Théorie du « main port » et stratégies de développement urbain : le cas de la métropole lilloise vis-à-vis de Rotterdam

In het huidige havenbeheer is het onmogelijk geworden alle te verschepen containers in de onmiddellijke omgeving van de grote havens op te slaan. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk containers in zogenaamde “achterhavens” worden opgeslagen. Rijsel speelt samen met het Nederlandse Venlo de rol van achterhaven van Rotterdam. In Rijsel worden de containers gegroepeerd afkomstig uit Frankrijk, Zwitserland en de Zuid-Europese landen. Uit deze bijdrage blijkt dat deze functie voor Rijsel van grote betekenis is.

La gestion actuelle des ports rend impossible le stockage à proximité immédiate des grands ports de tous les conteneurs à transborder. Il importe de regrouper un maximum de conteneurs dans des ports de l'arrière-pays ou « inlandports ». Lille joue, avec Venlo (Pays-Bas) le rôle d'inlandport de Rotterdam. On regroupe à Lille les conteneurs provenant de France, de Suisse et des pays de l'Europe du sud. L'article montre que cette fonction est capitale pour Lille.