed met elkaar vinden, maar groeien in de loop van het verhaal toch naar elkaar toe, wat uitmondt in een grote apotheose.

Onderweg beschrijft Wensink in detail de gruwel en de waanzin van de oorlog in een bij momenten erg beeldende en zintuiglijke taal, waaruit de stank van de loopgraven en de snijdende scherpte van goedkope alcohol opwalmt.

Kunst in tijden van gruwel

Tegelijk stelt Wensink enkele pertinente vragen die de gruwel van de oorlog overstijgen. Wat is echt, wat is waan? En hoe kunnen we aan die waan ontsnappen? Wat is de rol van kunst in tijden van gruwel?

“Ik wil vluchten naar een plaats waar de oorlog mij niet kan vinden”, verzucht Rupert Atkins tegen het eind van het boek. Je kunt het lezen als een metafoor voor het jachtige leven, of als een verwijzing naar die mensen die ook nu nog op de vlucht zijn voor oorlogswaanzin.

Kleihuid kreeg in Nederland enkele lovende recensies maar kende in Vlaanderen, ondanks het vertrouwde thema, nauwelijks weerklank. Het boek was genomineerd voor de tweejaarlijkse Anton Wachterprijs voor prozadebuut (die werd gewonnen door NRC-redactrice Ellen de Bruijn voor haar roman Onder het ijs) en voor de debutantenprijs De Bronzen uil. Die laatste prijs ging uiteindelijk naar Dochter van de Vlaamse Lenny Peeters, een debuut dat dan weer in Nederland nauwelijks werd opgemerkt.

Herien Wensink, Kleihuid, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2018, 288 p.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.