Deel artikel

Lees de hele reeks
taal column

Eigen stereotypen eerst

25 oktober 2023 5 min. leestijd Taaltoestanden

Aan uitdrukkingen die we aan andere talen ontlenen, kleeft dikwijls een stereotype. Daar staan we niet genoeg bij stil, vindt taalcolumnist Marten van der Meulen.

Ik ben verlegen. Dat zou het antwoord zijn als iemand me vroeg “wat is je verrassendste eigenschap”. Het is verrassend, omdat ik denk dat veel mensen juist denken dat het tegenovergestelde waar is. Ik denk dat ik vaak overkom als extravert, outgoing, een echt mensen-mens, hoe je het ook wilt noemen. In de praktijk zijn er echter flink veel situaties waarin ik juist een beetje terughoudend ben, juist liever de kat uit de boom kijk.

Een van de manieren waarop deze verlegenheid zich manifesteert is dat ik geregeld ongezien wegga van feestjes, om de ongemakkelijkheid van iedereen langsgaan te vermijden. Dat is sociaal soms onwenselijk, en ik heb er weleens negatieve reacties op gekregen (sorry!). Ik moet echter bekennen dat ik daar soms ook wel een bepaald genoegen in schep. Het is namelijk best een kunst om écht ongezien weg te gaan. Je moet je moment goed kiezen. Zelfs als je dat doet kan het dat iemand je toch opmerkt. In het beste geval is dat iemand die óók stiekem aan het weggaan is. De blik die je op zo’n moment uitwisselt is een heerlijke, vol van wederzijds respect, begrip en herkenning.

Met leenwoorden en -frasen importeren we ook de culturele bagage die eraan hangt

Begin dit jaar deed ik een oproepje op Twitter naar de vraag hoe mensen dit noemen. Daar kwamen veel verschillende termen uit. Bijna allemaal hebben ze een leuke ontstaansgeschiedenis. “Een Houdini doen” of “een Hans Klok doen” zijn vernoemd naar beroemde illusionisten, en dat effect creëer je natuurlijk een beetje als je plotseling verdwijnt. Ook de Engelse leenuitdrukking ghosting raakt hieraan, hoewel ik dat vooral associeer met na een date nooit meer terugbellen. Een fraaie ouderwetse variant is “de rattentaxi nemen”. Een uitleg over de herkomst van die uitdrukking heb ik nog nooit gevonden, anders dan dat-ie uit het Nederlandse studentenmilieu lijkt te komen.

Het Nederlands is niet de enige taal waarin een uitdrukking bestaat voor weggaan zonder gedag te zeggen. Wikipedia geeft een heel lijstje. In de meeste gevallen wordt zo’n afscheid gekoppeld aan een land. In het Spaans, Portugees en Engels heet dit een “Frans afscheid”, in het Duits wordt weleens naar Polen verwezen. In opvallend veel talen zijn de Engelsen de boosdoener. De oorsprong lijkt bij de Fransen te liggen, vanwaaruit de term later naar andere landen is geëxporteerd.

Het Engels kent nog een andere uitdrukking voor onbeleefd weggaan. Het wordt namelijk ook wel “een Iers afscheid” genoemd. Laatst moest ik aan die uitdrukking denken, omdat ik nóg een uitdrukking met Iers erin tegenkwam: de zogenaamde “Ierse tweeling”. Dat heb je wanneer je twee kinderen krijgt die in hetzelfde kalenderjaar geboren zijn. Vrij ongebruikelijk volgens mij, maar het kan natuurlijk technisch gezien wel. Het ene kind wordt in de eerste maanden van het jaar geboren, het tweede in de laatste.

Waarom wordt in deze gevallen een land gebruikt? Vaak heeft het te maken met bepaalde stereotypen die in de ene cultuur bestaan over de andere. In het Engels zijn veel uitdrukkingen met Iers. Het Iers afscheid is gebaseerd op vermeende boersheid, de Ierse tweeling op de snelheid waarmee Ierse immigranten kinderen zouden krijgen. Het stereotype van de Ierse alcoholisme leidt tot de uitdrukking Ierse griep, wat een kater aanduidt. Dat Engelsen Ieren alcoholist noemen is nogal pot verwijt de ketel, maar dat terzijde.

Wie overigens wil weten welke stereotypen er in de Engelstalige wereld allemaal over Nederlanders bestaan, die kan zich aan allerlei lijstjes laven. We staan er in de Angelsaksische wereld namelijk niet best op. Grappig genoeg kom je daar ook weer Dutch exit tegen voor ongemerkt vertrekken!

Het Nederlands kent allerlei van dat soort uitdrukkingen met volkeren. Dat zijn altijd volkeren waarmee we langdurig contact hebben of hebben gehad. In ieder geval contact genoeg zodat mensen de vergelijking kunnen plaatsen. Denk aan “met de Franse slag”, of een wedstrijd “op z’n Duits winnen”. Ook moppen maken van dat principe gebruik. Opnieuw ontstaan die bij intensieve interactie. Daarom hebben Nederlanders moppen over Belgen en vice versa, en zijn er vaak denigrerende moppen over migranten.

Nu zijn stereotypen natuurlijk niet waar. Allerlei machtsverhoudingen spelen een rol, waarbij vaak omlaag wordt geschopt. Maar ze kunnen alleen ontstaan als je weet waarnaar je schopt. Met andere woorden: een stereotype heeft een culturele context nodig. Als je die weghaalt, dan werken de moppen en uitdrukkingen niet meer. “Zo schoon als een Peruaan” slaat nergens op, en “zo ijverig als een Tibetaan” evenmin. Misschien zijn Tibetanen wel heel ijverig, en misschien staan ze zelfs als zodanig bekend bij omliggende volkeren. Maar wij zouden het niet weten, want wij hebben geen langdurig of intensief contact gehad met de Himalayabewoners.

Als je het zo bekijkt, dan is het best vreemd dat we in het Nederlands de term “Ierse tweeling” gebruiken, of dat de Hongaren het hebben over afscheid nemen op z’n Engels. Want stereotypen over de Ieren, die hebben wij voor zover ik weet niet. Het enige dat ik zou kunnen noemen is inderdaad een link met alcohol, of iets met aardappelen. Maar ik vermoed dat die ook op Engelse leest geschoeid zijn. Net zo is de Engelse uitdrukking via het Frans in het Hongaars beland. Zo importeren we met leenwoorden en -frasen dus ook de culturele bagage die eraan hangt.

Als grijpgrage eksters pakken we alle glimmende woorden en uitdrukkingen die we zien, om er trots mee te tooien

Ik vraag me af of we genoeg stilstaan bij dit aspect van ontlening. Het is namelijk wel belangrijk. Ook al meldt een blad als Libelle dat de term “Ierse tweeling” tegenwoordig vooral “luchtig wordt gebruikt”, het vindt z’n weerslag in een stereotype. En dan ook nog eens eentje dat niet van ons is.

Natuurlijk spelen zulke bewuste gedachten bij ontlening geen rol. Als grijpgrage eksters pakken we gewoon alle glimmende woorden en uitdrukkingen die we zien, om er trots mee te tooien. Maar als je ze nog eens kritisch bestudeert, en ziet dat er ongewenste culturele achtergrond aan hangt, dan moet je de taalsnuisterijen misschien wegstoppen in een la. Ik zou willen dat we minder eigen stereotypen hadden. Laat staan dat we ook nog die van anderen moeten importeren.

Marten van der Meulen

Marten van der Meulen

Marten van der Meulen promoveerde aan de Radboud Universiteit op onderzoek naar taalnormen en taalgebruik. Hij werkt nu als beleidsadviseur voor de Taalunie. Daarnaast schrijft en praat hij over taal waar hij maar kan, zie ook martenvandermeulen.com.

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000276e0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)