Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Polen als lichtend voorbeeld
0 Reacties
© Wikimedia Commons
© Wikimedia Commons © Wikimedia Commons
column Jensen & Hofman
literatuur
geschiedenis

Polen als lichtend voorbeeld

Na haar bezoek aan de afdeling neerlandistiek in Wrocław en een museum gewijd aan hét Poolse nationale epos, vraagt Lotte Jensen zich af: waarom heeft Nederland eigenlijk geen Vondelmuseum? Zijn levensverhaal leent zicht perfect voor een interactieve tentoonstelling waarin de zeventiende eeuw tot leven komt.

Begin juni reisde ik naar de afdeling neerlandistiek aan de universiteit van Wrocław in Polen om er gastcollege te geven. Het immer opgewekte afdelingshoofd, Stefan Kiedroń, haalde me op van het vliegveld. Toen we de stad inreden, werden we getrakteerd op een van de uitwassen van het nieuwe politieke systeem in Polen. Voor ons reed een busje met luidsprekers, waaruit hel en verdoemenis werden afgekondigd over diegenen die het wagen abortus te plegen of homoseksualiteit te bevorderen onder scholieren.

Deze entree was even schrikken, maar de rest van mijn verblijf kreeg ik Polen van zijn beste kant te zien. Terwijl we in Nederland het aantal studenten Nederlands de afgelopen jaren drastisch hebben zien dalen, puilen daar de collegezalen uit. Gelukkig lijkt het tij in Nederland nu te keren – de vooraanmeldingscijfers stemmen in ieder geval hoopvol.

Toch blijft het indrukwekkend hoeveel jongeren in Polen voor een studie Nederlandse taal en cultuur kiezen. Ze laten zich meestal leiden door economische motieven, al spelen culturele overwegingen op de achtergrond mee. Ze krijgen in elk geval een flinke dosis literatuurgeschiedenis en cultuurkunde mee, opdat ze hun toekomstige Nederlandse zakenpartners omver kunnen blazen met passende citaten uit Max Havelaar.

Wat me het meest trof, was de grote liefde van de docenten voor de Nederlandse literatuur en geschiedenis. Janek Urbaniak, specialist achttiende-eeuwse letterkunde, vertelde mij over zijn voltooide vertaling in het Pools van Sara Burgerhart, de bekende briefroman uit 1782 van Betje Wolff en Aagje Deken. De vertaling wordt uitgegeven in een prestigieuze reeks wereldklassiekers.

Ik knipperde driemaal met mijn ogen. Sara Burgerhart in het Pools! Een huzarenstukje, want wie de oorspronkelijke editie in het Nederlands leest, komt op iedere bladzijde vergeten uitdrukkingen, lastige woordcombinaties en achttiende-eeuws jargon tegen. “Zij heeft reeds drie jaar aan een lub zitten konkelen”, schrijft Sara bijvoorbeeld aan haar vriendin Anna Willis. Benieuwd hoe dat in het Pools gaat klinken.

Prachtig is ook het Pan Tadeusz Museum, waar Stefan Kiedroń mij rondleidde. Dit museum werd geopend in 2016 en is gewijd aan het nationale epos Pan Tadeusz van de dichter Adam Mickiewicz (1798-1855). De dichter werd geboren in Litouwen (toen nog onderdeel van het Russische keizerrijk) en studeerde in Vilnius. Daar was hij betrokken bij clandestiene bewegingen die zich tegen de Russische overheersing en voor Poolse autonomie inzetten. Na de mislukte Poolse opstand in 1830 woonde hij in Parijs, waar hij Pan Tadeusz publiceerde. Hij verheerlijkt daarin zijn Litouwse wortels en het leven van de oude Poolse adel – zijn identificatie met Litouwen maakte deel uit van een breder Pools nationaal gevoel. Vandaar dat het epos opent met de woorden: “Litouwen, mijn vaderland.”

Het museum toonde Mickiewicz in de politieke en culturele context van zijn tijd: zijn reizen door Europa waren op een wand geprojecteerd en aan het einde kon de bezoeker digitaal door het manuscript bladeren. Als bezoeker kreeg ik zin om me te verdiepen in dit nationale epos en de historische context waarin het tot stand was gekomen.

Waarom hebben we in Nederland eigenlijk niet zo’n prachtmuseum voor de zeventiende-eeuwse dichter Joost van den Vondel? Zijn levensverhaal – autodidact, migrant, politiek betrokken, religieus geëngageerd – leent zich bij uitstek voor een interactief museum waarin de literatuur en cultuur van de zeventiende eeuw tot leven wordt gewekt. In Denemarken hebben ze sinds kort een magistraal museum voor de sprookjesschrijver H.C. Andersen opgericht, dat vele tienduizenden bezoekers per jaar zal trekken.

Dat het kan, bewijst de tijdelijke tentoonstelling over Anton de Kom (1898-1945) die op dit moment in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem is te zien. Deze Surinaamse schrijver werd twee jaar geleden opgenomen in de Canon van Nederland.

Zijn boek Wij slaven van Suriname (1934), waarin hij ageert tegen racisme en koloniale overheersing, loopt als een rode draad door de tentoonstelling. Het werk gaat leven dankzij de wandeling die bezoekers langs een ijzeren keten maken. Die keten verbindt het verleden met het heden, en het persoonlijke met de wereldgeschiedenis.

“Meer, meer, meer!”, dacht ik. Wat ze in Polen en Gelderland kunnen, moet in Amsterdam ook mogelijk zijn. Een nieuw en prachtig Vondelmuseum: moet kunnen!

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.