Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Wat zijn er toch veel rare types in de boekenwereld’
0 Reacties
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

‘Wat zijn er toch veel rare types in de boekenwereld’

De galeriehouder die zijn verhaal in het Duits uitgaf, kruist opnieuw het pad van Thomas Heerma van Voss. Ze gaan uit eten in Amsterdam. ‘Deze avond kost me nu al meer dan ons boek ooit zal opleveren.’

Eerder schreef ik op deze plaats over de galeriehouder uit Nürnberg. Een goedlachse man die via vertaler Ulrich Faure in mijn leven verscheen en met prettige bombarie aankondigde dat hij mijn verhaal Onzichtbare boeken in het Duits wilde uitbrengen. Via zijn kleinschalige galerie was hij bezig een nog kleiner uitgeefhuis op te richtten.

Af en toe stuurde hij Faure en mij korte, ambitieuze mails, vervolgens verdween hij weer maanden uit zicht – hij haalde geen enkele deadline die hij zichzelf oplegde, reageerde ook niet op mijn tekst zelf, en online was er sowieso geen spoor van hem te vinden.

Net toen ik me erbij neerlegde dat mijn verhaal ondanks alle beloftes en plannen nooit in het Duits zou bestaan, werd er een pakketje bij me bezorgd. Twintig bibliofiele exemplaren van Unsichtbare Bücher.

Met enige vertraging, deels ingegeven door corona, kwam de galeriehouder achter het pakketje aan gereisd. Hij wilde de vertaling eindelijk vieren, samen met Ulrich Faure, die toevallig al in Amsterdam was, en mijzelf. Een honorarium hadden we nooit gekregen, deze avond zou onze vergoeding worden.

Ik nam ze mee naar een aangenaam Italiaans restaurant dat eenmaal ter plaatse helaas niet meer bleek te bestaan. De inrichting oogde weliswaar hetzelfde, maar het menu was ingrijpend veranderd. Alles heette nu duurzaam en werd geserveerd in kleine porties, “ideaal om te delen”, zoals de serveerster het met een nerveuzig glimlachje omschreef.

Ze bestelden uitsluitend vleesgerechten. Zo zeiden ze het ook tegen de serveerster: ‘Just meat’

Nog voor ze was uitgesproken, hadden zowel Faure als de galeriehouder hun eerste biertjes al opgedronken.

Ze bestelden uitsluitend vleesgerechten. Zo zeiden ze het ook tegen de serveerster: “Just meat.”

De galeriehouder schakelde over op witte wijn. Hij bestelde drie glazen. Toen bleek dat niemand anders aan tafel witte wijn hoefde, dronk hij ze alle drie zelf op.

Hij draaide zich naar me toe en zei dat hij het boekje zo mooi vond, ons boekje. Hij vroeg of ik iemand kende die het wilde lezen. Ik dacht aan mijn vroegere schoonbroer, een vriendelijke Duitse jongen die ik eerder al vertalingen had opgedrongen, en schudde mijn hoofd.

Meteen sprak de galeriehouder verder, over de Duitse boekenmarkt en wat nu bestsellers waren, over het grote bedrijf waarvoor hij ooit veel geld had verdiend en waar hij tevreden ontslag had genomen, over de uitgeverij die een roman van mij in het Duits had uitgegeven. “I have a lot of trust in you”, zei hij. Waar dat vertrouwen op gebaseerd was bleef in het midden, het leek me ook niet gepast ernaar te vragen.

Tamelijk onaangekondigd schoot hij in de lach. “People love that I start my publishing house with an author nobody knows! About another publishing house that fails!” Ook Ulrich Faure lachte.

Wat ik schrijf neem ik serieus, daarbuiten is alles versiering waar een mens zelf zoveel mogelijk genoegdoening uit moet peuren

Ze bogen zich over een grote schaal ham en daarna over een bord vol konijn. Alles wat leek op groente schoven ze opzij, elke hap ging gepaard met een nieuwe slok. Tussendoor stapten ze regelmatig naar buiten om te roken. Vrienden waren ze niet, zo had Faure me eerder benadrukt, maar ze kenden elkaar al hun halve leven – langer dus dan ikzelf bestond – en bewogen op exact hetzelfde tempo, met dezelfde gewoontes en stopwoordjes, gekleed in hetzelfde soort wijde colbertje.

Daar glipten ze alweer het restaurant uit, hun drank in de hand, een sigaret in de aanslag. Grote, logge lijven. Harde stemmen. Telkens als ze terugkwamen bij het tafeltje groetten ze me alsof ze me in geen maanden gezien hadden, en steeds beter lukte het me met eenzelfde enthousiasme te reageren.

Ik heb mezelf aangeleerd zulke momenten te omarmen, of eigenlijk probeer ik dat mezelf nog altijd aan te leren. Wat ik schrijf neem ik serieus, daarbuiten is alles versiering waar een mens zelf zoveel mogelijk genoegdoening uit moet peuren.

Dus lachte ik hartelijk mee toen de galeriehouder met een mond vol konijn zei: “This evening already costs me more money than our book will ever make.” En toen hij door het restaurant riep dat hij alles van me wilde uitgeven, en dat hij mijn internationale agent wilde worden, lachte ik eveneens, en ik was inmiddels toch maar volop wijn gaan drinken, ineens stond er ook whisky op tafel.

“Wat zijn er toch veel rare types in de boekenwereld”, zei ik eens tegen mijn Nederlandse uitgever Daniël van der Meer.

Hij zei: “Vooral in jouw buurt, geloof ik.”

Ik heb besloten dat als compliment te beschouwen.

Of hij mijn verhaal had gelezen kon ik nog steeds niet met zekerheid zeggen

Later op de avond zwalkte de galeriehouder uit Nürnberg het restaurant uit. “Where do we go now?”, riep hij. “I can go everywhere. Nobody knows where I am. I have enough money, I don’t have a relationship anymore, I only do what I want from now on – I’m free.”

Ulrich Faure stond er bedachtzaam bij en keek alsof hij in zijn leven al veel gekkere taferelen had aanschouwd. De galeriehouder zei dat hij de volgende ochtend naar Athenaeum en Antiquariaat Kok zou gaan om Unsichtbare Bücher te verkopen, hij vroeg waar die winkels eigenlijk waren. “In any case, I don’t wanna walk there”, riep hij door de Vijzelstraat, “I’m too old, too fat and too lazy. But no worries. I will sell this book.”

Of hij het had gelezen kon ik nog steeds niet met zekerheid zeggen.

De galeriehouder dwaalde van de stoep af zonder om zich heen te kijken, weer zei hij: “I have a lot of trust of you.” Nu werd het gevolgd door het ineens ietwat aarzelende: “Do you also trust me?”

Ik zei van wel, zachter dan beoogd, hij leek het al niet meer te horen. Hij stak het fietspad over en belandde midden op de weg. Een auto kwam met volle vaart aangereden, ik zag al voor me dat hij geschept zou worden, een fatale afloop van het diner tussen uitgever en auteur. Maar de auto stopte met piepende banden en prompt stond er taxi bovenop, de galeriehouder stapte heel gedecideerd in en de auto scheurde verder, de straat uit.

Even wilde ik de galeriehouder volgen, waar hij ook heen zou gaan.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.