Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Wortelen in de lage landen
0 Reacties
Met laaglandse groet
VL ⇄ NL

Wortelen in de lage landen

Hoe kan je je thuis voelen op een plek waar de bewoners je als een vreemdeling zien of de geschiedenis wordt uitgewist? Een nieuwe editie van de VL⇄NL-nieuwsbrief, over het verlangen naar worteling, de Vlaamse canon en de gedeelde identiteit van de lage landen.

Beste lezer,

Ze bekent soms stiekem thuis een Vlaamse tongval te oefenen. Journalist Anouk van Kampen uit in ‘De vloek van het Nederlands’ haar frustratie over het feit dat haar accent haar telkens weer in een hokje duwt. “Vanaf het moment dat ik mijn mond open, ben ik ineens iemand die er niet echt meer bij hoort, gereduceerd tot een woord: Nederlander.”

Haar fraaie column is voor mij als in Vlaanderen geboren, in Nederland opgegroeide en een aantal jaren geleden naar België teruggekeerde Nederbelg een feest – nu ja, een nogal treurige party – der herkenning. Al leer ik de Vlaamse canon uit mijn hoofd, de inwoners van deze contreien zullen mij nooit als een van hen erkennen. “Voor Vlamingen ben en blijf ik vanwege mijn tongval de Hollander en, als ik een afwijkende mening heb, de Hollander met de grote bek”, schreef ik ooit.

Van Kampen spreekt de vrees uit dat ze “over twintig jaar nog steeds met wildvreemden [staat] te bespreken hoe de mensen zijn in een land waar ik al een kwarteeuw niet meer woon.” De ervaring van schrijver, dichter, illustrator en performer Joke van Leeuwen, die onlangs de Ultima Letteren van de Vlaamse Gemeenschap ontving, zal haar niet kunnen geruststellen. “Mensen hebben het tegen mij nog steeds over ‘jullie’, terwijl het al een halve eeuw geleden is dat ik hier kwam”, vertelde Van Leeuwen in een gesprek met drie Nederbelgische schrijvers.

Ze heeft er een hekel aan hokjes aan overgehouden. En de overtuiging dat het juist een verrijking is van twee landen te zijn. “Je doorbreekt daarmee de stereotypen, die zo hardnekkig zijn. Iedereen die bicultureel is moet twee culturen vreedzaam met elkaar verzoenen in eigen hoofd en hart.”

Verlangen naar wortels

Van Kampen ervaart dat ze vervreemdt van haar oude thuis – Nederland – maar dat haar accent thuisraken in Vlaanderen bemoeilijkt. Over dit verlangen naar een thuis las ik een boek dat me fascineerde maar me soms ook ongemakkelijk stemde, Heimweeën van Johan De Vriendt.

De schrijver ging in 2000 in Doel wonen. Hij streed voor het behoud van het dorp dat de overheid lange tijd van de kaart wilde wissen voor de uitbreiding van de haven van Antwerpen. Zeer mooi beschrijft De Vriendt het verlangen je te hechten aan een plek en je te verbinden met de geschiedenis ervan. Overtuigend laat hij zien hoe fataal het gemak is waarmee in Vlaanderen cultuurlandschap wordt vernietigd en erfgoed gesloopt. Gepassioneerd pleit hij voor respect voor de geest van een plek en voor ontwikkeling die voortborduurt op de historie ervan.

Een tijdje terug schreef ik een vrij enthousiast verhaal over het Grenspark Groot Saeftinghe, een Vlaams-Nederlands initiatief om de grensstreek ten westen van Doel nieuw leven in te blazen. De burgemeester van Hulst vertelde daarin dat de lokale bestuurders tot het inzicht waren gekomen dat ze moesten putten uit de geschiedenis van de streek en daarbij de inwoners moesten betrekken. Maar in de ogen van de van heimwee vervulde auteur kan het grenspark geen genade vinden. Hij windt zich op over het feit dat Doel geen plek heeft in de plannen en vindt het “een zoveelste voorbeeld van gigantisme”, met als cynisch summum het idee om met de afgegraven grond van eeuwenoude polders die moeten wijken voor nieuwe natuur een uitzichtpunt aan te leggen, in de reclameslogan van de bestuurders “onze eigen Mont-Saint-Michel”.

Geraakt was ik door een passage uit het werk van de Frans-Joodse filosofe Simone Weil die De Vriendt citeert: “Geworteld zijn is misschien de belangrijkste en meest miskende behoefte van de menselijke ziel. Maar het is ook een van de moeilijkst definieerbare. Een mens wortelt doordat hij daadwerkelijk, actief en op natuurlijke wijze deelneemt aan een gemeenschap die bepaalde schatten uit het verleden levend houdt en gevoelens over de toekomst koestert.”

Het is een kernboodschap van zijn boek. Alleen vraag ik mij af in hoeverre de “natuurlijke gemeenschap” waar De Vriendt van rept openstaat voor nieuwkomers die er ook willen wortelen. De auteur was in zijn jonge jaren lid van de Volkse Jeugdbond De Vrijbuiter, een beweging waarmee hij zich nu duidelijk nog verbonden voelt. “Wij streefden naar een Vlaanderen dat groen en Vlaams is, waar het goed is om te leven, maar waar alles elkaar nog herkent en erkent”, tekent hij op. Een Vlaams Vlaanderen, wat betekent dat dan, durf ik te vragen. Laat het alomvattende verlangen naar herkenning ruimte voor nieuwkomers? Voor vernieuwing en invloeden van elders?

Gedeelde identiteit

De neiging wie van elders komt als een vreemdeling te beschouwen, lijkt in ieder geval diep in elke gemeenschap ingebakken. Zelf ervoer De Vriendt dat zijn afkomst uit het dertig kilometer verder in het Waasland gelegen Tielrode voldoende was om hem “geen echte Doelenaar” en “een aangespoelde” te noemen. Een woord noordelijk Nederlands is voor menig Vlaming voldoende om je in de categorie van “de ander” in te delen, en Vlamingen in Nederland hebben natuurlijk precies dezelfde ervaring.

Maar eigenlijk is het onderscheid tussen noord en zuid in ieder geval vanuit kunsthistorisch oogpunt “compleet artificieel”. Dat betoogt althans Paul Huvenne, voormalig directeur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Hij doet die uitspraak in een mooie reportage van Wieland De Hoon over museale samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland naar aanleiding van de opening van de expositie Ode aan Antwerpen in Utrecht.

Die expo toont dat de bloeitijd van de Hollandse schilderkunst er niet was geweest zonder inspiratie en migratie uit het zuiden. Daaraan is ook onze reeks Nieuwkomers in het Noorden gewijd. “Amsterdam kon nooit zo groot worden zonder Antwerpen”, zegt Micha Leeflang, de curator van de tentoonstelling, die rept van de “gedeelde identiteit Nederland-België”.

Een canon van de Lage Landen

Die wisselwerking tussen noord en zuid komt in de onlangs gepresenteerde Vlaamse canon onvoldoende in beeld, stelt historicus Rolf Falter in een uitdagende bespreking. Hij miste “ambitie verder te kijken dan de vaderlandse grenzen”. De nationale blik wordt “ronduit pijnlijk” in het geval van de schilderkunst, schrijft hij. Bosch en Breugel kwamen allebei uit het hertogdom Brabant, de laatste was een leerling van de eerste. “Maar door de hedendaagse staatkunde wordt de ene als Nederlander, de andere als Vlaming/Belg (schrappen wat niet past) geclaimd. Terwijl die schildertraditie natuurlijk echt wel gemeenschappelijk is aan de Lage Landen.”

In dat denkspoor zit ook Bart Van Loo, schrijver van onder meer De Bourgondiërs. Het verhaal van Vlaanderen is een uitstekend gemaakte televisieserie, observeerde hij een tijdje terug in Le Soir, maar “idealiter had men het verhaal van de lage landen verteld via een samenwerking tussen RTBF, VRT en NPO, want onze geschiedenis speelt zich natuurlijk evengoed in Rijsel, Namur en 's-Hertogenbosch af”.

Voor de televisiemakers hebben wij alvast ons boek De Lage Landen. Een geschiedenis voor vandaag in de aanbieding. Naast een Vlaamse zou ook een laaglandse canon niet misstaan. Een kolfje naar de hand van Bart Van Loo?

Met laaglandse groet,

Tomas Vanheste

Met laaglandse groet

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.