Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Je las voor alsof je de trein moest halen’
0 Reacties
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

‘Je las voor alsof je de trein moest halen’

Thomas Heerma van Voss verlaat zijn schrijfkamer en begeeft zich op de sociale media en de literaire podia.

Een kennis van mij bracht twee maanden terug een boek uit bij een zeer gerespecteerde uitgeverij. Zoals dat gaat werd er voor verschijning een afspraak gemaakt tussen hem, zijn redacteur en iemand van de pr-afdeling. Volgens mijn kennis – en ik zie geen reden om aan zijn verhaal te twijfelen – kwam dat gesprek in essentie neer op één vraag, die hem iedere paar minuten in iets andere bewoordingen werd gesteld: “Kun je niet meer met sociale media doen? Valt er niet meer uit sociale media te halen?”

De niet-mediagenieke auteur verkoopt minder dan voorheen

Zoals bekend is een auteur allang niet meer alleen iemand die een hapklare tekst aanlevert waar zijn uitgever vervolgens lezers bij moet zoeken, de auteur is ook iemand die zijn waar zelf aan de man dient te brengen. Gedeeltelijk is dat altijd zo geweest, er zijn genoeg voorbeelden te noemen van vroegere schrijvers die hun boeken behendig onder een groot publiek verspreidden, maar de mogelijkheden zijn ook voor de niet-mediagenieke auteur aanzienlijk groter dan, zeg, twintig jaar terug – terwijl diezelfde niet-mediagenieke auteur, zoveel mag duidelijk zijn, beduidend minder verkoopt dan voorheen.

Mijn kennis valt lastig onder het kopje mediagenieke schrijvers te scharen. En hij heeft een hekel aan alles wat met sociale media te maken heeft; online is hij amper te vinden. Zelfs voor degenen die actief naar hem zoeken. Ik ben er nog steeds niet over uit of ik dat voor hem vind pleiten of vooral vreemd koppig vind.

Zelf heb ik een eigen website en diverse accounts op sociale media: behalve bronnen van prikkels en afleiding zijn Twitter en Instagram toch prettige manieren om op de hoogte te blijven van andermans meningen, om geattendeerd te worden op boeiende stukken, om eigen werk te verspreiden, om jezelf wanneer je de hele dag binnen zit niet al te afgezonderd te voelen. Geen idee wat het effect is als ik iets online plaats. Maar als ik niets doe en mijn boek nergens ook maar noem, voelt dat toch alsof ik er niet mijn best voor doe, alsof ik de hoop bij voorbaat heb opgegeven.

Dit is kort samengevat tevens de reden dat ik, ook soms wanneer er geen geld mee gemoeid is, boekhandels en bibliotheken door het hele land bezoek. Om mezelf het gevoel te geven dat ik me wel maximaal inspan voor mijn werk. Om mensen die dat willen horen te kunnen vertellen over wat ik maak. Om meningen van anderen te horen, om desgewenst voor te lezen, om vragen te beantwoorden, om te luisteren.

Carrousel

Ergens blijft het vreemd hoezeer zulke dingen bij het hedendaagse schrijverschap horen. Online berichten delen. Op pad gaan. Ik ken bijna geen enkele auteur die zich aan deze carrousel onttrekt en uitsluitend schrijft zonder enig publiek spel erbij. Financieel valt dat ook niet vol te houden.

Toen ik negentien was verscheen mijn debuut, en zoals dat gaat kwam daarna een wekenlange stilte en daarna verschenen een paar recensies en daarna volgde nog meer stilte en tenslotte werd ik gevraagd voor wat een ‘optreden’ werd genoemd. Ik moest op een podium plaatsnemen naast collega’s die ik niet kende. Uiteraard had ik daar geen enkele ervaring mee. Mijn antwoorden waren stroef en kort. Het tegendeel van mediageniek, geloof ik. Er werd me gevraagd om voor te lezen – ik verstomde. Hoe deden echte auteurs dat? Was dat eigenlijk niet meer het werk voor professionele acteurs? Ik las zoals ik op school weleens teksten had voorgelezen wanneer een docent mij de beurt gaf, Engelse en Franse regeltjes die we daarna klassikaal moesten ontleden, snel pratend om er vanaf te zijn, niet bezig met de betekenis van de woorden maar alleen met de juiste klank.

Na afloop kon mijn moeder, die op de eerste rij zat, over dit onderdeel niet meer positiviteit opbrengen dan: “Ik verstond alles.”

Een studiegenote zei: “Je las voor alsof je de trein moest halen.”

Sindsdien ben ik iets beter geworden in voorlezen, althans daar kan ik mezelf van overtuigen. Ik neem af en toe een pauze, ik denk iets beter na over welke klemtoon ik leg, en sommige fragmenten ken ik nu gewoonweg door en door. Maar eigenlijk doe ik nog steeds maar wat – zoals met alles om het schrijven heen, wellicht ook met het schrijven zelf. En wanneer straks een nieuw boek van me verschijnt, zal ik dat op Twitter zetten. Uit blijdschap, uit trots, al die tevreden woorden zijn van toepassing, maar toch ook uit pragmatisme: kwaad zal het niet kunnen en hopelijk zullen mensen mijn werk dan iets eerder lezen dan wanneer ik niets deel.

Mijn kennis heeft uiteindelijk overigens wel een Twitter- en Instagram-account aangemaakt. Binnen een week verwijderde hij ze weer. “Het fokt me alleen maar op.” Het is nog altijd wachten op een herdruk van zijn nieuwe boek.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.