Deel artikel

literatuur recensie

Emy Koopman maakt het logboek van een isolement in ‘De vrouw in de kelder’

23 april 2025 5 min. leestijd

Als het leven te zwaar weegt, kun je je even terugtrekken uit de maatschappij. In haar vierde roman verkent Emy Koopman de vrijheid die zo’n afzondering biedt. Of heeft dat verschuilen toch iets lafs?

Het is een uitgangspunt dat direct nieuwsgierig maakt: een jonge vrouw die zich voor onbepaalde tijd terugtrekt in een souterrain. De ruimte in De vrouw in de kelder van Emy Koopman (1985) is niet zomaar een ruimte, maar een “diep donker hol. Veilig ietwat tochtig donker hol. Holletje.” Het isolement dat verteller Veronica opzoekt – spelend met het uit Charlotte Brontë’s Jane Eyre bekende verschijnsel van the mad woman in the attic – biedt de interessante tegenstelling die zo’n opsluiting oplevert, van isolement enerzijds en vrijheid anderzijds: “Hierbeneden mag ik alles zijn: smerig, gemeen, walgelijk zelfs, of juist hypercorrect, irritant deugdzaam, het truttigste kutje.” De blik van de buitenwereld valt weg.

De vraag hoe dit isolement zo gekomen is, stuwt het verhaal vooruit. Er zijn passages over het aanbrengen van structuur en richting geven aan dit nieuwe leven: “Ik mag het allemaal, maar ik moet mezelf ook kaderen, om niet te overstromen. Zoals deze zinnen: met komma’s en punten.” En: “Het is een klein leven hier, geen leven om over op te scheppen, en juist dat maakt me, gek genoeg, af en toe een beetje trots.” Die worden afgewisseld met herinneringen aan Veronica’s jeugd, waarin de gecompliceerde relatie met haar inmiddels overleden vader Otto centraal staat. Ook krijgen we een inkijk in het leven vóór haar isolement: haar werk als docent beeldende vorming op een middelbare school en haar relatie met Andreas.

De tekst openbaart zich zo nu en dan als een logboek, dat de verteller met enige moeite typt omdat er in haar arm een raadselachtige kramp is geslopen die haar fijne motoriek in de weg zit. Dat is extra lastig, omdat dit het tekenen dwarsboomt: “Als ik wil tekenen, als ik niet kan tekenen, voelt het alsof ik helemaal geen armen meer heb, en alsof er in mijn romp een vogel rondvliegt die er niet uit kan.” Bovendien valt voor haar gevoel een deel van haar identiteit weg: “Ik kan niet meer tekenen. Je handelingen laten zien wie je bent, meer dan wat je beweert, meer dan je overtuigingen. […] Hoelang kun je iets niet doen en het alsnog zijn?” In de roman zijn illustraties opgenomen, gemaakt door Moniek van de Plas, die een holle vorm presenteren met daarbinnen woekerende stengels of tentakels. De vorm van het isolement komt ook herhaaldelijk terug als een gesloten teken, een vierkantje dat de tekst hier en daar onderbreekt.

Veelal praat Veronica tegen een lege pagina, of een stenen ei; een eivormige edelsteen waaraan je spirituele waarde kunt hechten (de vorm zou introspectie uitlokken en negatieve energie absorberen), of die je in je hand kan nemen ter ontspanning, als stressballetje.

Als een ui die we pellen, komen we steeds dichter bij de kern van haar identiteitscrisis

Dan is er nog een raadselachtig gebonk dat in de ongebruikte ruimte (een “bunker”) naast haar op onverwachte momenten klinkt. Wanneer Veronica haar angst overwint en gaat kijken, schiet er soms een schaduw weg. Heeft dit iets te maken met haar overleden vader? Wanneer Veronica later in het verhaal contact legt met de verhuurder, komt er nog een andere mogelijkheid aan het licht. Waarom komt haar vader eigenlijk telkens in haar gedachten terug? “Of er nu wel of niet iets wezenlijks van hem aanwezig is in de bunker, hij is hoe dan ook mijn associaties al aan het sturen.” En waar kwam toch de weerzin vandaan die ze als kind voor haar vader voelde? Dat ze hem niet wilde kussen als hij dat vroeg – “harige wijsvinger tik tik tik tegen rasperige wang, ik die me zo snel mogelijk van mijn taak kweet.”

Veronica stelt zichzelf de vraag: waarom deed ik zo moeilijk? Hoewel er veel herinneringen volgen die deze vraag proberen te beantwoorden, lijkt de oorzaak niet zo duidelijk aan te wijzen, niet terug te voeren op een bepaalde gebeurtenis, maar eerder een kwestie van chemie tussen mensen die wel of niet op elkaar aansluiten (als baby wilde ze al niet graag door haar vader worden vastgehouden). Wel lees je dat het opvliegende karakter van haar vader en de overtrokken reactie op bekers die kinderen weleens omstoten, een diepe indruk hebben gemaakt.

Als een ui die we pellen, komen we steeds dichter bij de kern van deze identiteitscrisis – “De gedachte, al te bekend, die zich in die chaos steeds opnieuw blijft vormen: Ik doe het niet goed.” Tragisch genoeg lijkt er pas voldoende ruimte te zijn ontstaan voor nabijheid in de vader-dochterrelatie, wanneer Otto ernstig ziek is geworden en zich inschikkelijk opstelt: “[…] diezelfde inschikkelijkheid die maakte dat ik eindelijk aan jou kon denken als papa.” Via dit ziekbed van haar vader komt Veronica ook bij haar eigen ziekte uit: baarmoederhalskanker. Door de intensieve behandeling en controles komt haar kinderwens onder druk te staan. Ze wordt voor de keuze gesteld om alleen de baarmoedermond te laten verwijderen of het gehele orgaan. De spanning in haar relatie loopt op. Het gewelddadige incident dat volgt is de climax waar naartoe wordt gewerkt, die veelbetekenend te maken met een stenen ei: ze slaat er haar vriend mee op het hoofd vanuit haar frustratie over het verschil tussen over het wel of niet verlangen naar een kind. De relatie is stuk.

Veel in De vrouw in de kelder wijst op terugtrekken en schuilhouden: van een stenen ei, boomwortels, een vochtige donkere kelder en een lege baarmoeder, tot de anekdote over een octopus: een vrouwelijke octopus verliest een tentakel en trekt zich een paar maanden terug in haar schuilplaats, terwijl haar cellen hun werk doen en een nieuwe tentakel maken. Daarna wordt ze bevrucht en zodra de eieren uitkomen, is zijzelf hevig verzwakt, wordt ze verwond en aangevreten, tot ze zal sterven. Deze anekdote vertoont veel parallellen met het leven van de verteller en de keuzes waarvoor zij wordt gesteld. In afzondering moet er door pijn en gemis heen gewerkt worden, voor het tijd is om iets nieuws te laten groeien.

In haar vierde roman stelt Emy Koopman interessante vragen waar de lezer lang op kan kauwen

In haar vierde roman stelt Emy Koopman interessante vragen waar de lezer lang op kan kauwen: hoe het verleden in het heden kan doorwerken en welke impact een gebeurtenis kan hebben. Even boeiend als de vraag waarom iemand zich afzondert, is misschien wel: “Wanneer verandert verschuilen van iets onschuldigs en prettigs in iets lafs?”

Soms is verteller Veronica wat lang van stof, wanneer ze druk associeert en daar zo nu en dan op reflecteert: “Wat bazel ik, er is niemand anders die dit hoort, die dit leest. Ik moet niet net doen alsof ik communiceer, alsof ik betekenisvolle signalen aan het uitwisselen ben. Dit is geen communicatie, dit is een echo.” Hoewel dat past bij een overdenkend personage dat weinig om handen heeft, krijgt de lezer soms net meer te lezen dan nodig (“We zullen vijf zijn en zeven, of zes en acht.” […] “Het moet een zaterdag zijn, of een zondag.”). Zulke overdaad in een kleine, afgesloten ruimte voelt wat claustrofobisch aan. Die sensatie weet de verteller wel treffend over te brengen, maar dat zorgt met vlagen voor een ongemakkelijk lezen. 

De roman is wel helder en trefzeker waar hij de thematiek van zelfbeschikking aankaart en het lef toont dat nodig is om je terug te trekken uit een maatschappij die zoveel van je verlangt. Als Veronica uiteindelijk haar hoofd naar buiten steekt, voelen we dat er een hoop werk is verricht. De arm lijkt opgeknapt, het mysterieuze gebonk is geduid, de geschiedenis heeft een plaats gekregen: zo’n tijdelijke zelfgekozen opsluiting is zo gek nog niet.

Emy Koopman, De vrouw in de kelder, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2025, 272 p.

Femke Brockhus Keke Keukelaar

Femke Brockhus

Schrijfster

Foto: © Keke Keukelaar

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002b440000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)