Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

De havens van Rijsel willen een grensoverstijgende rol spelen
0 Reacties
© Nicolas Montard
© Nicolas Montard © Nicolas Montard
De Franse Nederlanden
samenleving

De havens van Rijsel willen een grensoverstijgende rol spelen

Als derde grootste binnenvaarthaven van Frankrijk speelt Rijsel een sleutelrol in de mobiliteitsvernieuwing van de Eurometropool. En dat willen de Ports de Lille in de toekomst nog meer doen, met dank aan het kanaal Seine-Noord-Europa. ‘Het groeipotentieel is enorm’, zegt Ferenc Szilágyi, directeur van dit bedrijf dat bij het grote publiek nauwelijks bekend is.

“Oogcontact is hier essentieel.” Terwijl we een paar foto’s maken in het herfstgrijs houdt Ferenc Szilágyi alles nauwlettend in de gaten. Veiligheid komt voor de directeur van de haven op de eerste plaats. Redenen genoeg, inderdaad, om uit je doppen te kijken: hier rijdt een vrachtwagen achteruit langs een gele lijn, daar glijdt een trein stapvoets vooruit terwijl enkele meters boven de grond een container per trolley verplaatst wordt. Op de rivier de Deûle, vlak bij één van de twee enorme containerkranen, ligt een binnenschip te wachten om geladen te worden. Het achtergrondgeluid is continu, de sfeer bijzonder. En toch zijn we hier maar op drie kilometer wandelafstand van de Grote Markt van Rijsel.

Welkom in de haven van Rijsel, of tenminste, in één van de locaties ervan. Het bedrijf – dat officieel Ports de Lille heet, zonder lidwoord – ligt verspreid over verschillende gemeentes: Rijsel, Santes, Haubourdin, Wambrechies, Halluin, Loos-Sequedin, Houplin-Ancoisne, Marquette, Douai, Arques en Harnes. De sites verschillen danig qua grootte. Santes en Lille zijn de omvangrijkste, met respectievelijk 112 en 57 hectare, terwijl één van de twee terreinen in Halluin maar één hectare groot is.

In totaal beslaat het bedrijf een oppervlakte van 310 hectare, met 7 kilometer kade en ruim 300.000 vierkante meter bebouwing. Ondanks zijn omvang geniet Ports de Lille weinig bekendheid bij het grote publiek, zegt de algemeen directeur met een glimlach: “Het is lang niet zeker dat alle inwoners van Rijsel weten dat hun stad een haven heeft… Ik krijg nog steeds te horen dat het gewoon een metrostation is!”

Schepen... en treinen

Toch heeft Ports de Lille – “bedrijf ten dienste van de economische ontwikkeling van het grondgebied” – een concrete impact op het dagelijkse leven, zowel voor de inwoners van de metropool als voor de weggebruikers. Zo wordt het huishoudelijk afval van bewoners in het zuiden van de metropool via de rivier getransporteerd naar de verbrandingsoven in Halluin, in het noorden. Dat betekent, op jaarbasis, 40.000 vrachtwagens minder op de A22.

Directeur Ferenc Szilágyi: ‘Op jaarbasis levert ons rivierverkeer een reductie op van 300.000 vrachtwagentransporten op de wegen van de metropool’

In tegenovergestelde richting gaat het groenafval uit Roubaix-Tourcoing per binnenschip naar het Organic Waste Recovery Center. De schepen vervoeren uiteraard niet allemaal afval: ze komen ook uit Duinkerke, Antwerpen, Rotterdam, Béthune.

En ook volgt niet alle transport dat deze haveninfrastructuur benut noodzakelijkerwijs de rivierroute. In de havens – beheerd door de Kamer van Koophandel en Industrie Grand Lille – komen ook dagelijks treinen vol containers aan uit Marseille, Avignon, Toulouse, Bordeaux, “drie keer per week en binnenkort nog meer, vanuit Bretagne”… Over de havensites lopen 15 kilometer spoorlijnen! “In totaal leveren onze transportstromen op jaarbasis een reductie op van 300.000 vrachtwagentransporten op de wegen van de metropool.”

Dit geheel aan transportbewegingen maakt van ​​de Ports de Lille, goed voor 90 werknemers en daarbovenop nog eens 6.000 rechtstreeks en onrechtstreeks gecreëerde banen, de op twee na grootste Franse binnenhaven. “Na Parijs met de Seine en Straatsburg met de Rijn”, zegt Ferenc Szilágyi, duidelijk trots om de weinig bekende Deûle in deze top drie te zien. Meer gedetailleerd cijfermateriaal leert ons dat in 2022, 9.317.549 ton werden getransporteerd via de Ports de Lille, waarvan 2.374.565 in het binnenvaartverkeer en 581.294 in het spoorverkeer. Deze cijfers stijgen constant.

Toch blijft het rivierverkeer grotendeels onderbenut: “Ga maar eens boven op de Léon-Jouhaux-brug staan ​​(tussen Rijsel en Lambersart, NM) en zeg me of je daar per dag veel binnenschepen ziet voorbijvaren. Het groeipotentieel is enorm. En de actuele vraagstukken maken het des te interessanter.” Naast het terugdringen van het aantal vrachtwagens op de weg speelt ook de ecologische voetafdruk bijvoorbeeld een rol. Zo stoot een schip, hoe krachtig het ook is, minder CO2 uit dan wegtransport. “Ook ten opzichte van het treinvervoer heeft scheepsvervoer voordelen. Het is weliswaar langzamer, maar als een trein in panne valt, kan hij niet ingehaald worden. Onze vaarwegen zijn daarentegen over het algemeen breed genoeg om een schip te laten inhalen.

Het kanaal Seine-Noord Europa moet groei brengen

Goed nieuws: al dat potentieel zou zich tegen 2030 in sterke mate moeten ontwikkelen. Zodra het fameuze kanaal Seine-Noord-Europa – een thema dat in de regio regelmatig op tafel ligt – eindelijk operationeel is, zal het voor de Ports de Lille een nieuw tijdperk inluiden. Daar zijn verschillende redenen voor, om te beginnen de manier waarop het scheepverkeer gestructureerd is. Tegenwoordig kunnen schepen hier slechts 1.500 tot 1.700 ton vervoeren. Maar morgen, dankzij de graafwerken en het bouwen van sluizen zoals momenteel in Quesnoy-sur-Deûle, “zullen we schepen van 4.000 ton kunnen ontvangen. Dat is een revolutie.”

De Hauts-de-France zouden één van de favoriete oplaadpunten kunnen worden voor schepen uit Noord-Europa

Een ander punt dat hiermee samengaat: de Havens van Rijsel betrekken momenteel het zuidelijkste punt van de rivierbekkens van Leie en Schelde, de natuurlijke verbinding tussen Rijsel, Antwerpen en Gent. Wanneer het kanaal Seine-Noord-Europa de bekkens van de Seine en de Schelde met elkaar zal verbinden, zal Rijsel niet langer het zuidelijkste punt zijn maar zal het halverwege tussen Rotterdam en Parijs liggen. Dat betekent een radicale verandering van perspectief… Maar van rusten op bij voorbaat verworven lauweren is er geen sprake bij: “Het volstaat niet om ons te laten welgevallen dat we een transitregio worden; we moeten de toegevoegde waarde van deze situatie benutten.”

Eén van de pistes daartoe? Als morgen het rivierverkeer overschakelt op elektrische energie, dan zouden de Hauts-de-France één van de favoriete oplaadpunten kunnen worden voor Noord-Europese schepen, aangezien het Nederlandse elektriciteitsnetwerk – meer dan de helft van de Europese vloot vaart onder Nederlandse vlag – zijn verzadigingspunt nabij is. “Er is een duidelijke rol voor ons weggelegd”, besluit Ferenc Szilágyi.

Multimodaal en grensoverstijgend platform

De toekomst van Ports de Lille hangt ook samen met de ambitie om één ​​van de toegangspoorten te worden voor het goederentransport naar de metropool, en voor de herverdeling ervan. Daarvan getuigt het grote gebouw met grillige witte bekleding op een steenworp afstand van de Deûle. Dit in 2015 ingehuldigde multimodale stedelijke distributiecentrum (CMDU) biedt Rijselse handelaars tal van mogelijkheden: opslag, transporteurs en groeperen-degroeperen. Leveringen kunnen daardoor met minder vervuilende, omvangrijke of luidruchtige vervoersmiddelen gebeuren: driewielers, elektrische voertuigen of voertuigen aangedreven door gecomprimeerd aardgas.

“Momenteel hebben we ook een project rond een materialendorp. Er zijn enorm veel bouw- en renovatieprojecten. Tegenwoordig levert elke vakman drie dakramen, een deur, gips, enz.” Met deze hub kunnen bouwmaterialen worden gegroepeerd en vervolgens efficiënter worden herverdeeld. “Er ontstaan ​​nieuwe stedelijke distributiekanalen, het is onze rol om dat te ondersteunen, dat zit in ons DNA. Vandaag komt tien procent van de omzet van Ports de Lille uit stedelijke logistieke activiteiten.”

Ferenc Szilágyi: ‘Hier weten we hoe essentieel grensoverstijgende samenwerking is’

Door in te zetten op multimodaliteit levert Ports de Lille een cruciale bijdrage aan het transport van morgen en speelt het een bij uitstek grensoverstijgende rol, meent deze polyglot die eerder in de haven van Rotterdam werkte. “Het grensoverstijgende aspect ligt voor de hand. Een stroom of een rivier, die vloeien naar de zee, dat is volkomen natuurlijk. Hier stroomt het water richting Vlaanderen, Gent en Antwerpen... Dat is van grote waarde voor de hele regio. Als je in de Île-de-France bent, dan is je export- of importhaven Le Havre. Als je in Lyon bent, is het Fos-sur-Mer. Als je in Rijsel bent, heb je de keuze tussen Duinkerke, Calais, Vlissingen, Antwerpen en Rotterdam.”

De algemeen directeur maakt zich sterk dat Ports de Lille aan beide kanten van de grens op gelijke voet werkt: “Voor ons liggen de zaken aan beide kanten gelijk. Hier weten we hoe essentieel grensoverstijgende samenwerking is.” De komst van het kanaal Seine-Noord-Europa zal ervoor zorgen dat de samenwerking binnenkort nog toeneemt. En tegelijk zal het ervoor zorgen dat de positie van Rijsel als cruciaal Europees knooppunt versterkt wordt.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.