Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

In de huisartsenzorg geeft Nederland het voorbeeld dat België vooral niet moet volgen
0 Reacties
© Jonathan Borba / Pexels
© Jonathan Borba / Pexels © Jonathan Borba / Pexels
column
VL ⇄ NL
samenleving

In de huisartsenzorg geeft Nederland het voorbeeld dat België vooral niet moet volgen

De huisartsen in België mogen de noodklok luiden, in Nederland is het met hun werkomstandigheden nog veel dramatischer gesteld. Artsen worden er opgezadeld met almaar meer taken in steeds minder tijd. Investeren in de huisartsenzorg is van levensbelang, betoogt journalist Anouk van Kampen. Daar ligt de basis voor een goede gezondheidszorg.

De huisartsen van België hebben hun kookpunt bereikt. Vorige maand slaakten sommigen van hen in de media een breed uitgemeten noodkreet. Loesia Tryssesoone, intussen twee jaar actief als vaste huisarts in De Panne, was een van hen. In De Standaard getuigde ze: “Het gaat niet zozeer over de hoge werkdruk. Het probleem is dat we geen kwaliteit meer kunnen bieden. We hebben een van de mooiste jobs ter wereld, maar er komt een tsunami op ons af. We zijn vooral bang voor de gevolgen voor de patiënt.”

De cijfers ondersteunen die vrees. Steeds meer huisartsenpraktijken zijn met te weinig voor te veel patiënten. Twee op de drie Vlaamse steden en gemeenten hebben te weinig huisartsen volgens de norm van negen dokters op tienduizend mensen. Zes op de tien huisartsen hebben een patiëntenstop ingelast. Nu al moet 42 procent van de Belgen soms langer dan een dag op een afspraak wachten. Het ontmoedigt met name jonge huisartsen, die vaker stoppen en op zoek gaan naar een andere job. En de patiënt zelf wordt ondertussen steeds minder tevreden over het aanbod.

Huisarts Vjen De Bruycker, opnieuw in De Standaard: “Als het zo voortgaat en als je ziet hoe dat evolueert in andere landen, dan dreigen patiënten straks twee tot vijf weken te moeten wachten op een afspraak.”

Maandenlang op een wachtlijst

Een van de landen waar het al zover is, is Nederland. Ook daar staan de huisartsen onder toenemende werkdruk, zijn er personeelstekorten en duwt de vergrijzing de artsen – en dus patiënten – steeds dieper in de problemen. Die zijn al heel wat verder gevorderd dan in België.

Maken de Belgische artsen zich zorgen over de gemeenten waar het aantal huisartsen onder de negen per tienduizend mensen zakt, in Nederland zijn er gemiddeld 6,7 huisartsen per tienduizend inwoners. In meerdere Nederlandse steden is het tekort zo groot dat inwoners zich bij geen enkele praktijk kunnen inschrijven. Ze komen op een wachtlijst waar ze soms maandenlang blijven staan. Volgens een onderzoek van nieuwsprogramma EenVandaag liep de wachttijd voor niet-urgente klachten in 2022 al op tot twee weken.

Ondanks de tekorten beslist de regering telkens dat huisartsen juist steeds meer te doen krijgen

Al jaren wordt de noodklok geluid, toch lijkt er weinig te verbeteren. Integendeel: ondanks de huisartstekorten beslist de regering telkens dat huisartsen juist steeds meer te doen krijgen. De laatste jaren kregen ze er zorgtaken bij voor jongeren en voor senioren. Die laatste groep moet door bezuinigingen langer thuis blijven wonen. Zorgverzekeraars en huisartsenorganisaties vrezen dat de druk op de ketel de komende jaren alleen maar toeneemt als de problemen en tekorten waarmee artsen vandaag kampen niet worden aangepakt.

De situatie was jaren geleden al nijpend. Dat merkte ik regelmatig voordat ik naar België verhuisde. Een consult bij mijn Nederlandse huisarts duurde hoogstens tien minuten. Ik mocht één vraag stellen, niet meer: daar was geen tijd voor. De enige manier om een arts te zien, was via het inloopspreekuur, waar je in een overvolle wachtzaal maar moest hopen dat je binnen de tijd aan de beurt zou komen. Een normale afspraak moest weken van tevoren worden ingepland. Een doorverwijzing krijgen naar een specialist, daar was heel wat overtuigingskracht voor nodig. Die zijn immers duurder dan huisartsen.

Het is er in de jaren sinds ik vertrok niet veel beter op geworden, als ik mijn vrienden en familie mag geloven. Is een afspraak maken al moeilijk, om een huisbezoek te krijgen moet de patiënt welhaast op sterven liggen. Antidepressiva voorschrijven, nagaan hoe ze aanslaan, de dosis verhogen? Daar is geen psychiater voor nodig, de huisarts houdt het wel in de gaten.

In vergelijking was mijn ervaring in België een frisse wind. In Nederland ben je al snel € 150 per maand kwijt aan een zorgverzekering, plus een jaarlijks eigen risico van bijna € 400. Toen ik zag dat ik in België maar iets meer dan € 20 per kwartaal moest betalen, kon ik het nauwelijks geloven. Helemaal eerlijk is die vergelijking niet: door de in België wat hogere belastingen dragen we allen via een omweg nog meer bij aan de zorgkosten. Toch besteedt Nederland uiteindelijk, ook als we de belastingen meerekenen, meer aan zorg per hoofd van de bevolking dan België. Nederland behoort tot de drie landen met de hoogste zorguitgaven in de EU.

In Nederland was voor de vraag 'En hoe gaat het verder?' nooit tijd

Het zorgniveau dat je er bij de huisarts voor terugkrijgt, staat niet in verhouding. In België kan ik bijna altijd de volgende dag een afspraak inplannen, nooit lijkt de arts gehaast om mijn vraag af te handelen. Als ik mijn probleem uitleg, zie ik tegenover me geen overwerkte man of vrouw die starend naar het beeldscherm zo snel mogelijk een oplossing probeert te vinden, maar iemand die me aankijkt en luistert. “En hoe gaat het verder?” In Nederland was voor die vraag nooit tijd. Ik denk dat tot nu toe élke huisarts in België me de vraag wel gesteld heeft als ik langskwam.

Voor alle duidelijkheid: aan de Nederlandse huisartsen zelf ligt dit alles volgens mij niet. Wel aan een systeem waarin ze verplicht worden in zo weinig mogelijk tijd zoveel mogelijk te doen en zoveel mogelijk geld te besparen.

Door de vergrijzing en de stij­ging van de ge­mid­del­de le­vens­ver­wach­ting kampt de zorg in de westerse wereld met een serieus probleem. Gemakkelijke oplossingen zijn er niet. We moeten bezuinigen, willen we voorkomen dat we tegen 2040 – wanneer een groeiend deel van de bevolking met pensioen is – dubbel zoveel uitgeven aan zorg. Alleen moet die bezuiniging niet komen van de eerste lijn, de huisartsen.

Afgelopen weekeinde besloot de Belgische minister van Volksgezondheid om 55 miljoen extra te investeren in huisartsen. Er komt extra ondersteuning, studenten worden financieel gestimuleerd om in ‘huisartsarme’ regio’s aan de slag te gaan en er komt extra geld voor gepresteerde uren tijdens weekends en op feestdagen. Laat die investering voor Nederland een voorbeeld zijn. De basis voor een goed werkend zorgsysteem ligt bij een huisarts die de tijd en ruimte heeft om te vragen hoe het verder gaat. Die vraag kan letterlijk een verschil van leven of dood zijn.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.