‘De sterk oprukkende online cancelcultuur leidt bewust en onbewust tot zelfcensuur’
Het vrije woord is wereldwijd in gevaar. Alicja Gescinska, voorzitter van PEN Vlaanderen, en Froukje Santing, haar Nederlandse evenknie, komen op voor de vrijheid van meningsuiting van bedreigde schrijvers en zien dat die ook in de Lage Landen toenemend onder druk staat. ‘Kunst moet kunnen schuren, weliswaar binnen de wettelijke ruimte. Schrijvers hebben de zuurstof van een vrije samenleving nodig.’
Het letterwoord PEN staat voor ‘Poet, Playwright, Editor, Novelist’, maar sinds hun stichting in 1921 groeide die doelgroep aan met vertalers, redacteurs en journalisten. PEN werd opgericht kort na WOI in de hoop dat het vrije woord voor eeuwig zou zegevieren. Die droom klinkt vandaag pijnlijk naïef. Nooit eerder leefden zoveel schrijvers in gevangenschap om wat ze neerpenden. “En vergis je niet, ook in het vrije Westen staat de vrije meningsuiting onder druk”, zegt Alicja Gescinska. “Maar voor we beginnen over onze ‘pijntjes’ in Vlaanderen en Nederland, moeten we goed beseffen dat een boek schrijven over homoseksualiteit, vrouwenrechten of het niet-bestaan van God elders kan eindigen met lijfstraffen, gevangenis en de dood.”
Door de opkomst van autoritarisme is het voor veel mensen een gevaarlijke wereld geworden, bevestigt Froukje Santing. “Internationale solidariteit zit in de kern van PENs missie: op onze literaire festivals ontvangen we schrijvers die kúnnen komen. Maar wat met al die schrijvers die we niet meer lezen omdat hun mond is gesnoerd? Internationaal solidair zijn betekent niet alleen dat we hun naam en werk blijven noemen, maar ook dat we hen op het podium brengen met het iconische beeld van de ‘lege stoel’.”
Hoe werkt dat precies?
Gescinska: “De lege stoel is een traditie van PEN International die PEN Nederland en PEN Vlaanderen in de kern van hun werking hebben geplaatst. Wanneer wij als auteur een podium krijgen, dan nemen we een lege stoel met foto mee. We zeggen voor wie hij die dag symbool staat, vertellen de case en lezen voor uit het werk. We doen er alles aan om te zorgen dat deze mensen niet in de anonimiteit verdwijnen en we volgen ze jarenlang op, tot ze hopelijk vrijkomen.”

Santing: “Je legt de vinger op de juiste plek. Voor schrijvers die de dupe zijn van foute regimes, valt makkelijk te mobiliseren. Maar langzamerhand komt de problematiek in eigen land in ons vizier. De Nederlandse samenleving is misschien net iets gepolariseerder dan de Vlaamse. Een spraakmakend voorbeeld is de Week van de Lentekriebels. De organisator van die themaweek, Rutgers Stichting, ontwikkelt educatief materiaal over seksualiteit en wijst systematisch op de diversiteit van relaties. Vorig jaar maakte een oerconservatieve stichting een zwartboek van kinderboekenschrijvers die volgens hen tegen het traditionele gezin ingaan. Dat was voor Singel Uitgeverijen de brug te ver, want het jaar ervoor had Pim Lammers zich wegens doodsbedreigingen al teruggetrokken als schrijver van het gedicht voor de Kinderboekenweek. Twee onderwerpen liggen tegenwoordig sterk onder vuur, vooral in kinderboeken: het niet-traditionele gezin en de queersamenleving. Singel Uitgeverijen en Querido hebben de guts gehad om een rechtszaak te starten en PEN heeft toen razendsnel een enorm protest op gang gekregen. Het zwartboek werd ingetrokken.”
Een pen kan ook een krachtig wapen zijn en de polarisering voeden. Zijn er grenzen aan het vrije woord?
Gescinska: “Wij verdedigen het principe dat elke mening openlijk uitgedrukt moet kunnen worden, zolang het niet om haat of laster gaat. PEN wil de vrije ruimte vrijwaren en steunt ook schrijvers met wie ze het volkomen oneens is. Neem het voorbeeld van een Turkse schrijver in gevangenschap, Ahmet Altan. Sommigen vonden dat hij de steun van PEN niet verdiende, omdat hij verdacht werd van moreel bedenkelijke praktijken. Toch oordeelde PEN dat die man beschermd moest worden, want wij kijken niet in iemands ziel. Een schrijver hoort niet in de gevangenis wegens zijn schrijven.”
Alijca Gescinska: ‘Ook schrijvers met wie we het volkomen oneens zijn, zullen wij steunen. PEN wil de vrije ruimte vrijwaren’
Santing: “Als Altan in zijn privéleven strafbare feiten pleegde, is er de rechtbank. Maar het boek dat hij in gevangenschap schreef, moet kunnen verschijnen. PEN is een anti-polariserende organisatie binnen een polariserende wereld waarin iedereen altijd een oordeel klaar heeft.”
We leven ook in een samenleving waarin mensen snel geschokt zijn. Wat doet dat met het vrije woord?
Santing: “Kunst moet kunnen schuren, weliswaar binnen de wettelijke ruimte. Individuen voelen zich gekwetst omdat ze andere waarden en normen hebben, maar in een democratie zijn we nu eenmaal verschillend en schrijvers hebben de zuurstof van een vrije samenleving nodig. Dat moeten we hier beseffen en stevig bewaken, want in landen die onder vuur liggen, is er geen mentale ruimte meer voor fictie. Als je huis gebombardeerd wordt, ga je geen onschuldig liefdesverhaal optekenen. Veel schrijvers zijn chroniqueurs geworden van de hedendaagse samenleving. In dagboeken en brieven documenteren ze hoe het leven verder gaat naast het militaire verhaal.”
Houden Vlaanderen en Nederland er een verschillende kijk op na over wat wel en niet kan?
Gescinska: “Er zijn subtiele verschillen. Neem bijvoorbeeld Herman Brusselmans en zijn gecontesteerde column in Humo (hij schreef dat het beeld van een schreeuwend Palestijns jongetje hem zo woedend maakte dat hij ‘iedere Jood die hij tegenkomt een puntig mes los door de keel wil rammen’, SW). Binnen ons bestuur beoordeelden sommigen zijn uitspraken als schofferend of moreel bedenkelijk, maar tegelijk vonden wij unaniem dat er een grote voorzichtigheid aan de dag moet worden gelegd vooraleer schrijvers voor het gerecht gedaagd worden. Verschillende juridische experten in de vrijheid van meningsuiting gaven snel te kennen dat Brusselmans’ uitspraken – hoe ongemakkelijk ook – binnen de grenzen van de meningsuiting vallen, omdat er geen aansporing tot haat of geweld in zit. Er moet ruimte voor zelfexpressie zijn, om verhalen te kunnen vertellen die ongemakkelijk zijn. Het gevaar van zo’n proces is dat het bredere repercussies heeft voor het denken en spreken van álle schrijvers. Het proces was overigens heel genuanceerd en sprak niet eenduidig over schuld of onschuld. Maar Nederlanders bleken sneller te oordelen dat een grens werd overschreden. Het verschil is de betrokkenheid bij de schuldvraag rond de Holocaust. Antwerpen heeft ook een grote Joodse gemeenschap, maar in Nederland is die sterker vervlochten met de intellectuele schrijversgemeenschap. De vrije meningsuiting is een beweegbare grens, je moet altijd per case oordelen. Buiten de wettelijke verboden is er een grote grijze zone waarover wij het gesprek willen voeren.”
Froukje Santing: ‘Twee onderwerpen liggen tegenwoordig sterk onder vuur, vooral in kinderboeken: het niet-traditionele gezin en de queersamenleving’
Santing: “Daarom ben ik blij dat het uiteindelijk tot een rechtszaak kwam, want daardoor is het ook voor hemzelf duidelijk. Een andere vraag die in de twee regio’s anders wordt beantwoord, is of het drama in Gaza een genocide is. In België schaarden zich in een mum van tijd zo’n vijfhonderd Vlaamse en Franstalige schrijvers achter dat statement. Wij worstelen met onze rol als PEN. Zijn wij een organisatie die van schrijver tot schrijver handelt of die regeringen oproept vrede te sluiten? Na onze late verklaring over Gaza zegden een aantal mensen hun lidmaatschap op, omdat ze vonden dat politiek niet onze rol is. Onze leden blijven daarover verdeeld. Jonge schrijvers tonen zich activistischer, maar de ouderen, een belangrijk deel van onze achterban, willen inzet van schrijver tot schrijver.”
Kan opkomen voor het vrije woord wel apolitiek zijn?
Gescinska: “Wij mogen geen ideologische kleur hebben, maar apolitiek zijn we niet. Een schrijver zit niet gevangen in een vacuüm, maar in een regime dat een impact heeft op het individu. 2024 was een van de bloedigste jaren voor de journalistiek. Er stierven 176 journalisten of mensen die voor de journalistiek werken. In Gaza worden zij doelbewust geviseerd, verdreven en vermoord. Bibliotheken worden aangevallen, de pers kan er niet rapporteren. Dat gaat wél naar de kern van onze werking. Daarom vonden wij het belangrijk met dat struikelwoord ‘genocide’ een signaal te geven. De officiële stempel zal van een internationaal gerechtshof moeten komen, maar wij willen dat woord nu al ernstig nemen. Schrijvers zijn er zich sterk van bewust dat er pas begrip is over een situatie als je er een woord voor hebt.”
Santing: “Wij hebben die discussie ook gevoerd. Sommige van onze leden vinden dat de rol van agressor Hamas wordt veronachtzaamd, terwijl ook zij journalisten en schrijvers de mond snoeren. Het is goed om je uit te spreken, maar er moet wel een balans in die statements zijn. Dat blijkt moeilijk, want zelfs als het strikt gezien misschien geen genocide is, is het ultieme doel toch dat de bevolking gedwongen vertrekt uit dat onleefbare, platgebombardeerde land. PEN Nederland is hier minder eensgezind uitgekomen dan PEN Vlaanderen, maar we zullen deze discussie moeten blijven voeren.”

Gescinska: “Ik ben het met je eens dat de nuance over de rol van Hamas soms ontbreekt. Er zijn in België Palestijnse dichters die bedreigd worden door Hamas omdat ze zich genuanceerd uitspreken over de oorlog. Zij willen een autonoom land, maar zijn tegelijk slachtoffer van Hamas. Het is zeer moeilijk om die stemmen te laten horen.”
Die andere oorlog dan: Oekraïne. Daar worden Russische boeken uit bibliotheken verwijderd en Oekraïense schrijvers die in het Russisch schrijven gecanceld.
Santing: “Rusland wil de Oekraïense cultuur vernietigen, te beginnen met de taal. Dat is deel van de russificatie. Daardoor is het Russisch voor heel wat mensen besmet. Ach, het is zo ingewikkeld. Ik was er in mei 2024, op uitnodiging van PEN Oekraïne, en ik stelde vast dat de straatmuren vol staan met namen en foto’s van mensen die zijn omgekomen aan het front, onder wie schrijvers en dichters. Ik was daar dus niet om hun de les te lezen, wel om solidariteit te tonen. Als de oorlog voorbij is, wil ik graag de dialoog aangaan over hoe het verder moet, ook met de taal. Nu is het belangrijk om de contacten met PEN ginds te onderhouden, zonder harde veroordelingen.”
Gescinska: “Er is niet één oplossing voor ieder. Wij moeten ook oog hebben voor de Russisch-sprekende Oekraïense schrijvers, die eveneens slachtoffers zijn. Een taal weren van podia en boekenrekken gaat in tegen ons charter. Niemand kiest zijn moedertaal of kan zomaar van taal veranderen. Ik ken een Russisch-schrijvende Oekraïense schrijver wiens carrière nu voorbij is. We moeten ieders strijd begrijpen.”
Alicja, onlangs zei je in een column dat niet alleen de vrijheid om een mening te uiten onder druk staat, maar ook om een mening te vormen.
Gescinska: “Vrije meningsuiting wordt spontaan geassocieerd met wat je kan zeggen, maar een mening vormen gaat daaraan vooraf. Daar heb je vrije pers, pluraliteit van meningen, tegenspraak, vraagtekens en vrij onderzoek voor nodig, geen opgelegde waarheid. PEN is dus niet zomaar een organisatie van schrijvers voor schrijvers. Wij zijn de kanarie in de koolmijn, want het vrije woord betreft evengoed de geschiedenisboeken, het onderzoek, het gesprek binnen het gezin. Ik ben ook verontrust door wat gebeurt in de digitale wereld, met de ontwikkeling van AI en de algoritmes van sociale media. We moeten ons afvragen waar jongeren hun wereldbeeld vormen. Vrijheid van spreken is innig verbonden met vrijheid van denken. AI en de beperkende algoritmes maken van ons luie denkers.”
Een andere bedreiging voor de persvrijheid is de machtsconcentratie bij een beperkt aantal mediaconcerns. Hoe kijkt PEN daar tegenaan?
Gescinska: “Enkele maanden geleden werd het Liberties Media Freedom Report gepubliceerd dat de balans opmaakt van de persvrijheid wereldwijd, dus ook in democratieën. Een van de grootste bedreigingen blijkt de mediaconcerns te zijn, die alsmaar groter worden. Mediamonopolies zijn een bedreiging voor het pluralisme. De grote spelers maken onafhankelijke kanalen kapot of slorpen hen op. Redacties slinken of versmelten. Als je vroeger zes buitenlandcorrespondenten had en nu maar drie, terwijl andere kanalen die berichtgeving ook nog eens overnemen of overkopen, dan is de pluraliteit in de berichtgeving gehalveerd. Het concurrentiemechanisme kan een stimulus voor kwaliteit zijn, maar ongelimiteerde concurrentie peuzelt zichzelf en dus ook de kwaliteitsstimulus op.”
Alicja Gescinska: ‘PEN is de kanarie in de koolmijn. Het vrije woord betreft ook de geschiedenisboeken, het onderzoek, het gesprek binnen een gezin’
Santing: “Dat is de reden waarom PEN zich in de Lage landen steeds meer met binnenlandse aangelegenheid zal bezighouden: de democratische rechtsstaat wordt uitgehold. Regeringen die democratisch verkozen zijn, nemen soms antidemocratische maatregelen. In de coronatijd werd in bepaalde landen de berichtgeving over corona wettelijk aan banden gelegd ‘in het landsbelang’. Mensen zijn geneigd dat te accepteren, zogezegd voor een veiliger land. Ook PEN Nederland en PEN Vlaanderen moeten zich verhouden tot oprukkende antidemocratische tendensen. Ik denk aan de sterk oprukkende online cancelcultuur, die bewust en onbewust leidt tot zelfcensuur. Dat heeft ook de zaak Lentekriebels bewezen. Auteurs van kinderboeken denken nu wel drie keer na of en hoe ze ´ongemakkelijke´ onderwerpen behandelen. En niet voor niets kent Nederland nu een meldpunt bedreigde schrijvers. Een breed gedragen initiatief. Ik denk dat we na een eeuw aan het begin staan van een nieuwe oriëntatie, die meer op binnenlandse ontwikkeling gericht zal zijn. Het PEN-handvest is onze bijbel, maar daarnaast zullen we ons telkens moeten verhouden tot nieuwe ontwikkelingen. Dat vraagt meer overleg tussen de PEN-centra.”
Werken PEN Vlaanderen en PEN Nederland vandaag al samen?
Santing: “De auteurs uit ons taalgebied werken met uitgevers over de grens heen, we lezen elkaars boeken en de problematiek waarmee we ons bemoeien, is herkenbaar. Voorts hebben Nederland en Vlaanderen hun eigen achterban en context. We vinden het wel prettig om samen te werken. Als we een buitenlandse gast programmeren, zullen we die niet enkel in Amsterdam laten optreden, maar ook in Antwerpen. Zo bundelen we de financiële middelen. En alvast één uitdaging zullen we in de toekomst helaas delen: de opkomst van antidemocratische krachten.”
Jullie engagement voor PEN komt niet uit het niets. Froukje, jij was zeventien jaar correspondent voor NRC, onder meer in Turkije, het land met de meeste schrijvers in gevangenschap. Alicja, jouw ouders ontvluchtten het communistische Polen. Speelt dat een rol in jullie kijk op vrijheid?
Santing: “Door Turkije ben ik me er nog bewuster van hoe ingrijpend politieke ontwikkelingen kunnen zijn. Een hele generatie groeide er op met alleen het antidemocratische bestel van Erdogan. Een deel van hen heeft geen idee hoe het daarvoor was en dat het ook anders kan. PEN legt niets van bovenaf op; wij kunnen alleen maar ondersteunend zijn, zodat lokale mensen voor hun vrijheid kunnen vechten. Ik wil mij niet opsluiten in Nederland, maar mij verbonden weten met een groter geheel.”
Gescinska: “De vlucht van mijn ouders uit het communistische Polen heeft ook mij gevormd. Vrijheid is de rode draad in mijn werk. Zij is niet vanzelfsprekend, maar verworven en politiek verankerd. En alles wat verworven is, kan verloren gaan: vrouwenrechten, wat we kunnen zeggen in de publieke ruimte, welk onderzoek we voeren. Daarvan is elke vezel in mijn lichaam doordrongen. Mijn engagement voor PEN is dan ook niets minder dan mijn burgerzin uiten, overigens niet voor mezelf, maar voor de wereld.”
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.