Rechercheurs die verhoorden slaan met een telefoonboek, het is niet meer van deze tijd. Maar hoe kijken we over honderd jaar naar de huidige praktijk van het politieverhoor? Cultuurhistoricus Elwin Hofman schrijft er een boek over, en hoopt dat verhoorders vandaag er wijsheid in vinden.
Op gezette tijdstippen moedigt mijn broodheer, de Universiteit Utrecht, mij aan om mijn “impact” te vergroten door aan “public engagement” te doen met “stakeholders” en de “community”. Aan zoveel newspeak kan ik geen weerstand bieden. Zo gebeurde het dat ik een tijdje geleden, als deel van mijn onderzoek naar de geschiedenis van het politieverhoor, deelnam aan een opleiding “verhoor van verdachten”.
Tijdens het voorstelrondje vertelde ik dat ik onderzoek doe naar verhoren in het verleden. “Aha,” zei de lesgever, “de tijd van de telefoonboeken!” Meesmuilend gegniffel ging door de zaal. Ik wilde een capabele indruk maken, dus ik deed alsof ik wist waarover het ging. Ik had een vage notie dat die telefoonboeken gebruikt werden om mensen te slaan. Waarom telefoonboeken daarvoor zo geschikt waren, of waarom dat het eerste was waaraan deze politiemensen dachten als het over verhoren in het verleden ging, was mij een mysterie.
Nadien begon ik de zaak te onderzoeken. De eerste gids werd kort na de lancering van de telefoon gepubliceerd in 1878 in de VS. Het was ook daar dat telefoonboeken voor het eerst ter sprake kwamen als hulpmiddel bij het verhoor. In de vroege twintigste eeuw had de Amerikaanse politie een gruwelijke reputatie: ondervragers zouden geregeld de zogenaamde “third degree” – fysiek geweld – gebruiken om bekentenissen van verdachten los te krijgen. Eind jaren twintig werden meerdere schandalen daarrond breed in de pers uitgesmeerd. Een onderzoekscommissie bracht in 1931 een rapport uit over “lawlessness in law enforcement”.
Een van de technieken die de politie in Chicago zou gebruiken, zo luidde het rapport, was verdachten met een telefoonboek slaan. “The Chicago telephone book is a heavy one”, zo bleek, “and a swinging blow with it may stun a man without leaving a mark.” Daar had je de reden voor de geschiktheid van de telefoonboeken als politiewapen: door iemand met een dik, log telefoonboek te slaan liet je schijnbaar geen sporen na.
De bevindingen gingen de wereld rond. In de Nederlandse pers werd er geschokt verslag over uitgebracht. Sinds het eind van de negentiende eeuw stelden Europese politiehandboeken martelingen voor als iets uit een voorbij verleden. Dat het nu in de VS voorkwam – het modernste land ter wereld – voelde als paradoxaal. “Men ziet,” concludeerde Het Volk ironisch na een verslag van de folterpraktijken, “Amerika is een vooruitstrevend land.”
‘Je neemt de rug in de hand en met de andere kant sla je die vent enkele keren tegen zijn bakhuis’
Ik heb tot de jaren negentig weinig sporen gevonden dat verhoorders in Nederland en België telefoonboeken zouden hebben gebruikt. Dat hoeft ook niet te verbazen, aangezien een mep met een telefoonboek kennelijk nauwelijks zichtbaar is bij de geslagene. Toch lijkt het erop dat de praktijk niet zo courant geweest is. Ik vond namelijk wél klachten over andere vormen van geweld in het verhoor, bijvoorbeeld met vuisten of gummiknuppels, en over minder zichtbare praktijken, zoals psychologisch geweld.
Rond het einde van het millennium duiken dan toch enkele getuigenissen op. In het Belgische weekblad Knack liet een verhoorder in 1996 optekenen dat “een collega” hem tijdens een cursus vertelde dat zij telefoonboeken gebruikten om bekentenissen te verkrijgen. “Je neemt de rug in de hand en met de andere kant sla je die vent enkele keren tegen zijn bakhuis. Dat geeft goeie resultaten en het laat geen sporen na.” In de Nederlandse krant Trouw verklaarde een voormalig agent in 1992 met enige trots: “Ik sloeg weleens met m’n vuist op tafel, ik pakte weleens een telefoonboek.” Hij zag er geen graten in: “Gewoon eventjes die jongen wakker schudden.”
Zulke bekentenissen kwamen er in de nadagen van de telefoonboeken. Toen het internet begin jaren 2000 opkwam, zakte de papieren telefoongids in de vergetelheid. Net dan doken getuigenissen op over hoe telefoonboeken in het verleden als wapen werden gebruikt. Op dat moment was het veilig om zoiets te bekennen: niemand kon beweren dat de politie nog steeds verdachten met telefoonboeken sloeg.
De docent van de verhoorcursus die naar “de tijd van de telefoonboeken” verwees verschilt daarin niet zo gek veel van zijn voorgangers honderd jaar eerder. Hij zet hedendaagse verhoorpraktijken af tegen een voltooid verleden waarin fysiek geweld werd gebruikt. De identiteit van de hedendaagse verhoorder wordt zo bepaald door een contrast met een bepaald verleden. Het is natuurlijk lovenswaardig dat foltering duidelijk wordt verworpen, maar het legt de lat wel heel laag. Wat je als verhoorder vandaag ook doet, je bent tenminste niet met telefoonboeken aan het slaan.
Ook vóór de teloorgang van de telefoonboeken gebruikten verhoorders in de meeste gevallen geen fysiek geweld. Toch ging het weleens mis. Psychologische druk of suggestieve vraagstellingen leidden soms tot dwaalsporen, poeslieve ondervragers bemachtigden soms valse bekentenissen. Een genuanceerdere kijk op het verleden van het verhoor kan meer doen dan hedendaagse rechercheurs in hun superioriteit bevestigen. Ze kan het draagvlak versterken voor regels en procedures die de verdachte beschermen. Ze kan helpen te begrijpen waarom sommige groepen verdachten opstandig zijn tegenover de politie. Ze kan troost bieden, omdat de problemen waarmee verhoorders vandaag worstelen ook in het verleden vaak speelden. Misschien kunnen de oplossingen van toen zelfs inspiratie bieden – al was het maar om te zien wat níét werkte.
Ik hoop om met het boek dat ik aan het schrijven ben over de geschiedenis van het verhoor ook hedendaagse verhoorders te bereiken. De gesprekken die ik met de verhoorders op de cursus had waren veelbelovend. Velen onder hen waren geïnteresseerd in het verleden van hun eigen vak. Ook als daaruit geen kant-en-klare lessen te trekken vallen, kunnen ze er misschien wijsheid in vinden. Dat zou nog eens impact zijn.










Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.