Deel artikel

Lees de hele reeks
literatuur

Over de literaire canon mag gerust een relletje ontstaan

2 juli 2025 10 min. leestijd Canon & co

De nieuwe literaire canon oogt vrouwelijker en diverser dan ooit. Een goede zaak, vinden stemmen uit het veld. Tegelijk blijft de lijst met vijftig essentiële Nederlandstalige boeken voor velen een identiteitskwestie. ‘Mannelijke studenten vragen me soms: waarom lezen we nooit meer iets van de Grote Drie?’  

Lijstjes geven de schijn van orde in een chaotische wereld. Ook in de literaire wereld kunnen we zo’n illusie goed gebruiken: hoe houd je anders het hoofd boven water in de stroom aan boeken die jaarlijks verschijnt?

Wie zoekt naar de vijftig meest canonieke titels die onze gezamenlijke literatuurgeschiedenis kent, komt al snel uit bij de canon van de Nederlandstalige literatuur van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL). Die verzameling, die meer dan acht eeuwen Nederlandstalig schrijven bestrijkt, moet een inspiratiebron bieden voor iedereen die zich in die literatuurgeschiedenis wil verdiepen: van het onderwijs tot bibliotheken, van uitgeverijen tot leesclubs.

Virginie Loveling erin, Jan Wolkers eruit: bekijk hier de nieuwe literaire canon

Na een eerste editie in 2015 en een herziening in 2020, is er nu een derde lijst. Die ziet er een stuk vrouwelijker uit, en een tikkeltje diverser. Schrijvers als Carry Van Bruggen en Marga Minco vinden voor het eerst hun weg naar de lijst, net als Curaçaos auteur Frank Martinus Arion. Werken als Der naturen bloeme (Jacob van Maerlant, ca. 1270) en – opvallend – Hugo Claus’ Het verdriet van België (1983) zijn eruit verdwenen.

Wat wel, wat niet?

De ontvangst van de vorige twee edities van de canon was niet bepaald kritiekloos. De respectievelijke aan- en afwezigheid van Jef Geeraerts’ Gangreen 1: Black Venus deed bijvoorbeeld een hoop stof opwaaien: de roman over de obsessieve liefde van een blanke koloniaal voor een zwarte vrouw werd in 2015 op de valreep aan de canon toegevoegd, maar werd in de editie van 2020 weer geschrapt.

Opvallend genoeg nam in de editie van 2020 Turks fruit van Jan Wolkers de plaats van Jef Geeraerts’ roman in – ook een roman die je zou kunnen betichten van behoorlijke vrouwonvriendelijkheid. Verder moesten in 2020 Wolfijzers en schietgeweren (1942) van Richard Minne, Verzen (1890) van Willem Kloos en het zestiende-eeuwse Geuzenliedboek het ontgelden. Daarvoor kwamen, naast Wolkers’ klassieker, ook Van de koele meren des doods (1900) van Frederik van Eeden en Pallieter (1916) van Felix Timmermans in de plaats. Ook werd van sommige auteurs een andere titel aan de canon toegevoegd. Zo kreeg voortaan niet Harry Mulisch’ De aanslag (1982) maar De ontdekking van de hemel (1992) een plekje, en werd Nooit meer slapen (1966) van Willem Frederik Hermans vervangen door De donkere kamer van Damokles (1958).

Ook werd in die editie een zogeheten “blinde vlek” toegevoegd, voor een werk dat door de selecteurs onterecht over het hoofd werd gezien. Lezers kunnen suggesties doen, en worden zo uitgenodigd te blijven meedenken over de samenstelling van de canon.

Vooruitgang

Het zal de oplettende lezer zijn opgevallen: tot nu toe werden vooral mannelijke auteursnamen genoemd. De huidige lijst telt titels van veertien vrouwen, tegenover eenendertig mannen. (Van enkele vroege werken is de auteur onbekend.) Dat is nog steeds lang niet gelijkwaardig, maar het toont wel een duidelijke vooruitgang ten opzichte van de canon van 2020, waarin amper vijf vrouwelijke schrijvers waren opgenomen. Datzelfde dilemma geldt voor literatuur uit de koloniën: behalve Max Havelaar (1860) van Multatuli was op dat vlak tot nu toe weinig te vinden.

Natuurlijk roept de exercitie van het samenstellen van een canon an sich al vragen op: hoe kun je uit al die verschenen werken een fatsoenlijke selectie maken? Waarom krijgen egodocumenten, zoals brieven, dagboeken en getuigenissen – geen plaats naast proza, poëzie en toneel? En hoe wrikbaar zijn de eerdergenoemde criteria?

Blinde vlek

Over die welhaast ondoenlijke taak heeft een commissie zich de afgelopen periode gebogen. Naast commissievoorzitter Erick Vlaminck bestond die uit journalist Kristien Bonneure, historicus Lieke van Deinsen, historicus Veerle Fraeters, auteur Leen Huet, auteur Annelies Verbeke, KANTL-directeur Judith Van Doorselaer en KANTL-medewerker Thomas Van der Goten. Zij gingen niet alleen met elkaar in discussie over de boeken die nu op de lijst prijken, maar ook over de lengte van de lijst en de eerder gekozen criteria. Op die manier, was de hoop, zouden in de nieuwe editie van de literaire canon ook boeken en genres ingang vinden die vorige keren werden uitgesloten.

Daarnaast werd de input meegenomen die in de tussenliggende jaren werd verzameld, onder meer via de media en suggesties om de “blinde vlek” op te vullen.

Ook werd in 2022 informatie opgehaald via de Canonenquête, exact twintig jaar na de vorige editie. Die werd destijds georganiseerd door de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) en werd alleen verspreid onder leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, het Nederlandse equivalent van de KANTL. Nu kon iedereen de vragenlijst invullen, met bijna tweeduizend respondenten tot gevolg.

De belangrijkste conclusie van de enquête: hoewel veel mensen nog steeds voorstander zijn van aandacht voor klassieke literatuur, met name in het onderwijs, voelt een verplichte leeslijst steeds meer als een hinderlijk keurslijf. Bijna de helft (45,9 procent) van de respondenten gaf aan geen voorstander te zijn van een canon met een “vastomlijnd aantal werken”. Tegelijkertijd zat er tussen 2002 en 2022 een overlap van bijna 80 procent in de top honderd van meest genoemde boeken en auteurs. Men lijkt dus niet graag gestuurd te willen worden, maar schaart zich wel massaal achter dezelfde canonieke titels en schrijvers.

Wel steeg het aantal vrouwelijke auteurs in deze top honderd van elf naar vierentwintig, ten koste van titels van voor de Tweede Wereldoorlog. Ook literatuur uit of over de voormalige koloniën begon aan een voorzichtige opmars. Verder klonk de roep om ook makers van niet-traditionele literaire genres als spoken word op te nemen, en een aparte canon op te richten voor jeugdliteratuur.

Meer vrouwen

Aan veel van die kritiek is in de editie van 2025 gelukkig gehoor gegeven: aan de lijst zijn Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782) van Betje Wolff en Aagje Deken toegevoegd, samen met Eva (1927) van Carry Van Bruggen en Het bittere kruid (1957) van Marga Minco. Ook Het achterhuis (1947) van Anne Frank prijkt op de lijst, net als Pluk van de Petteflet (1971) van Annie M.G. Schmidt. Daarmee komt de commissie enigszins tegemoet aan de roep om erkenning van literatuur voor een jongere doelgroep.

Verder opvallend is de toevoeging van Het jongensuur (1969) van Andreas Burnier, dat de afgelopen jaren dankzij het queerkarakter van de roman een heropleving beleefde. Ook zijn aan de lijst namen van recentere auteurs toegevoegd, zoals Jeroen Brouwers met Bezonken rood (1981) en J. Bernlef met Hersenschimmen (1984). Van sommige schrijvers is nu een andere titel in de lijst te vinden, zoals Paul van Ostaijens Bezette stad (1927) en Frederik van Eedens De kleine Johannes (1885).

Andere auteurs en werken vallen deze keer juist buiten de boot, zoals Der naturen bloeme (ca. 1270) van Jacob van Maerlant, het Antwerps Liedboek (1544) en Karakter (1938) van F. Bordewijk. Ook Turks fruit is opnieuw uit de lijst verdwenen – “niet omdat we dat een slecht boek vinden”, aldus Vlaminck, “maar omdat we al meerdere andere boeken uit de jaren zestig met een soortgelijke insteek hadden geselecteerd”.

Tegen het zere been

Door zo’n boek wel of juist niet op de lijst te plaatsen, roept de commissie nogal wat discussie over zich af. Dat is geen hoofddoel, maar de wens is wel het gesprek over de canon aan te wakkeren, aldus Vlaminck. “Er mag best een relletje over onze keuzes ontstaan. We hebben in deze editie bijvoorbeeld Dubbelspel van de Curaçaose auteur Frank Martinus Arion opgenomen, waarin zeer vaak het n-woord voorkomt, zij het als uitdrukkelijk statement van de auteur, die zelf van kleur is. We begrijpen dat we sommige mensen daarmee tegen het zere been schoppen. We willen lezers vooral aan het denken zetten: welke titels zou ik zelf opnemen?”

Dat in deze canoneditie flink wat wisselingen te zien zijn, is mede te danken aan de sterk gewijzigde samenstelling van de commissie: vijf van de acht leden zijn deze keer voor het eerst aangesloten. Ook de spelregels werden licht gewijzigd: in de canon zijn nu voor het eerst kinder- en jeugdliteratuur en egodocumenten opgenomen. Verder mogen auteurs sinds deze editie niet langer met meerdere werken vertegenwoordigd zijn. “We moeten nu eenmaal plaats maken”, legt Vlaminck uit. “We hadden ruimte nodig om gehoor te geven aan geluiden uit de media en de Canonenquête, bijvoorbeeld om meer vrouwen op te nemen.”

De commissie overwoog om het aantal canonieke boeken uit te breiden, maar uiteindelijk besloot ze toch bij vijftig te blijven. “Anders devalueren we de lijst”, is Vlamincks overtuiging. “Je kunt de canon zien als een etalage, met daarachter een winkel waarin veel meer werken te vinden zijn. Dat willen we op onze website nog beter tot uiting brengen.”

Littekens wegpoetsen

Vlaminck geeft een inkijk in de interne keuken van dit ingewikkelde keuzeproces. “De nieuwe canon is samengesteld uit lijsten van de verschillende commissieleden, plus invloeden vanuit andere literaire lijsten en podia die de afgelopen jaren reageerden op de samenstelling van de lijst van 2020, zoals feministisch platform Fixdit. Op die manier kwamen pakweg honderd werken op tafel, die al snel kon worden gereduceerd tot zeventig stuks. Daarna werd lang gediscussieerd over de laatste twintig afvallers, met de uiteindelijke lijst als resultaat.”

Hoe staat de commissie tegenover de vraag in hoeverre de canon zich moet aanpassen aan de ideologieën van deze tijd? “We willen geen littekens wegpoetsen, bijvoorbeeld door alsnog evenveel vrouwen als mannen in de canon op te nemen. Wel hebben we door de aandacht voor vrouwelijke auteurs een aantal boeken herontdekt. Het jongensuur was voor mij bijvoorbeeld een nieuwe leeservaring, waarvan ik enorm heb genoten. Ook wij weten en kennen niet alles, en selecteren allemaal vanuit ons eigen perspectief.”

Om die reden vindt Vlaminck het belangrijk de komende vijf jaar plaats te maken voor een nieuwe voorzitter. “Dit was voor mij de laatste keer. Ik geniet enorm van de bijeenkomsten, maar voor de samenstelling van de canon is het niet goed als ik nog langer blijf zitten. Het is belangrijk dat we nieuwe stemmen laten horen.”

Cultuurbarbaar

Ook Laurens Ham, universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht, liet zich eerder meermaals uit over de samenstelling van de literaire canon, en ontdekte toen hoe gevoelig die ligt. “Ik werd door sommigen beticht van cultuurbarbarisme omdat ik goede literatuur uit de geschiedenis zou willen schrijven, ten koste van minderheden zoals vrouwen en personen van kleur. Zo’n canon is geen vrijblijvend lijstje, ontdekte ik: het raakt mensen persoonlijk. Kritiek op de canon kan voelen als kritiek op de eigen identiteit.”

Dergelijke dilemma’s bespreekt hij ook regelmatig met zijn studenten. “Ze staan erg open voor het lezen van boeken van minder bekende stemmen. Wel zeggen vooral mannelijke studenten soms: waarom lezen we nooit meer iets van de Grote Drie? Tussen die twee uitersten moet de lijst zich bewegen.”

In het ideale geval houdt de canon het midden tussen beweging en continuïteit, denkt Ham – precies zoals bij de afgelopen edities. “We moeten de canon levend houden, en niet zien als een vaststaand gegeven. Tegelijkertijd zou het vreemd zijn als de lijst elke vijf jaar helemaal wordt vernieuwd: dat doet af aan het canonieke aspect ervan.”

Ham denkt dat het vooral belangrijk is dat leerlingen en studenten zich in de canon herkennen. “Het moet een instrument zijn waarmee je verschillende kanten van de literatuurgeschiedenis kunt belichten, en waarin ook jonge mensen zich herkennen. Daarvoor is de meerstemmigheid die in deze editie meer is toegevoegd erg belangrijk. Deze lijst wordt ook gebruikt op middelbare scholen – daar passen boeken met een gewelddadige, racistische of discriminerende inhoud minder goed. De canon is een mooi instrument, dat we zeker moeten blijven gebruiken, maar ook moeten blijven bevragen.”

En de Vlaming?

Ook schrijver en Fixdit-ambassadeur Gaea Schoeters is tevreden over de weg die de canoncommissie in 2025 is ingeslagen. “Deze lijst toont met acht nieuwe vrouwen een duidelijke verandering in de tijdgeest en de manier waarop we naar literatuur kijken. Eindelijk nemen we wat afstand van het beeld van de geniale witte heteroman als de ultieme schrijver. In deze canon zien we meer dan in de vorige edities dat vrouwen al eeuwenlang waardevol werk maken, dat ook in hun eigen tijd al werd gewaardeerd. Eerder leverde dat hen nog geen plekje in de canon op, nu gelukkig wel.”

Tussen deze canon en die van 2025 zitten beduidend meer verschillen dan tussen de eerste twee edities, signaleert Schoeters. “Ik hoop dat de commissie niet zal denken dat het nu klaar is met de veranderingen: deze lijn moeten we juist doortrekken. Er valt nog een wereld te winnen, ook als we kijken naar de ondergeschiktheid van Vlaamse auteurs ten opzichte van Nederlandse: Vlamingen worden bijvoorbeeld relatief gezien weinig onderscheiden met literaire prijzen. We moeten vooral flexibel over de canon blijven denken.”

Uit de marges

Die mening deelt Sibo Kanobana, docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de Open Universiteit van Nederland. “De canon kan geen zuivere weergave zijn van onze geschiedenis: ze weerspiegelt hoe wij over die geschiedenis denken. We doen steeds nieuwe ontdekkingen over ons verleden, bijvoorbeeld over de positie van vrouwen en minderheden, en die moeten in de canon worden opgenomen.”

Sibo Kanobana: ‘Ook racistische werken kunnen een plek krijgen. We moeten problematische boeken blijven lezen om onze gewelddadige geschiedenis niet te vergeten’

In die zin mist Kanobana in de canon de inbreng van auteurs van kleur en schrijvers die reflecteren op het koloniaal verleden, zoals Edgar Cairo en Astrid Roemer. “Dit is geen verwijt tot de commissie”, benadrukt hij met klem. “Ook die leden zijn gevormd door onze maatschappij, die historisch geworteld is in racisme en seksisme. Zulke literatuur, die zich tot nu toe nog steeds in de marges bevindt, mag van mij meer aandacht krijgen. Maar ook racistische werken kunnen in die zin een plek krijgen, om te laten zien hoe toen over zaken werd gedacht. We moeten problematische boeken – kritisch – blijven lezen, om onze gewelddadige geschiedenis niet te vergeten.”

Bij het criterium dat in de canon opgenomen werken van oorsprong Nederlandstalig moeten zijn plaatst Kanobana vraagtekens. “Die eis past niet meer in de geglobaliseerde wereld waarin wij leven. Ook ik had me in mijn jonge jaren tot een veel gretiger lezer kunnen ontwikkelen als ik op de middelbare school niet beperkt was geweest tot de literatuur binnen onze landsgrenzen. Het Nederlands als standaardtaal bestaat bovendien nog helemaal niet zo lang als velen denken.”

Kanobana is blij met de stappen die in de nieuwe lijst op andere fronten zijn gezet. “Als die evolutie voortduurt, komt er de komende edities ongetwijfeld meer ruimte voor een brede visie op onze literaire geschiedenis.”

Avdd

Anne Louïse van den Dool

tekstschrijver, auteur en cultureel journalist

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000037f50000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)