Kester Freriks struint door jarig Amsterdam met prachtige oude kaarten in de hand
Met Stad van water en licht, een geschiedenis van Amsterdam aan de hand van oude kaarten, schreef Kester Freriks een even verrassend en verslavend geschiedenisboek als zijn Grensverkenningen uit 2022.
Als jonge Vlaamse student in Utrecht begin jaren 1990 was een van mijn kostbaarste bezittingen een doordeweekse plattegrond van het Amsterdamse stadscentrum. Ik bestudeerde die kaart uitvoerig, leerde de volgorde van de grachten uit het hoofd en probeerde vaak alvast de volgende tocht door de hoofdstad in mijn hoofd te plannen. Ik was enorm blij met mezelf toen ik erin slaagde om vanaf het Centraal Station naar poppodium De Melkweg te wandelen zonder ook maar één keer de kaart uit mijn jas te moeten halen om te kijken of ik nog wel de juiste richting uitliep. Het is een sensatie die je met Google Maps nooit kan evenaren.
Gezicht op Amsterdam in vogelvlucht van Cornelis Anthonisz uit 1538 is de oudste bekende plattegrond van Amsterdam© Amsterdam Museum
Zo ongeveer moet ook schrijver Kester Freriks zich hebben gevoeld toen hij in de jaren 1970 vanuit het oosten van Nederland naar Amsterdam verhuisde. “Wanneer wordt een stad jouw stad?”, vraagt hij zich ergens af in zijn jongste boek Stad van water en licht. “Is dat vanaf het moment dat je blindelings de weg weet?” Hij stelt zich de vraag nog geregeld, als hij weer eens toeristen gebogen over een opengevouwen plattegrond ziet staan.
750 jaar
Op 27 oktober 1275 verkreeg Amsterdam het tolprivilege van Floris V, graaf van Holland. Die dag geldt als de officiële geboortedatum van de stad Amsterdam. De viering van de zevenhonderdvijftigste verjaardag was de aanleiding voor Freriks om het verhaal van zijn stad te schrijven aan de hand van oude kaarten. Voor de titel liet hij zich inspireren door een buitenstaander, want “zij zien Amsterdam vaak scherper dan degenen die dagelijks in de stad verkeren”. In zijn novelle Amsterdam (1999) schreef de Hongaarse schrijver György Konrád over de “zich altijd vernieuwende tijdloosheid van het water, waarin de betoverende huizen zich spiegelen en nog sprookjesachtiger lijken”.
Niet dat Freriks veel buitenstaanders nodig heeft om een rijk en levendig beeld van de evolutie van Amsterdam van vissersdorp tot swingende metropool te schetsen. Dat doet hij moeiteloos aan de hand van vijftien oude kaarten. Het oudste exemplaar dateert van 1538, de jongste kaart biedt een vergezicht op 2050. Iedere kaart krijgt eerst een korte toelichting van conservator Reinder Storm van het Allard Pierson, het erfgoedmuseum verbonden aan de Universiteit Amsterdam. Daarna trekt Freriks met de oude kaarten de stad in, en beschrijft zo de veranderingen en evoluties die Aemstelredamme tot Amsterdam hebben gemaakt.
Omdat Freriks heeft gekozen voor een chronologische opzet, is de gestage uitbreiding van de stad mooi te volgen. De honger naar nieuwe grond is een constante, van de eerste grachten tot de creatie van de Metropoolregio Amsterdam. Het is fascinerend om te volgen hoe Amsterdam groeide, van gracht tot gracht.
Historische kaarten van Amsterdam uit de tweede helft van de zeventiende eeuw, gemaakt door Frederick de Wit© Allard Pierson, Amsterdam
Onder historici blijft discussie bestaan of de wereldvermaarde grachtengordel zo was uitgetekend en gepland, of dat hij eerder toevallig is ontstaan. Freriks brengt geen honderd procent uitsluitsel, maar de kaarten die hij gebruikt suggereren wel dat stadsarchitect Daniël Stalpaert, ook bekend van het Paleis op de Dam, en zijn rechterhand Hendrik Jacobsz. Staets wel degelijk goed nadachten over het ontwerp. Misschien ontstond de gordel wel spontaan, maar de uitbreiding gebeurde zeer gestructureerd en planmatig. De grachtengordel voldeed en voldoet nog altijd aan twee belangrijke eisen: schoonheid en functionaliteit. Zeker is dat het samenspel tussen de visionair Stalpaert en de klassieke ambachtsman Staets, die de ‘knikken’ in de grachten bedacht, voorgoed het uitzicht van Amsterdam heeft bepaald.
Megalomane plannen
Amsterdam had er ook helemaal anders kunnen uitzien. Dat illustreert Freriks mooi aan de hand van kaarten met nooit gerealiseerde ontwerpen. Zo had de eigengereide bohemien en architect Herman Walenkamp in 1901 het plan opgevat om de grachtengordel te spiegelen, zodat in Amsterdam-Noord, aan de andere kant van het IJ, het spiegelbeeld zou ontstaan van de gordel in het centrum.
Noord komt overigens wel vaker voor in toekomstplannen, het ene al wat megalomaner dan het andere. Zo stond Walenkamp eind negentiende eeuw ook mee aan de wieg van het idee om een gigantische brug te bouwen naar Noord, een soort gigantische Ponte Vecchio die het IJ zou overspannen, met pakhuizen en koopmanswoningen onder de op- en afritten van de brug. Maar het ontwerp van waterbouwkundige Jan Galman werd nooit gerealiseerd, en de plannen verdwenen helemaal in de vergetelheid toen op de plek waar de brug moest komen in 1889 het Centraal Station verrees.
Brug over het IJ, ontwerp van J. Galman© Stadsarchief Amsterdam
Sommige projecten werden wel gerealiseerd, zoals het imposante Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein. Er zijn prachtige kaarten van het Paleis en de omgeving. Het gebouw vol glas en gietijzer stond in 1864 symbool voor de kracht en het elan van een nieuw tijdperk, en het was het centrale punt van een nieuw stadsdeel aan de oevers van de Amstel. Het gold als de Amsterdamse evenknie van het Londense Crystal Palace, maar werd in april 1929 door een brand verwoest. De plek bleef een pijnlijk litteken in de stad, pas in 1961 werden de laatste resten van het verweesde bouwwerk geruimd. Ze moesten definitief plaats maken voor het modernistische ontwerp van Marius Duintjer voor De Nederlandsche Bank, volgens Freriks nog altijd een van de meest verguisde gebouwen van de stad.
Shoah en cholera
Die opmerking staat niet op zich, want naast alle pracht en praal en al het vooruitgangsoptimisme, heeft Freriks ook oog voor de minder mooie kanten van de stad. Dat gaat dan niet alleen over stadsontwikkelingen en de hedendaagse gesel van het massatoerisme, geïllustreerd met de Tourist Trap Map 2025. Sommige kaarten vertellen iets over de duistere kant van de stad, zoals de “stippenkaart” die in 1941 werd uitgewerkt door Amsterdamse ambtenaren in opdracht van de Duitse bezetter. De stippen duidden aan waar Joodse mensen woonden. Het vervolg is bekend: van de 80.000 Joden die bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam woonden, goed voor een tiende van de stadsbevolking, heeft slechts een kwart de Shoah overleefd.
Deze stippenkaart werd in 1941 uitgewerkt door Amsterdamse ambtenaren in opdracht van de Duitse bezetter. De stippen duidden aan waar Joodse mensen woondenNIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Amsterdam
Een ander voorbeeld is de cholerakaart van Texeira de Mattos uit 1867, een van de vroegste voorbeelden van thematische cartografie. De epidemie was de aanleiding om heel wat kleinere grachten, eigenlijk een soort open riolen, te dempen om hygiënische redenen. Water is dus niet alleen de vriend van Amsterdam, maar soms ook de vijand. Het dichtgooien van vele grachten ging door tot in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw en is vaak een vergeten deel van de Amsterdamse geschiedenis, merkt Freriks op. Andere grachten werden “overkluisd”, en toen er verzet kwam tegen het dempen kozen bestuurders voor de term “verbreding”, maar het resultaat bleef hetzelfde. Ik zal nooit meer over het Leidseplein kunnen wandelen zonder het besef dat het eigenlijk een gigantische brug is over de Lijnbaansgracht.
Urk en koloniën
Zo struin je in Stad van water en licht van de ene geweldige anekdote naar de andere fascinerende geschiedenis. Dat was ook al zo in het gelijkaardige Grensverkenningen uit 2022. Daarin wandelt Freriks door Nederland aan de hand van kaarten uit de nalatenschap van Tiberius Bodel Nijenhuis, een negentiende-eeuwse Leidse verzamelaar. In 1872 schonk die zijn indrukwekkende verzameling van honderden atlassen en tienduizenden kaarten aan de Universiteit van Leiden. Voor Grensverkenningen selecteerde Martijn Storms, conservator Kaarten & Atlassen van de Universitaire Bibliotheken Leiden, achttien kaarten met bijzondere grenzen. Die kaarten vormen de aanleiding voor de geschiedkundige ontdekkingstochten van Freriks door heel Nederland. Ook in dit boek heeft hij oog voor verrassende invalshoeken, zoals de klokslagkaart van Leeuwarden, een kaart met een onzichtbare maar wel hoorbare grens. Want wie de klokken uit Leeuwarden hoorde luiden, woonde binnen het rechtsgebied van de stad.
Grensverkenningen bevat ook al een beetje Amsterdam, met een kaart uit 1649 met de vaargeulen en gevaarlijke ondiepten in de Zuiderzee ter hoogte van Urk. Het vissersdorp was toen eigendom van Amsterdam, en zonder het dorp en zijn doorgang naar de zee zou Amsterdam in de zeventiende eeuw nooit het welvarende centrum van de wereld zijn geworden. Ook in Stad van water en licht heeft Freriks geregeld aandacht voor de minder fraaie mechanismen en structuren achter al die schoonheid, zoals de roofgoederen die uit de koloniën naar Amsterdam kwamen. Naast alle terechte trots zorgt dat voor een evenwichtig verhaal over dit unieke werelderfgoed.
Kester Freriks & Reinder Storm, Stad van water en licht. Amsterdam, een geschiedenis in kaarten, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2025, 296 p.
Kester Freriks & Martijn Storms, Grensverkenningen – Langs oude grenzen in Nederland, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2022, 248 p.










Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.