Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Ik heb de hele uitzending op je zitten wachten’
0 Reacties
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

‘Ik heb de hele uitzending op je zitten wachten’

Een televisieredactie belde Thomas Heerma van Voss: hoe dacht hij over Eminem? Na een gesprekje klonk het: ‘Leuk! Ik houd je op de hoogte.’ En toen bleef het stil.

Het was een doordeweekse middag toen ik gebeld werd door een onbekend nummer. “Spreek ik met Thomas Heerma van Voss?”

De vrouw aan de andere kant van de lijn – ze noemde haar naam, maar die ontglipte me direct – had een jonge, energieke stem. Ze stelde zich voor als redactrice van een prominente Nederlandse talkshow, waar ze overwogen een item te maken over Eminem. Wat ik van hem vond? Kende ik zijn werk goed? Hoe schatte ik zijn invloed op de Nederlandse hiphopscene in?

Beknopt maar toch iets enthousiaster dan beoogd gaf ik antwoord. Het was niet voor het eerst dat een televisieredactie me polsend belde, al kon ik me de laatste keer niet meer herinneren en strandde het contact doorgaans al in het stadium van het inventariserende voorgesprek. “Het is duidelijk dat je hier veel van weet”, kreeg ik nu te horen. “Leuk! Ik neem het mee naar de redactie, we willen morgen een item over Eminem doen. Ik houd je op de hoogte.”

Typisch zo’n plan dat bedacht werd door een vlijtige redactrice en vervolgens vrij snel zou worden afgeschoten

Ze liet in het midden of ze mij dan zou uitnodigen, wellicht had ik daar explicieter naar moeten vragen. De rest van de dag probeerde ik niet aan het mogelijke televisieoptreden te denken. Dit leek me typisch zo’n plan dat bedacht werd door een vlijtige redactrice en dat vervolgens vrij snel zou worden afgeschoten. Toch zette ik tijdens het afwassen maar weer eens een album van Eminem op. Ik bewoog mijn hoofd mee met de beats, ik luisterde aandachtig naar de teksten die ik allemaal al uit mijn hoofd kende. Welke oneliners kon ik hierover straks formuleren? Toen ik bij mijn kledingkast stond, betrapte ik mezelf zelfs even op de vraag welk T-shirt goed zou passen op tv, of toch liever een overhemd, een colbertje eventueel?

In gedachten zag ik de tweet van Quinsy Gario al voor me: “Witte man over witte rapper, dat deugt niet.”

De volgende ochtend bleef het stil. Ik ging aan het werk, kon me daar maar half op concentreren. Desondanks appte ik voorzichtig naar de redactrice: of er al iets meer duidelijkheid was?

Ik voegde een smiley aan mijn bericht toe om duidelijk te maken dat ik niet boos of ongeduldig was.

Het duurde lang voor er antwoord kwam. “Ik begrijp het heel goed. Helaas kan ik je nog geen duidelijkheid geven, we zijn er nog niet helemaal uit voor vanavond!”

Een uur ging voorbij, twee uur. Misschien had ik de eer aan mezelf moeten houden en gewoon moeten afzeggen. Dat had ik een enkele keer in het verleden gedaan, bij te vage of onzinnige plannen, en het was me telkens goed bevallen; dan kreeg ik plots een vrije avond cadeau, kon ik doen wat ik maar wilde zonder zenuwen, zonder voorbereiding.

Ongetwijfeld speelde ook ijdelheid mee. Of opportunisme?

Nu zegde ik niet af. Want, zo sprak ik mezelf toe, dit was een onderwerp waarover ik echt iets te zeggen had. Maar ongetwijfeld speelde ook ijdelheid mee. Of opportunisme? De zo uitgekauwde behoefte gezien te worden nu boeken en stukken zelf steeds onzichtbaarder leken? De hoop – tegen beter weten in – dat het er op de een of andere manier voor zou zorgen dat ik een paar extra boeken verkocht?

Uiteindelijk stuurde ik, toen het drie uur ’s middags was en ik nog altijd weinig fatsoenlijks op papier had gekregen, een aftastend bericht naar de redactrice: of er inmiddels al enige duidelijkheid was over de uitzending?

Ditmaal voegde ik er geen smileys aan toe.

Meer en meer voelde het alsof ik mezelf aan het televisieprogramma had aangeboden in plaats van andersom.

Nu kwam er meteen antwoord. “Ha sorry ik had het berichtje naar je getypt maar niet verzonden 😅 lekker snugger.”

Ze was lang bezig met haar tweede bericht, zo stond bovenin ons chatvenster vermeld. “Vandaag gaan we niet voor Eminem, maar we zijn voor volgende week nog wel geïnteresseerd!”

Ik reageerde kalm, zelfs begripvol, uit iets tussen beleefdheid en lafheid in.

Op zaterdag werd ik gebeld door de enige vriend die ik over het mogelijke Eminem-item had ingelicht. “Ik heb de hele uitzending op je zitten wachten”, zei hij. “Waar was je in hemelsnaam?”

Op zondag bleef het stil, zowel van de vriend als van de televisieredactie.

Voor maandag gold hetzelfde, voor dinsdag ook.

Bij mijn volgende boek zal de onvermijdelijke vraag gesteld worden: ‘Ken je toevallig iemand bij de tv?’

Inmiddels zijn we weken verder en het lijkt me een veilige conclusie dat het Eminem-item is komen te vervallen, hoewel ik dat nooit te horen heb gekregen.

Ik probeer me voor te stellen hoe het er op de redactievloer aan toe is gegaan. Op welk moment het idee van een Eminem-item met mij als spreker was geopperd en wat de laatste woorden zijn geweest die aan het plan werden gewijd.

En zo werd ik afgewezen voor iets wat zichzelf aan me had opgedrongen, iets wat ik helemaal niet actief gewild had.

Over twee, drie jaar, als er een nieuw boek van me uitkomt, zal ik zoals gebruikelijk van tevoren samenkomen met de pr-medewerker van mijn uitgeverij. De onvermijdelijke vraag zal gesteld worden: “Ken je toevallig iemand bij de tv? Dat is eigenlijk het enige wat echt helpt, pr-technisch.” Even, hooguit een paar tellen, zal ik denken aan het opgeloste Eminem-item en andere gestrande aanzetjes en ideetjes, en ik zal zeggen: “Ik denk dat we het toch meer van geschreven pers moeten hebben.”

Thomas Heerma van Voss

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.