‘De grens tussen Vlaanderen en Nederland? Die moeten we gewoon weer afschaffen’
De ongeremde vrijheid om te zeggen wat je wil. De geweldige humor en satire. De durf ook naar boven, naar de machthebbers, te schoppen. De Vlaamse journalist Karel Michiels betoogt in zijn nieuwe boek dat de Nederlandse mentaliteit en televisie een onuitputtelijke bron van inspiratie vormen. ‘Lang voor Pim Fortuyn en Geert Wilders gaven Jacobse en Van Es al een humoristische voorbode van het anti-establishmentdenken dat later de Nederlandse politiek zou kleuren.’
Karel Michiels (1960) is als journalist van vele markten thuis. Hij schreef over voetbal, cabaret, cannabis en Mathieu Van der Poel. Maar bovenal is hij een hartstochtelijk minnaar van Nederland: de Nederlandse radio en televisie waren voor hem als jongere het venster op zijn wereld – en zijn dat vandaag nog steeds. In Waarom Nederland nog altijd mijn gidsland is bepleit Michiels vurig dat Vlamingen anno 2025 nog veel kunnen leren van ‘de Hollanders’.
U uit in uw boek een grote bewondering voor de voor u typisch Nederlandse mentaliteit die de helden uit uw jeugd kenmerkt – in de muziek, de televisiewereld, de satire en het cabaret. Hoe zou u die mentaliteit omschrijven?
“Ten eerste was er de grote vrijheid in de jaren 1960 en 1970. Ik heb het dan vooral over de vrijheid van meningsuiting: iedereen kon zeggen wat hij wilde. Ten tweede was er de humor en de lach. Ik was al heel vroeg gecharmeerd door de Nederlandse satire. Farce Majeure is bij de meeste mensen onder de vijftig totaal onbekend, maar dat vond ik een geweldig satirisch programma. En daarna kwam Toon Hermans – met hem kon ik ook echt lachen, hoewel dat eerder tot de ‘volkse’ cultuur werd gerekend, maar ik hou niet van dat onderscheid. Dus ja, lachen was al vroeg een onderdeel van mijn bewondering voor Nederland.”
Karel Michiels© Best in Books
Vond u die satire en die lach dan niet terug in het toenmalige Vlaamse culturele landschap?
“Toch niet. Er waren Gaston en Leo, die debuteerden bij de openbare omroep, maar ze hadden er nooit een eigen programma omdat ze geen deftig ‘Nederlands’ spraken. Ze zijn pas weer opgepikt en écht doorgebroken toen de commerciële omroep VTM er kwam, en dat was in 1989 – een pak later dan toen de Nederlandse humor en satire al hoge toppen scheerden.”
Ook op muzikaal vlak was Nederland uw gidsland: u was een grote fan van Avro’s Toppop en Radio Veronica.
“In Vlaanderen had je alleen op zaterdagvoormiddag de Top 30. Dat was het enige anderhalf uur dat wij op de Vlaamse radio popmuziek hoorden. Op een Nederlandse piratenzender als Radio Veronica hoorde ik dag en nacht muziek waarvan ik hield. Ik herinner het me als gisteren: in bed liggen met een kleine transistorradio en naar Veronica luisteren, of naar andere piratenzenders als Radio Luxemburg en Radio Noordzee. De manier van presenteren was in Nederland ook totaal anders. Je had Joost den Draaijer, de dj-naam voor Willem van Kooten, en die introduceerde de zo typisch Amerikaanse presenteerstijl in de Lage Landen – veel flitsender, naar het voorbeeld van de legendarische dj Wolf Jackman.”
‘Lachen was al vroeg een onderdeel van mijn bewondering voor Nederland’
“Toen in Vlaanderen later de piratenzenders en de vrije radio opkwamen, vond ik het echt een pest dat zoveel Vlaamse presentatoren de Nederlanders krampachtig probeerden te imiteren door met een Hollands accent te praten. Maar daar bleef het bij – voor heerlijk taalgebruik als ‘met stip op 1’ en ‘alarmschijf’ en ‘gouden plaat’ moest ik bij de noorderburen zijn. Eén van mijn all-time favoriete dj’s is Frits Spits. Die combineerde een intellectuele manier van presenteren met de dj-stijl van de piratenzenders.”
U schrijft dat Het Simplisties Verbond van Koot & Bie drie decennia lang uw intellectueel en moreel kompas was: ‘Nederland was lange tijd ons gidsland (VPRO! De Volkskrant! NRC! Coffeeshops!), maar Koot en Bie hielden ons bij de les.’ In welke zin?
“Hun satire richtte zich niet alleen op politici of wetenschappers of opiniemakers. Zij imiteerden eigenlijk ook met respect gewone mensen, op zo’n manier dat het niet kwetsend voor hen was, maar wel heel verhelderend. Jacobse en Van Es, de bekendste typetjes van Koot & Bie, waren twee Haagse, volkse, zelfverklaarde ‘vrije jongens’ die met kromme redeneringen en platvloerse logica ageerden tegen ‘de elite’. Hun fictieve Tegenpartij, met de slogan ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ parodieerde het populistische denken avant la lettre: het idee dat het gewone volk beter weet wat goed is voor het land dan de politici. Lang voor Pim Fortuyn en Geert Wilders gaven Jacobse en Van Es zo al een scherpe, humoristische voorbode van het onvrede-gedreven, anti-establishment-denken dat later de Nederlandse politiek zou kleuren.”
Dat brengt ons bij het politieke luik van uw boek: ondanks de verruwing en de verrechtsing vindt u als progressieve kiezer Nederland nog steeds een gidsland, net omdat radicaal-rechts er mag meeregeren. Hoe kunt u de regeringsdeelname van Geert Wilders verzoenen met uw progressieve inborst?
“Ik geef toe dat dat heel moeilijk is. Tussen mijn veertigste en vijftigste dacht ik dat we op de goeie weg waren – collectief, als mensheid. Barack Obama werd president van de Verenigde Staten en de klimaatverandering kwam op de agenda te staan, wat ik als groene kiezer heel belangrijk vind. Ik had niet verwacht dat Donald Trump aan de macht zou komen en alles zo snel zou kantelen – ook hier, in Vlaanderen en Nederland, waar de rechtse partijen veel meer aanhang bleken te hebben dan ik dacht.”
Jacobse en Van Es, de door Kees van Kooten en Wim de Bie gespeelde typetjes© VPRO
“Maar ik ben tegen het Belgische cordon sanitaire. Laat radicaal-rechts meeregeren. We hebben het geklungel van de PVV gezien in Nederland, en hun kiezers ook. Ik weet het: Geert Wilders staat desondanks nog steeds ver voorop in de peilingen voor de komende Tweedekamerverkiezingen. Ik heb er ook geen antwoord op waarom mensen in die man blijven geloven, net zoals ik niet snap dat Trump voor de tweede keer verkozen werd. Maar ik ben een optimist: uiteindelijk vallen zulke types door de mand.”
U noemt Nederland ook op cultureel vlak nog steeds een gidsland.
“De muziek volg ik zo niet meer, maar wat betreft de satire is Nederland Vlaanderen nog steeds ver vooruit. Zij hebben Arjen Lubach, en wij hebben, nou ja, De ideale wereld (lacht). Daar beperkt de satire zich steevast tot naar beneden schoppen, naar de kleine man, maar zelden naar boven, naar politici en het systeem. Politici kun je het meest treffen met satire – dat hebben we met Donalds Trump heksenjacht op Jimmy Kimmel duidelijk gezien. En voor de gewone mensen lucht politieke satire ook gewoon op, omdat je, ondanks alle ellende in de wereld, er toch nog even kunt om lachen.”
U bent erg tegen de vernieuwde grenscontroles tussen Vlaanderen en Nederland, en de grens mag voor u zelfs verdwijnen. U bent dus een aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte?
“Absoluut. Ik deel de mening van Bart De Wever, die onlangs tijdens een toespraak in Nederland zei dat het uiteenvallen van de vroegere Nederlanden de grootste ramp is die ons kon overkomen. Schaf die grens gewoon af.”
Toch schrijft u dat u niet in Nederland zou kunnen wonen, bijvoorbeeld omdat een losstaand huis dicht bij een dorpscentrum daar gewoon niet te vinden is.
“Nederland wordt vaak een gidsland genoemd voor zijn ruimtelijke ordening, maar al die uniforme kleine huizen met dunne muren en de gordijnen open, dat is niets voor mij. Er zijn ook te veel regeltjes in Nederland. Ik kan in Nederland niet door een oranje licht rijden of ik heb een boete aan mijn been (lacht).”
Wat de satire en het politieke debat betreft kan Vlaanderen nog veel van Nederland leren. Kunnen de Nederlanders iets van de Vlamingen leren?
“Alles wat minder serieus nemen. Ik ken de Nederlandse cabaretier Jan-Jaap Van der Wal redelijk goed. Hij woont al een tijd in Antwerpen en zegt dat hij zich de Vlaamse mentaliteit om de dingen meer te relativeren al wat eigen heeft gemaakt. Vlamingen halen sneller de schouders op, of zeggen dat het allemaal wel weer goed komt. In de sport, bijvoorbeeld: Nederlanders zouden het een beetje minder een ramp moeten vinden als Oranje verliest (lacht).”
Karel Michiels, Waarom Nederland nog altijd mijn gidsland is, Best in Books, 112 pagina’s, €12,95








Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.