literatuur
Vals: het moeras blijft. De queeste naar de werkelijkheid bij Tomas Lieske
(Hans Bogaert) Ons Erfdeel - 2012, nr 2, pp. 100-109
“Lilith lieske (die van didam en zeddam)”, dichtte Lucebert in 1953. Toen Ton van Drunen (°1943) debuteerde met de dichtbundel De ijsgeneraals (1987), bezorgde deze versregel hem de familienaam voor zijn pseudoniem Tomas Lieske. Na nog een poëziebundel en een verzameling poëziekronieken, maakt hij in 1992 zijn prozadebuut met de verhalenbundel Oorlogstuinen, waarvoor hij in 1993 de Geertjan Lubberhuizenprijs kreeg. Inmiddels heeft Lieske vijf romans op zijn naam: Nachtkwartier (1993), Franklin (2000), Gran Café Boulevard (2003), Dünya (2007) en Alles kantelt (2010). Hij werd verscheidene keren genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en mocht die in 2001 voor Franklin in ontvangst nemen. Zijn vijfde dichtbundel Hoe je geliefde te herkennen (2006) werd gelauwerd met de VSB Poëzieprijs 2007. Een van de zwaartepunten van Lieskes werk ligt in de versmelting van verbeelding en werkelijkheid. Hij schept solitaire personages, plaatst hen in de welgedocumenteerde setting van een land in een woelige tijd en gebruikt psychologische aandoeningen of cerebrale stoornissen die de mogelijkheid bieden om de band met de werkelijkheid los te laten.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden