Deel artikel

Lees de hele reeks
de franse nederlanden, literatuur

De zoete huiver van het smokkelen

Door Michel Quint, vertaald door Katrien Vandenberghe
10 juli 2023 2 min. leestijd De Franse Nederlanden

Welke ervaringen en gedachten roept de grens tussen Noord-Frankrijk en België op bij wie een (groot) deel van zijn leven nabij die grens heeft doorgebracht? Voor schrijver Michel Quint is de grens een uitnodiging tot overschrijding.

In de jaren zestig woonde ik in Wattrelos, een Frans dorpje dat grenst aan het Belgische Herzeeuw. Ik zat op school in het Lycée Maxence Van der Meersch in Roubaix. Maxence Van der Meersch is de auteur van La Maison dans la dune, een roman over smokkelaars. Grenzen, waar die nog bestaan, heb ik – misschien uit literaire reflex – dan ook altijd aangevoeld als een aanleiding om ze te overschrijden. En ik geloof dat dat ook voor mijn ouders gold.

Zo gingen we bijvoorbeeld zo vaak mogelijk ijsjes eten in Menen, op Nederlandstalig grondgebied, bij Pitch, ongeacht de tijd van het jaar. In het grootstedelijke Rijsel waren er natuurlijk uitstekende ijssalons, met lekkere ijsjes, allerlei gebakjes die ik vlak bij ons kon verorberen zonder de lange rit in de Citroën van mijn vader, maar niets leek te kunnen tippen aan een expeditie naar Menen. Het ontging me een beetje waarom we zo nodig twee bollen chocoladesorbet moesten gaan degusteren te midden van Nederlands geroezemoes, maar misschien had die gewoonte voor mijn ouders wel iets snobistisch, iets als geregeld een kopje thee in Berlijn of New York.

Ze maakten er een reisje van. Maar niet alleen dat. Mijn moeder beweerde dat ze alleen maar kon koken met een Belgisch merk margarine, waarvan de naam me niet is bijgebleven… In Frankrijk hadden we Astra, als ik de reclame goed heb onthouden, maar bij ons kwam alleen de Belgische margarine in huis. Ik verdenk mijn moeder van een vleugje onbewuste kolonialistische drang om een veroverd land leeg te roven. Ze had evengoed kunnen besluiten om alleen maar op Algerijns of Oekraïens gas te koken. Daarbij kwam nog, als gezegd, de zoete huiver van het smokkelen. Want mijn vader tankte in België, waar de benzine goedkoper was, weliswaar zonder vol te tanken, zodat de douane hem niet in de kraag kon vatten als we via Risquons-Tout terugreden – de naam van dat gehucht zegt genoeg! – en hij kocht ook sigaretten. Eén pakje. Zo had hij niet het gevoel dat hij loog als de douanier vroeg of we iets aan te geven hadden. Mijn moeder liet haar margarine zien… En op onze manier beleefden we een miniavontuur.

Daarna deed ik in mijn studententijd de Vlaamse volksbals aan, waar ik zoete Nederlandstalige jongedames ontmoette met wie geen woord gewisseld werd. Onze lippen spraken hun eigen taal… Maar dat is weer een ander verhaal….

Michel Quint 230418 155507

Michel Quint

Schrijver

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000027c50000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)