Spelling is en blijft een splijtzwam. Maar de focus erop getuigt van een jammerlijk gebrek aan inzicht in wat echt belangrijk is als het over taal gaat, schrijft taalcolumnist Marten van der Meulen.
Genocide in Gaza. Een humanitaire crisis in Soedan. Koraalriffen die definitief afsterven. Rellen door fascisten. De planeet die kapotgaat als gevolg van menselijk gedrag. Een voortslepende oorlog in Oekraïne waarop Europa lafhartig blijft reageren. En dan moet je ook nog minder vlees eten, minder suiker consumeren, goed bewegen en niet te veel naar schermen kijken. Je moet zelfs oppassen met al te veel zitten!
Het is allemaal enorm overweldigend, voor mij, en voor de meeste mensen. Niets dan begrip voor de reflex om je druk te maken over iets kleins, iets waarover je controle hebt. Je lokale voetbalclub, racefietsen, de komst van een asielzoekerscentrum, de bouw van een windmolen. Veel mensen kunnen zich er enorm over opwinden. Maar er is één onderwerp dat het meest leeft. Waar mensen duels over zouden uitvechten, mocht dat nog in de mode zijn. Waar, als je er een misstap in begaat, sommigen je onmiddellijk als volbloed idioot zien.
Ik heb het natuurlijk over spelling.
Iedereen weet dat spelling de gemoederen beroert. Kijk maar naar de ophef rond de spellingupdates van 1995 en vooral 2005. Een aantal media voerde zelfs een eigen spelling in. Inmiddels is dat schisma grotendeels vervaagd, en het aankomende Groene Boekje, voor het laatst in gedrukte vorm, zal daar weinig aan veranderen. Een peiling in 2021 liet zien dat zelfs jongeren spelling belangrijk blijven vinden. Met name in Nederland, en niet in Vlaanderen.
Dat spelling een dankbaar en belangrijk onderwerp blijft, merkte ik maar weer eens toen ik een tijdje geleden jurylid was bij het dictee van mijn woonplaats. Tsja, als taalkundige heb je maar twee opties: je sterft als held, of je leeft lang genoeg om een dictee te jureren. Met de avond op zich was niks mis: een hapje en een drankje, wat reuring, de burgemeester die nog even aanwipte, en wat muziek. Allergenoeglijkst allemaal. Toch knaagde er bij mij iets, over dit soort dictees in algemene zin.
Niet foei, maar waarom, is al jaren mijn devies
Laat ik vooropstellen dat iedereen natuurlijk lekker mag doen waar die zin in heeft. Maar de focus op spelling zoals die nu is, toont een jammerlijk gebrek aan inzicht in wat echt belangrijk is als het over taal gaat. Ten eerste is het fetisjisme over de oppervlakkige regels eigenlijk onzinnig. Spelvaardigheid is namelijk niet hetzelfde als taalvaardigheid. Iemand kan een tekst schrijven, vol moeilijke woorden als dysthymie en angehaucht, die weliswaar vlekkeloos is, maar ook volstrekt oninteressant. Hetzelfde geldt voor uitspraak. Ook dat is oppervlakte, ook daar wordt verhoudingsgewijs veel te veel belang aan gehecht. Spelling is geen doel, spelling is een middel.
Wat is dan wel belangrijk? Nou, woordenschat, om maar iets te noemen. De kunst om nét dat woord te kiezen dat synoniem lijkt aan dat andere, maar dat een o zo subtiel betekenisverschil weergeeft, inhoudelijk of qua sociale context. Sowieso: het kennen van de sociale context van taal wordt enorm onderschat. Weten dat je soms juist wél groter als moet zeggen, of moet vloeken: dát is belangrijk.
Ook stilistiek vind ik veel belangrijker dan spelling. Hoe bouw je een tekst op, en hoe doe je dat in verschillende genres? Want een wetenschappelijk artikel is nog geen opinieartikel. Iedere vorm heeft zijn eigen (ongeschreven) regels.
Kijk ten slotte naar het aanverwante onderwerp van de retorica. Hoe overtuig je iemand, hoe verleid je een publiek, hoe zweep je ze op en breng je ze weer tot kalmte? Al deze onderwerpen tonen de echte woordensmid en taalmeester. Maar omdat ze moeilijk, zo niet onmogelijk te meten, kwantificeren en vergelijken zijn, blijven we ons maar richten op spelling.
Hoe spel je ‘à propos’ aan het begin van een zin? De twee grootste taaladvieswebsites zeggen daarover iets anders dan de officiële Leidraad
Nog een manier waarop we verkeerd met spelling omgaan is dat we te weinig leren van onze fouten. Ik gebruik dan altijd het voorbeeld van de man die, toen ik uitlegde dat onderzoek naar de logica achter d/t-fouten waardevol was, mij toewierp dat dit “voer voor luie varkens” was. Het is typerend voor een algemene houding ten opzichte van spelling. Een houding die niet gaat over inzicht, maar alleen over afstraffen van wat fout is.
Werkwoordspelling is niet heel moeilijk, maar bepaalde elementen van werkwoordspelling zijn dat wel. Zoals de keuze tussen d en t onder specifieke omstandigheden: bij zogenaamde ondoorzichtige werkwoorden, bijvoorbeeld – waarbij verschillende werkwoordsvormen hetzelfde klinken en je op basis van klank alleen dus niet weet of het gebeurt moet zijn of gebeurd, wordt of word. Vervolgens is nog van belang hoe dicht het werkwoord op het onderwerp staat, en welke vorm het vaakst voorkomt. Die vorm domineert namelijk. Dit soort begrip kan zorgen voor beter en efficiënter onderwijs. Niet foei, maar waarom, is al jaren mijn devies.
Tijdens het nakijken van het dictee kwam ik ook weer allerlei interessante fouten tegen. Die fouten laten zien waar de moeilijkheden in de spelling zitten, bijvoorbeeld bij inconsistentie. Zo was er discussie over het woord koningin: in principe schrijf je dat met een kleine letter, maar het kán met een hoofdletter worden geschreven wanneer het als aanspreekvorm “met bijzonder respect” wordt gebruikt. Zo’n uitzondering zorgt voor verwarring.
Of neem de regel over accenten op hoofdletters. Hoe spel je à propos aan het begin van een zin? De officiële Leidraad, waarin de spelregels staan, is duidelijk: geen accent op een hoofdletter, behalve bij geleende namen. Maar de twee grootste taaladvieswebsites, die zich in principe baseren op de Leidraad, stellen dat het wél gewoon mag. In de spelregels van ons dictee stond duidelijk dat de Leidraad, de naam zegt het al, leidend is. Wat moet je met dit soort gevallen? Wij besloten coulant te zijn, en beide vormen goed te keuren. Daar was natuurlijk ook weer niet iedereen het mee eens, maar goed, zo blijf je bezig.
Juist omdat zoveel mensen belang hechten aan spelling, is het belangrijk. Een beetje vreemd is dat natuurlijk wel, maar zo werkt dat. Er is in Nederland helemaal geen asielcrisis, behalve eentje die gecreëerd is door de opeenvolgende regeringen. Maar omdat mensen is aangepraat dat ze bestaat, moet iedereen er zich toe verhouden. Zo is het net met spelling. Het doet er niet toe, en toch doet het ertoe. En toch. Ieder boek is goed gespeld, maar niet ieder boek is goed geschreven. Dat zou stof tot nadenken moeten geven.










Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.