Deel artikel

Lees de hele reeks
taal column, Week van het Nederlands

Too bad voor het Engels, maar het Nederlands laat zich niet zo gauw klein krijgen

3 oktober 2025 6 min. leestijd Taaltoestanden

Volgens neerlandicus Wim Daniëls wordt het voortbestaan van het Nederlands bedreigd door de invloed van het Engels. Stemmingmakerij, vindt taalcolumnist Marten van der Meulen. ‘Als jongere gebruikte ik ook veel Engels. Net zoals ik veel vloekte, en mijn haar verfde, en blowde en dronk.’ 

Tendentieus. Wat is dat eigenlijk een mooi woord, zowel om te zien als om uit te spreken. De opeenvolging van t-d-t, het gestuiter van ten-den gevolgd door het wegfladderende tieus. De drielettergrepigheid die doet denken aan de mooist beschreven naam uit de literatuurgeschiedenis. De lengte van het woord (11 tekens), maar het lage aantal verschillende letters (7). Die 7 letters die een nieuw, mysterieus woord vormen: tendius. Je zou er bijna taalliefhebber van worden.

Zoals zo vaak vermomt uiterlijke schoonheid inhoudelijke gruwel. Tendentieus betekent namelijk “met een bepaalde bedoeling de waarheid verdraaiend”. Kortom: de feiten zo verdraaien, interpreteren of presenteren dat ze in jouw straatje passen. Deze minder fraaie maar o zo menselijke neiging tot het presenteren van geplukte kersen vinden we veel in de journalistiek en politiek. En ze komen ook daarbuiten voor. Afgelopen zomer maakte een taalkundige er zich schuldig aan. 

Het was in dit geval neerlandicus en theatermaker Wim Daniëls, die een zéér twijfelachtige uitspraak deed. Hij deed dat in een interview in de lage landen, dat plaatsvond in het kader van het verschijnen van een nieuwe editie van zijn boek Spraakmakend Nederlands. Daarin beschrijft hij de geschiedenis van het Nederlands, en in het laatste deel kijkt Daniëls ook naar de toekomst van de taal. In het boek zelf is hij behoorlijk positief. “Het Nederlands loopt op dit moment geen gevaar om van de taalkaart te verdwijnen”, zo schrijft hij. Maar in het interview laat hij dit optekenen: 

“Ik vraag me vooral af of we binnen vijftig jaar met het Algemeen Nederlands niet voor dezelfde vraag zullen staan als met het dialect nu: zal het Nederlands het redden of wordt het een heel marginale taal die er op het wereldtoneel niet meer toe doet, en die je misschien alleen nog af en toe voor de grap spreekt? Ik ben bang dat dat zo is.” 

Het staat iedereen vrij zijn mening te geven. In dit interview zegt Daniëls bijvoorbeeld ook dat “dialecten zoveel klankrijker zijn dan de standaardtaal”. Nu heb ik er een broertje dood aan als mensen een mening voordoen als een feit, wat hier door het woord “zijn” lijkt te gebeuren, maar het lijkt me wel duidelijk dat dit een mening is. Eentje die ik niet deel, maar dat is zeker niet erg. 

Maar deze mening van Daniëls vind ik wél problematisch. Ze had namelijk nogal wat impact. Er werd zelfs een vraag over gesteld in een plenaire vergadering van het Vlaams parlement (waarbij mijn naam zowaar ook nog even viel). Er werd gedaan alsof we voor een voldongen feit stonden: het Nederlands gaat verdwijnen, hoe keren we het tij? Alleen was van een feit geen sprake, want Daniëls baseert zich niet op feiten. Hij maakt maar een beetje stemming. Wat zijn motief precies is, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat slecht nieuws goed verkoopt.  

Er is geen enkel taalwetenschappelijk bewijs voor de stelling dat over vijftig jaar het Engels dominant zou zijn.

Ik zeg nu wel dat Daniëls zich niet op feiten baseert, maar kan ik dat dan zelf wel bewijzen? Wordt het Nederlands eigenlijk bedreigd? Om kort te gaan: nee. Met korte antwoorden vul je geen column, dus laat ik een iets langer antwoord geven. Ik kan het natuurlijk alleen maar met Daniëls eens zijn wanneer hij schrijft dat de Engelse taal een duidelijke en groeiende positie heeft verworven in de wereld. Ze is de lingua franca in de wetenschap, heeft in het hoger onderwijs een sterke aanwezigheid, en speelt een belangrijke rol bij veel cultuurproducten, zoals in film en televisie. Dit geldt ook voor Nederland en Vlaanderen en de Nederlandse taal. En toch. Er is geen enkel taalwetenschappelijk bewijs voor de stelling dat over vijftig jaar het Engels dominant zou zijn.  

Dat een grote en sterke taal als het Nederlands binnen een halve eeuw zou verdwijnen, zou volstrekt uniek zijn in de taalgeschiedenis. Dat is nog nooit gebeurd, en de wetenschappelijke literatuur geeft geen enkele aanleiding om te denken dat dit nu wel zou gebeuren. En ja, het Nederlands ís groot en sterk. Met meer dan 25 miljoen sprekers behoort het tot de grootste talen ter wereld. Het is de twaalfde grootste taal op het internet, en heeft de op vijf na grootste Wikipedia-databank. Geleende woorden of niet: het Nederlands zindert, bloeit en gedijt. 

En jongeren dan? Die gebruiken toch zoveel Engels? Hele zinnen zelfs! Zeker doen ze dat. Maar ik deed dat óók als jongere. Net zoals ik veel vloekte, en mijn haar verfde, en blowde en dronk. Al die dingen doe ik (grotendeels) niet meer. Het gedrag van jongeren staat niet gelijk aan dat van een volledige samenleving. Dat geldt evengoed voor taalgebruik. Zoals altijd moet je kijken naar de taal als geheel. Doe je dat, dan zie je dat er zeker Engels is, en dat er meer is dan vijftig jaar geleden. Maar in verhouding blijft het eigenlijk marginaal. 

Er zal altijd wel iemand roepen dat het Nederlands op het punt staat te verdwijnen. Mooi vind ik het voorbeeld dat Jelle Stegeman gebruikt in zijn Grote Geschiedenis van de Nederlandse Taal, over hoe verschillende kranten in 1930 het einde van het Nederlands voorspelden. Ik heb hier weleens eerder over geschreven: het gevoel dat het Nederlands onder druk staat, is al heel oud. Dat betekent niet dat de taal ook echt onder druk staat. 

Daniëls voegt zich dus bij dat rijtje roependen, en wijst daarbij de verkeerde boosdoeners aan. Als het Nederlands al ten onder zou gaan, dan heeft dat niets met u en mij te maken. Als de Nederlandse taal zal komen te verdwijnen, dan komt dat door politici die niet inzien dat de soft power van culturele diplomatie ontzettend belangrijk is. Die niet begrijpen wat de invloed van een tijdschrift als de lage landen is op de taal in brede zin. En die daarom dus een buitengewoon belangrijke organisatie onder de guillotine leggen met onnodige kaasschaafbezuinigingen. Die allerlei culturele, literaire en taalkundige initiatieven kielhalen. Mochten we over vijftig jaar, zoals Daniëls suggereert, alleen nog voor de grap Nederlands gebruiken, dan zullen we naar hen wijzen: twas politicians who killed the language. 

Marten van der Meulen

Marten van der Meulen promoveerde aan de Radboud Universiteit op onderzoek naar taalnormen en taalgebruik. Hij werkt nu als beleidsadviseur voor de Taalunie. Daarnaast schrijft en praat hij over taal waar hij maar kan, zie ook martenvandermeulen.com.

Marten van der Meulen is actief op Bluesky.

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000003b240000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)