Ook de uitgeverij zal door AI veranderen
Het experiment van VBK om vertalingen naar het Engels te produceren met artificiële intelligentie leverde het uitgeefconcern stevige, maar ook wat kortzichtige kritiek op. Wie denkt dat uitgeverijen zich ver zullen houden van AI vergist zich.
Weinig mensen hebben trek in een thriller, roman of jeugdboek geschreven door een computer. Hooguit een keertje uit nieuwsgierigheid. Maar wie weet hoe generatieve artificiële intelligentie werkt, zal ook uit die interesse weinig motivatie halen. De teksten worden gecreëerd door computers te trainen met miljoenen voorbeelden, zodat ze die op basis van statistische relaties tussen woorden kunnen namaken. Wat voor origineels kan daar in godsnaam uit komen?
Natuurlijk zijn zulke boeken er wel. Vanaf het moment dat de large language models achter chatbots geavanceerd genoeg waren, doken handige jongens op de mogelijkheid om argeloze consumenten een paar euro’s uit de zak te kloppen. Het is eenvoudig om met AI een boek te genereren, die van een ISBN te voorzien en te koop te zetten in webshops als van Bol, Bruna of Standaard Boekhandel die nu eenmaal alle verschenen boeken aanbieden. Er zijn altijd mensen die erin trappen.
Achter 1 op de 22 Nederlandstalige titels in de categorie ‘geneeskunde en verpleging’ op Bol.com zat geen mens
Uit onderzoek van het weekblad De Groene Amsterdammer en de Data School van de Universiteit Utrecht bleek dat in april 2024 4,2 procent van alle boeken op Bol die waren verschenen na de introductie van ChatGPT in november 2022, waren geschreven door AI. Het betrof vooral non-fictie. Het ging weliswaar voor het overgrote deel om Engelstalige boeken, maar ook achter één op de tweeëntwintig Nederlandstalige titels in de categorie “geneeskunde en verpleging” zat geen mens.
De kwaliteit van de ruim zesduizend gevonden titels is bedroevend. Wie onwetend een door de computer geschreven boek had gekocht en vervolgens een recensie achterliet, was vernietigend. Afgezien van de neprecensies die de auteur of uitgever – uiteraard onder pseudoniem – had geschreven, kregen de boeken vrijwel nooit meer dan twee sterren (op vijf). Het commentaar varieert van “slecht geschreven” tot “veel te veel herhaling van teksten’.
Je zou dus zeggen: reguliere uitgeverijen blijven ver weg van iedere vorm van artificiële intelligentie. Maar zo simpel ligt het niet.
Hulpmiddel
Net als ieder ander bedrijf zal een uitgeverij, om te beginnen, AI inzetten als hulpmiddel voor de meest uiteenlopende taken. Van het schrijven van persberichten voor nieuwe titels tot het opmaken van vergadernotulen: al dat werk kan door de juiste instructies ofwel prompts worden vereenvoudigd. Dat bespaart tijd en dus geld. De mogelijkheden niet benutten zou hetzelfde zijn als veertig jaar geleden weigeren te automatiseren, of – langer geleden – elektriciteit aan te leggen.
© Wikimedia Commons
Dat gaat verder dan de buitenwereld zich misschien realiseert. Ook voor taken die heel specifiek bij een uitgeverij horen, is AI zinvol. Zo heeft Maven Publishing, dat zich specialiseert in “het toegankelijk maken van wetenschappelijke kennis over menselijk gedrag”, de AI-assistent “Sylvia”, die alle teksten bekijkt en verbeterd. En “Debbie Debunker” die helpt bepalen wat wel of niet wetenschappelijk is aan de inhoud van aangeboden of te publiceren boeken.
Net als ieder ander bedrijf zal de uitgeverij ook de commerciële kansen onderzoeken die nieuwe ontwikkelingen bieden. Inmiddels zijn daar enkele interessante voorbeelden van op de Nederlandstalige markt. Zo heeft datzelfde Maven “AI-boeken” gemaakt van uitgaven als Help, ik heb een puber! van Kluun, Mind gym van Wouter de Jong en zelfs Nexus van Yuval Noah Harari. Van Duuren Media heeft “chatboeken” van uitgaven als AI voor senioren gelanceerd.
Beide producten werken in essentie hetzelfde: een chatbot is getraind op het boek, zodat lezers daarover vragen kunnen stellen – om de inhoud toepasbaarder te maken voor je persoonlijke situatie, bijvoorbeeld. Het verschil is hóé je een vraag stelt. Bij de uitgaven van Maven kun je communiceren met de chatbot via Whatsapp. “Alsof je de auteur op speed dial hebt”, adverteert de uitgeverij dan ook. Bij de uitgaven van Van Duuren Media kun je met je vragen terecht op een speciale webpagina.
Ook de commerciële propositie is anders. Wie na lezing van Nexus nadere toelichting wil vragen aan de Israëlische historicus, moet eerst het AI-boek aanschaffen voor 9,99 euro – feitelijk een telefoonnummer plus een tegoed van tweehonderdvijftig vragen. Wie na lezing van AI voor senioren specifiekere of aanvullende informatie wil, kan dat – na registratie van je aankoopbewijs – gratis doen via een website. Van Duuren Media verdient zijn investeringen terug door het boek zo’n vijf euro duurder te maken. Het informatieve boek is informatiever geworden, zo luidt de rechtvaardiging daarvoor.
De tijd zal uitwijzen of hier een markt voor is.
Creatief werk met AI
Nu zijn deze nieuwe producten stuk voor stuk afgeleiden van bestaande boeken die zijn geschreven door echte auteurs. AI heeft in wezen alleen iets mogelijk gemaakt voor iedereen wat voorheen alleen beschikbaar was voor wie het lef had de auteur een brief te schrijven of een vraag te stellen tijdens een lezing. Aan het genereren van geheel nieuwe titels wagen reguliere uitgeverijen zich niet. Daarvoor worden chatbots te weinig tot creativiteit in staat geacht.
Dat wil niet zeggen dat er niet wordt geëxperimenteerd. Een van de auteurs die daar voor uit is gekomen, is Bob van Duuren – inderdaad, de eigenaar van Van Duuren Media die zelf tientallen softwareboeken heeft geschreven. Zijn boek Hallo, ik ben ChatGPT uit 2023 heeft hij gemaakt via prompts aan de chatbot, die hij telkens heeft bijgesteld om het gewenste resultaat te krijgen. Uiteindelijk werd zo 70 tot 80 procent van de tekst gegeneerd, schatte hij zelf.
Het interessantst zijn de ontwikkelingen op het gebied van taken waarvoor een zekere mate van creativiteit nodig is
Maar dat is non-fictie die nadrukkelijk bedoeld is om lezers kennis bij te brengen. Voor fictie geschreven door AI is het in de reguliere uitgeverij echt nog te vroeg – ook al zou de auteur zelf achter de instructies zitten. Al is het best voor te stellen dat er voor teksten waarbij verbeeldingskracht, oorspronkelijkheid of een persoonlijke stijl minder van belang is, naar AI wordt gegrepen. Denk aan het formulewerk van sommige romance- of thrillerschrijvers.
Het interessantst zijn daarom op dit moment de ontwikkelingen op het gebied van taken waarvoor wel degelijk een zekere mate van creativiteit nodig is: het maken van omslagen, het voorlezen van audioboeken, of het vertalen van boeken. Kan een uitgeverij dat werk straffeloos aan een computer overlaten? Of gaat er met AI onherroepelijk iets van de kwaliteit en oorspronkelijkheid en dus aantrekkingskracht voor de consument verloren?
Wat betreft de eerste twee taken zijn uitgevers betrekkelijk probleemloos begonnen de mogelijkheden te testen. Het verschil tussen een goed en een slecht omslag werd toch al door maar een beperkte groep consumenten gezien. De bedrijven die diensten verlenen aan zelfpublicerende auteurs, konden daarom probleemloos templates aan hun klanten aanbieden. Het gebruik van AI-software voor het genereren van unieke omslagen is zo bekeken alleen maar een stap vooruit – omdat een auteur niet meer hoeft te kiezen uit een beperkt aantal templates, maar iets specifiekers en uniekers kan genereren.
Dat heeft interessante resultaten opgeleverd. Een voorbeeld is het omslag van Een koningsdrama van Bob Duijvestijn dat dit jaar bij uitgeverij Verloren uitkwam. Dit boek gaat over het huwelijk van Willem I met Henriette d’Oultremont. Beiden staan op het omslag. Maar omdat er van de gravin geen schilderij in kleur bestaat, zou een afbeelding van beide hoofdrolspelers een raar beeld opleveren. AI heeft toen de bestaande zwart-wit tekening bewerkt tot kleurenschilderij.
Iedereen kent inmiddels ook de mogelijkheid om op de sites van krantenartikelen te laten voorlezen. En al bevinden die stemmen zich nog in de uncanny valley (naar het ongemakkelijke gevoel dat de gerobotiseerde klank geeft), het zorgt er toch voor dat luisteraars er al zo aan gewend zijn geraakt dat uitgevers – nu de kwaliteit van met AI gesynthetiseerde stemmen in snel tempo verbetert – het ook aandurven audioboeken kunstmatig te laten inspreken.
Het is nog wel te vroeg om te zeggen wat de consument ervan vindt. Uitgeverij Boekerij bracht Vader op komst van Willem Bisseling, dat in 2019 al door de auteur zelf was ingesproken, pas in oktober van dit jaar ook in AI-versie uit. PixelPerfect Publications liet Het rijk te kijk, feiten en fabels uit het dierenrijk van Frits Vaandrager inspreken met een gesynthetiseerde stem van een professionele inspreker, het verscheen slechts een paar dagen voor Vader op komst.
Computervertalingen
Anders is het met automatische vertalingen. Die roepen wél heftig verzet op. Dat bleek toen VBK auteurs vroeg mee te werken aan een experiment om hun commerciële fictie met behulp van AI naar het Engels te vertalen en als e-boek op internationale platforms te exploiteren. De Auteursbond en de Vlaamse Auteurs Vereniging (VAV) waarschuwden hier onmiddellijk tegen. Ondermaatse vertalingen zouden verkoop en reputatie van deze auteurs onherstelbaar schaden.
Toch ligt het experiment van het uitgeefconcern voor de hand. De afgelopen jaren is er als gevolg van verschillende ontwikkelingen zoals de digitalisering van het boek en de populariteit van sociale media als TikTok voor het eerst een wereldwijde boekenmarkt ontstaan. Honderden miljoenen consumenten hebben inmiddels een abonnement op Amazon, Kobo, Storytel of Spotify die allemaal e-boeken en luisterboeken aanbieden. Overwegend in het Engels.
Zelfs Houellebecq-vertaler Martin de Haan stelt vast dat vertaalmachines geen hulpmiddel meer zijn, maar ‘een volwaardige concurrent van de mens’
De Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen die daarvan willen profiteren, moeten hun titels dus in deze taal zien te publiceren. Maar weinig boeken wekken belangstelling bij een Britse of Amerikaanse uitgeverij om de rechten te kunnen verkopen. Zelf een vertaler aan het werk zetten is te kostbaar gezien de te verwachten opbrengsten. De enige optie voor de uitgeverij – én de betrokken auteurs – om extra inkomsten te genereren is dan: computervertalingen.
Ook het verzet van de Auteursbond en de VAV ligt voor de hand. Zij komen op voor hun leden. Maar de argumenten van beide vakbonden zijn erg absoluut: de kwaliteit is ook na één redactieronde per definitie te laag; de kans op reguliere exploitatie in het Engelse taalgebied is daarmee hoe dan ook verkeken; en werken komen gegarandeerd in het onbeschermde digitale domein terecht als je ze door een vertaalcomputer haalt, met alle gevolgen van dien.
Als je de berichtgeving in de media hierover of individuele columns leest, proef je hetzelfde sentiment: een AI-vertaling kan nóóit de moeite waard zijn. Alsof vertaalcomputers niet in rap tempo beter worden. Zelfs Martin de Haan, vertaler van Michel Houellebecq, constateerde recent in de Volkskrant dat vertaalmachines geen hulpmiddel meer zijn, maar “een volwaardige concurrent van de mens”. Sterker: de mens zelf wordt een hulpmiddel die de computervertaling redigeert.
Niet voor literair werk
Het is echter onwaarschijnlijk dat VBK zich door het verzet van het experiment laat afhouden. Het uitgeefconcern is zich bewust van de huidige zwaktes en risico’s van AI-vertalingen. Zo komen literaire fictie en non-fictie nadrukkelijk niet in aanmerking, omdat die mogelijk nog altijd gebaat zijn bij de finesse van menselijke vertalers. Alleen auteurs van genrefictie komen in aanmerking. Ofwel auteurs van boeken waarin minder tussen de regels te lezen is en de stijl tot op zekere hoogte inwisselbaar is.
Ook zijn er waarborgen ingebouwd. De vertalingen krijgen weliswaar niet meer dan één redactieronde en worden nagelezen door native speakers, de auteur behoudt het laatste woord. Hij of zij mag zelf bepalen of de vertaling voldoende kwaliteit heeft. Zo nodig kan de auteur daar eigen deskundigen voor benaderen. Ook wordt het werk auteursrechtelijk beschermd. Het wordt niet gebruikt om AI te trainen of anderszins beschikbaar gesteld aan derden.
Literaire fictie en non-fictie worden buiten het AI-experiment van VBK gehouden
Dat zal genoeg auteurs over de streep trekken om de waarschuwingen van de auteursverenigingen te negeren. Evenmin zullen de volgens VBK “enthousiaste” auteurs vrezen dat ze nooit meer een kans hebben op reguliere exploitatie door een Engelstalige uitgeverij. Juist in de grote Angelsaksische wereld worden auteurs na het succes van in eigen beheer gepubliceerde e-boeken opgevist om in papieren vorm een groter bereik te krijgen. Zie E.L. James en Colleen Hoover.
VBK is van plan nog in 2024 de eerste titels in het Engels te uploaden op relevante platformen en die met bescheiden SEO-marketing en socialemediacampagnes onder de aandacht te brengen. Tot aan de zomer van 2025 moet het aanbod groeien tot “enkele tientallen titels”. En dan is het afwachten. Vinden de tot nu toe onbekende auteurs nieuw publiek? Op welke schaal? Hoe kritisch reageert de consument? En wordt er voldoende mee verdiend?
Daarna is het onherroepelijk wachten op een volgende stap. Wie weet is dat – zeg, in 2027 – een spannend boek, romantische fictie of jeugdroman geschreven door een computer. Een nieuw deel van een bekende serie bijvoorbeeld, waarvan de personages, plotingrediënten en de stijl zo bekend zijn dat je er een chatbot goed op kunt trainen. Een boek ook dat door de vaste redacteur van die serie wordt geperfectioneerd. Of wordt het zo snel al iets baanbrekenders?
Anders dan de algehele teneur van de reacties op het plan van VBK doet vermoeden, zijn er ook auteurs die zich alvast geen illusie maken. “Wat niet is, zal komen”, schreef Ivo Victoria in zijn column voor De Morgen. “Literatuur is mijn liefde en mijn leven maar kunstenaars hebben wel vaker de neiging om de unieke onvoorspelbaarheid van hun creatieve brein te overschatten. Maar alles valt te trainen, dus ook onvoorspelbaarheid. Het ziet er dus slecht uit voor mij.”
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.