Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Waarom ik in vredesnaam nog wél wil schrijven?
0 Reacties
© Alex Vasey / Unsplash
© Alex Vasey / Unsplash © Alex Vasey / Unsplash
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

Waarom ik in vredesnaam nog wél wil schrijven?

Thomas Heerma van Voss tekent op wat er gebeurt als een auteur zijn schrijfkamer verlaat. Hij had een gesprek met een collega-schrijver, in een stad die nog mocht bruisen.

Een schrijver, niet de minste, keek me een paar tellen geconcentreerd aan en zei toen: “De dagen van het boek zijn nu echt geteld.” We zaten in een café, we waren in een stad waar dat gewoon nog kon – de kroegen puilden uit, er heerste een opgewonden sfeer. De schrijver liet zijn ogen door het café gaan en constateerde: “Het is hier nu, op dinsdagmiddag, drukker dan het bij een voorleesavond of schrijversinterview ooit zal zijn. Cultuur? Voor de meeste mensen een vies woord. Consumeren zullen we, consumeren tot we erbij neervallen.”

Ooit, nog niet zo lang geleden, had de schrijver een boek uitgebracht dat massaal werd geprezen en gelezen. Vorig jaar verscheen een nieuw boek van hem, er volgde opnieuw lof, maar beduidend minder verkoop. “En op zich is dat niet erg, het scoort nog steeds bovengemiddeld goed”, haastte hij zich te zeggen. “Alleen voel ik aan alles dat een boek, ongeacht welk, veel minder invloed heeft dan vroeger. Zoals het tien jaar geleden ging, bestáát het nu niet meer.”

Collega-schrijver: ‘Ik voel aan alles dat een boek, ongeacht welk, veel minder invloed heeft dan vroeger’

Hij somde namen op van schrijvers die vroeger beter verkochten dan ze tegenwoordig doen en weer keek hij me zo geconcentreerd aan. Ik wist niets te zeggen, probeerde te bedenken of ik net zo makkelijk auteurs kon noemen die nu juist populairder waren dan jaren terug, merkte dat mijn gedachtes spaak liepen, knikte ten slotte maar wat.

Een van de lastige dingen aan het aanhoudende sloopwerk dat “cultuurbeleid” wordt genoemd: zo veel statements erover voelen obligaat. De corona-uitbraak heeft zichtbaar gemaakt wat veel mensen, in elk geval in Nederland, al jaren aanvoelden: voor de politiek is cultuur een randzaak, een irritante bijkomstigheid die niet direct geld oplevert – of in ieder geval: het is niet meteen duidelijk hoeveel – en waar om die reden ook amper waarde aan toegekend hoeft te worden. Dus: bouwmarkten mogen wat theaters verboden wordt, zzp’ers moeten op zoek naar een echte baan, enzovoorts. Pijnlijk, veelzeggend, ontwrichtend, en tegelijk verbaast de ontzetting hierover me óók: wie is door dit alles nog echt verrast?

De schrijver sprak verder. Dat hij in de toekomst minder of misschien zelfs geen boeken meer ging schrijven. Dat er belangrijker zaken waren waarvoor hij zich wilde inzetten: gelijkheid, veganisme, klimaat. Hij maakte zwierige armgebaren bij die drie laatste woorden; als hij al boosheid voelde, hield hij die behendig verborgen. Hij hield zijn hoofd iets schuin en bleef me maar aankijken, alsof hij zich steeds sterker begon af te vragen waarom ik in vredesnaam nog wél wilde schrijven.

De schrijver sprak verder. Dat hij in de toekomst minder of misschien zelfs geen boeken meer ging schrijven

Even later namen we afscheid en toen ik terugliep naar mijn slaapplaats, liet ik de logica van zijn verhaal op me inwerken: hij stelde vast dat de wereld waarin hij werkte onomkeerbaar kromp en besloot daarom iets anders te gaan doen. Heel helder, heel overzichtelijk, maar toch stond zijn houding me ook tegen. Bij het maken van boeken hoorde toch ook iets van onverzettelijkheid te zitten, doorgaan, doorgaan, doorgaan, standvastig volhouden, zelfs wanneer winkels dicht en zalen leeg zijn. Of is dit het soort romantische idee dat artiesten zichzelf voorhouden om de moed niet te verliezen? Ik dacht aan een zinnetje dat ik recent las in de sterke roman De Mitsukoshi Troostbaby Company, waarin Auke Hulst zijn protagonist de staat van de letteren typeert als een verzameling mensen die naar steeds schaarsere lucht happen.

Ik sloeg zijstraten in, nam een omweg, eindeloos wandelde ik door de stad waar alles gewoon open was – om me heen verschenen nieuwe cafés en restaurants, overal was licht en levendigheid. En ik dacht aan wat een uitgever me onlangs vertelde: dat er wegens de papierschaarste en de lange wachttijden bij drukkerijen tegenwoordig vaak preventief grote oplages worden opgelegd – om in elk geval één vreselijk scenario uit te sluiten: dat er vraag is naar een boek waarvan geen exemplaren meer te koop zijn.

Dus wordt er zo veel gedrukt dat er hoe dan ook voldoende aanbod overblijft, terwijl men over het algemeen steeds minder boeken koopt. Ik maakte me er een voorstelling van: almaar meer onverkochte literatuur, spaarzaam papier dat in paperbackformaat ligt te wachten op lezers die reeds zijn afgehaakt, in quarantaine Netflix liggen te kijken, eindeloos op hun mobiel scrollen, demonstreren tegen coronamaatregelen of het klimaatbeleid.

Ik merkte dat ik ondanks de woorden van de schrijver niet somber was geworden. Sterker nog, er was iets strijdvaardigs over mij gekomen

Nog een zijstraat, nog een. Het was een mooie avond, de gesprekken om me heen gonsden, de ruiten van de cafés waren beslagen – en ik merkte dat ik ondanks de woorden van de schrijver helemaal niet somber was geworden. Sterker nog, eenmaal in bed voelde ik me die avond nog aangenaam wakker; er was iets alerts, iets strijdvaardigs over me heen gekomen, wat me vagelijk deed denken aan de middag waarop het manuscript voor mijn tweede boek werd afgewezen (hierover schreef ik al eerder op deze plaats). In razend tempo fietste ik weg bij mijn toenmalige redactrice, om thuis direct mijn tekst te gaan redigeren, en achteraf denk ik vooral: om aan mezelf te bewijzen dat ik niet zomaar opgaf.

Ook nu, ’s avonds in die stad waar alles gewoon nog kon en mocht, klapte ik mijn laptop open. Buiten bruiste de stad en dat zou nog uren zo blijven, de schrijver die ooit heel veel verkocht en tegenwoordig iets minder mengde zich nu wellicht in een maatschappelijke discussie of las verder over klimaatproblemen, in Nederland waren politici samengekomen voor een spoeddebat, en ikzelf? Ik bekeek mijn nieuwe verzameling van verzonnen verhalen, geen idee wie ze ooit gaat lezen, en toch voerde ik minieme detailcorrecties door die eventjes aanvoelden als veruit het belangrijkste wat ik die dag had gedaan.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.