De wijk Excentric is een stukje Miami in Duinkerke
Even buiten het centrum van Duinkerke ligt een architecturale ontdekking: Excentric. In deze art-decowijk vind je zweempjes klassiek, eclecticisme, dadaïsme en soms zelfs een knipoog naar de neo-Vlaamse streekarchitectuur.

© Nicolas Montard
Misschien nog meer dan elders moet je hier je ogen de kost geven en aandachtig naar de gevels kijken om alle details op te merken. Want toegegeven, een toevallige wandelaar in de rue Martin Luther King of de rue André Chenier in Duinkerke zou net zo goed amper iets in de gaten kunnen hebben.
Komt het doordat deze huizen ondanks hun art-decotrekjes niet echt in een genre passen? Of doordat de typische sporen mettertijd zijn vervaagd, of integendeel op natuurlijke wijze opgaan in het architecturale geheel? Opletten is in ieder geval de boodschap, wil je oog hebben voor de symbolen en hun betekenis proberen te achterhalen. Een rondleiding helpt daarbij, en is wat ons betreft een regelrechte aanrader, niet het minst omdat Laurence Claeysen, die de wandeling bij de toeristische dienst Duinkerke verzorgt, ruim twee uur over deze merkwaardige wijk kan vertellen.

© Nicolas Montard
De wijk Excentric kan niet alleen bogen op een boeiende architectuur, maar heeft ook een apart verhaal. In de eerste plaats het verhaal van een man, François Reynaert, geboren in 1887. Als oudste van een kroostrijk gezin uit een bescheiden milieu – zijn vader was metser, zijn moeder dagloonster – moest hij tegen zijn zin vroeg stoppen met school. Hij werd wever en daarna metsersjongen in het bedrijf waar zijn vader werkte. Ondertussen volgde hij avondles tekenen en muziek. In 1910 sleepte hij een beurs voor de Parijse academie voor kunstnijverheid in de wacht. Ondanks zijn bescheiden komaf en geringe klassieke bagage kwam hij als primus uit zijn lichting.
Na de mobilisatie voor de Eerste Wereldoorlog vinden we zijn spoor terug als decorateur en schilder in Duinkerke. Hij geeft daar ook tekenles en ontpopt zich bovendien als uitvinder. Hij ontwerpt verschillende manieren om stoffen te kleuren en te versieren.

© Nicolas Montard
Een U waar veel in zit
Vanaf 1926 werpt hij zich ook op als architect en vat hij het project aan waaraan hij vandaagzijn bescheiden faam ontleent. Duinkerke was toen nog ingeschakeld in het Séré de Rivières-fortificatiesysteem dat de stad moest beschermen in het geval van een invasie. Wat nu de wijk Rozendaal is, was een volwaardige gemeente, en de plek die ons hier interesseert was militair gereglementeerd. Een deel ervan mocht niet worden bebouwd, een tweede deel wel, maar alleen met houten gebouwen op harde fundering.
François Reynaert kocht een eerste kavel in de huidige rue Carnot om er zijn eigen huis te bouwen, L’Escargot (De slak). De militaire overheid stond hem geen vergunning toe, maar wat zou het, hij zette zijn huis neer en betaalde de boete. Tweede keer zelfde scenario bij een naburig huis, onze man doet verder. Omdat er nu meerdere Duinkerkse gegadigden zijn verlegt hij zijn terrein naar de rue Eugène Dumez, op de hoek met de huidige rue Martin Luther King, en bouwt er nieuwe huizen die de kern van de wijk Excentric vormen.

© Nicolas Montard
François Reynaert stemt de constructie van elk huis af op de financiële mogelijkheden en desiderata van de klant, maar die geeft hem op dat laatste punt vaak de nodige interpretatievrijheid. Bij de vijfendertig huizen die de Duinkerkenaar in deze U-vormige verkaveling bouwt, houdt hij zorgvuldig het evenwicht tussen de panden in het oog en combineert hij invloeden en verwijzingen: art deco met zweempjes klassiek, eclecticisme, dadaïsme, soms zelfs een knipoog naar de neo-Vlaamse streekarchitectuur. Juist die mix komt aan bod tijdens Laurence Claeysens wandeling.
Villa Les Anneaux draagt drie ringen, bij villa Les Cygnes krijgen de gevleugelde dieren gestalte in het smeedwerk, op de gevel van Les Cubes buitelen de kubussen over elkaar heen, krullen zijn bij meerdere villa’s een motief. Op villa Les Disques, dat in belabberde staat verkeert, maar recentelijk overgekocht is, vallen nog een paar schijven te ontwaren.
De lijstwerkpatronen op de huizen vormen een oefening in spoorzoeken, waarbij twee thema’s op de voorgrond treden: natuur en geometrische vormen. Dit totaaloeuvre vertelt soms ook het verhaal van de oorspronkelijke bewoners: de schelp bij villa Ma Coquille verwijst bijvoorbeeld naar het beroep van de opdrachtgeefster.

© Nicolas Montard
Zelfs een dancing
De wijk werd Excentric gedoopt vanwege zijn destijds excentrische ligging, maar ook excentrieke aanblik. Er was zelfs een dancing, de Excentric Moulins, waarvan zowel de dansvloer als het ronde dak excentrisch geplaatst zijn ten opzichte van het middelpunt van het gebouw. Dat is de laatste realisatie in de wijk die rechtstreeks van Reynaerts hand is. Na de oorlog veranderde de wet en moest je gediplomeerd architect zijn om huizen te mogen bouwen – Reynaert was slechts bouwheer en aannemer.

© Nicolas Montard
Maar wat zou het? Zijn naam en zijn vrije geest blijven verbonden met deze wijk, die sinds de Tweede Wereldoorlog uiteraard niet identiek is gebleven. Een villa in de vorm van een scheepsboeg is door de opeenvolgende verbouwingen van de tweede helft van de twintigste eeuw vernield, andere ondergingen onomkeerbare ingrepen. Ook de interieurs zijn sterk gewijzigd: “Een paar mozaïeken en sjabloonschilderingen zijn er nog, maar ze vormen een zeldzaamheid”, geeft Laurence Claeysen toe. Toch kan dat het belang van deze opmerkelijke wijk, waarvan een handvol huizen op de monumentenlijst staan, niet aantasten.

© Nicolas Montard
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.