In zijn geslaagde ‘Boek 1’ staart Martin Rombouts je vanuit het blad aan
Martin Rombouts wilde het niet hebben over zijn achtergrond, maar deed dat toch. Hij zou geen poëzie schrijven, maar Boek 1 staat vol witregels. En hij richt zich rechtstreeks tot jou, ‘de Lezer’. Dubbelzinnigheid wordt een instrument in dit meerlagige, originele debuut.
Heeft Martin Rombouts zijn piek in het leven al bereikt nog voor hij een boek had geschreven? En heeft hij die piek ook bewust meegemaakt? Dat is toch wat hij zelf suggereert, in het onderdeel “piek” van zijn debuut Boek 1, waarin hij schrijft over zijn deelname aan de Nederlandse versie van het tv-programma De Slimste Mens. “Plotseling bestond de wereld niet alleen meer / uit mijn vrienden, familie, kennissen en de mensen die ik / kende van podcasts of tv, nee, / hij bestond nu ook opeens uit de mensen in de supermarkt / die naar me keken alsof ze me onlangs nog gezien hadden. / Wat dus ook zo was.”

© Sophie Hemels
Als hij het tv-spelletje dan ook nog wint, schieten zijn zoekcijfers op Google de hoogte in en worden de situaties met anderen nog gevarieerder en vreemder: “Een man in de Starbucks zei dat hij elke avond met zijn dochter keek / om zijn Nederlands te verbeteren. / Dat ze gejuicht hadden toen ik won. / Dat ik veel voor ze betekende. / Wat ontzettend ontroerend was.” Of nog: “Meerdere moeders boden me uit blind enthousiasme / hun nog onterecht single dochters aan, / typten vijf minuten later dat ze dit natuurlijk nooit / hadden moeten sturen dat ze hoopten/ dat hun dochters hier nooit achter / zouden komen. / Ja, ook jouw moeder, Lezer. / Hoe reageer je daarop?”
De vraag blijft onbeantwoord, net als de vraag wat mensen uiteindelijk echt van Rombouts vinden. Misschien vinden ze hem wel een “arrogante klootzak” omdat hij hun mails of messengerberichten niet beantwoordt. Of misschien vinden ze hem zielig, omdat het AD Utrechts Nieuwsblad onthult dat hij nog op een studentenkamer van dertien vierkante meter woont. Weg glamour.
Rombouts was voor zijn deelname aan De Slimste Mens in de markt gezet als “dichter”. Dat kwam omdat hij een bizarre afstudeerscriptie schreef over Tinderdates (en nog wat andere dingen), in de vorm van een gesprek op WhatsApp of Tinder, dus zonder punten aan het eind van een bericht. “Men noemde het: poëzie! / Ik won er geen afstudeerprijs mee, maar / opeens werd er gefluisterd dat ik eigenlijk een / dichttalent was, en / kreeg ik allemaal mailtjes waarin mensen me / vijftig tot tweehonderd euro boden om mijn / werk te komen voordragen en ontwikkelen / op allerlei podia en in allerlei talententrajecten in / Nederland en België tot ik op den duur / met die tekstjes bijna duizend euro per maand / aan het verdienen was. / Terwijl ik dat hele boek als een verhaal bedoeld had!”
Het wordt nog mooier als hij na zijn zege in De Slimste Mens aanbiedingen van wel negen uitgeverijen ontvangt. “Ik had daarvoor ook al op hun radar gestaan / hoor / zeiden ze.”
In de hierboven geciteerde stukjes zit heel wat van wat Boek 1 anders maakt dan andere debuten. Er is natuurlijk de opvallende vorm. Rombouts schrijft in dichtregels, wat zijn proza een extra dynamiek geeft, de zwierigheid van spoken word of rapmuziek. Hij schrijft ook niet in hoofdstukken, maar in onderdelen die hij cijfers geeft alsof het echt gedichten zijn, met titels als “woord vooraf (V)” of “liefdesleven (IV)”.
Dat al die zijsprongen onderling verband houden, toont dat Rombouts toch een soort coming-of-ageverhaal heeft geschreven
Rombouts wilde vooral geen boek schrijven over zijn jeugd – hij is het kind van een alleenstaande moeder die zwanger werd van haar Surinaamse docent, die nadien met de noorderzon verdween. Maar tussen de lijnen door gaat het wel over zijn achtergrond: die dubbelzinnigheid zit bijna overal in Boek 1. En hij spreekt ons aan, de Lezer, wat doet denken aan de manier waarop Kevin Spacey in House of Cards plots in de camera staart, even uit zijn rol valt en de kijker rechtstreeks aanspreekt.
Maar het boek is meer dan dubbelzinnigheden of een spel met ironie. Er zit ook serieuze kritiek in, niet alleen op het literaire circuit of de uitgeefwereld. Vaak gaat die kritiek over onze omgang met geld, over de verschillen tussen wel en geen kapitaal hebben, over de macht of de onmacht die dat met zich meebrengt. De passage waarin Rombouts zijn studieschuld dagelijks cent per cent afbetaalt, en daarover iedere dag een brief krijgt ter bevestiging, “Uw schuld na betaling van bovenstaand bedrag is 47.370 euro en 4 cent” is hilarisch én scherp.

Maar Boek 1 gaat niet alleen over afkomst, literatuur of geld. Rombouts maakt uitstapjes naar een seksclub in Lissabon, illustreert wat er allemaal mogelijk is met de snel evoluerende taal- en beeldmodellen op de dankzij AI “hardst werkende laptop van Nederland” of maakt ons wegwijs in de duistere wereld van kankermedicijnen. Tussendoor schrijft hij een Wikipedia-pagina over zijn intussen overleden moeder.
Dat al die zijsprongen onderling verband houden, toont dat Rombouts toch een soort coming-of-ageverhaal heeft geschreven, over hoe hij als debuterend schrijver worstelt met en probeert te ontsnappen aan “het systeem”. Dat doet hij op een originele, speelse en meerlagige manier, in een debuut dat barst van het taalplezier.
Martin Rombouts, Boek 1, Das Mag Uitgevers, 2025, 288 p.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.