Tussen historische trend en antiquarische eruditie. Zin en mogelijkheid van geschiedschrijving over de Nederlanden.
(C.A. Tamse) Ons Erfdeel - 1990, nr 1, pp. 91-99
Sinds 1968 kreeg de geschiedschrijving een andere vorm. Er werd afgestapt van de historische synthese van grote tijdperken, en overgegaan op gespecialiseerde deelgebieden. Dat leidde tot een grote wetenschappelijke productie die, daardoor, weinigen nog in zijn volledigheid konden volgen, en tot een professionalisering, die dan weer tot versnippering leidde. Door het wegvallen van de vaderlandse geschiedenis als rechtvaardiging voor de nationale staat, werd ook de zin van de geschiedenisbeoefening ter discussie gesteld. Toch valt de culturele identiteit van een land of bevolking niet te ontkennen. Nu die identiteit in Europees verband in de knel zou kunnen komen, wordt het zinvol om de geschiedenis te beoefenen: niet alleen via grote synthese, maar ook via monografieën en artikelen.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden