Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Heeft hij ieder woord eerst uitgedacht? ‘Munt’ van Richard Osinga
0 Reacties
recensie Boon Literatuurprijs 2024
literatuur

Heeft hij ieder woord eerst uitgedacht? ‘Munt’ van Richard Osinga

Opnieuw levert Richard Osinga een rijke, fraai gecomponeerde roman af die op veel manieren is te lezen. Maar Munt is óók een herhaling van zetten die doet verlangen naar minder gekunsteld proza.

Richard Osinga (53) houdt zijn titels simpel. Van zijn debuut Bor in Afrika (2003) tot zijn voorlaatste roman Arc (2021): het zijn steeds etiketten die in klare taal aangeven waar de handeling om draait. Het debuut behandelt de belevenissen van een Nederlandse diplomaat in Afrika, Arc zet het gelijknamige gen centraal dat een cruciale rol speelt bij het bewaren van herinneringen. Maar achter die eenvoud gaan diepzinnige vragen schuil. Het laatste boek is bijvoorbeeld een wijd uitwaaierend onderzoek naar wat je kunt doorgeven aan je nageslacht.

Het vorig jaar verschenen Munt is geen uitzondering. Het verhaal gaat over precies dat: een munt – of specifieker: een eeuwenoude munt die bij toeval wordt gevonden in het Congolese oerwoud en een beslissende rol speelt in de levens van de personages die Osinga opvoert. En opnieuw weet hij met helder Nederlands en een vernuftig uitgewerkte plot zijn lezers bijna ongemerkt aan het denken te zetten over schijnbaar tientallen kwesties die samenhangen met die munt. En wat die personages daarmee doen.

Wat betekent de munt voor wie? Alleen al voor de twee westerlingen in de roman iets anders. Voor de Gentse professor Koenraads is het een unieke kans om een wetenschappelijke ontdekking te doen die zijn naam voorgoed zal vestigen – al zégt hij dat hij Congo zijn geschiedenis teruggeeft als de munt bewijst dat er ooit een groot en ontwikkeld Bantoe-rijk was. Maar voor de Nederlandse pollenanaliste Eva is de munt weinig meer dan een aanleiding om weg te kunnen van haar thuissituatie, om carrière te maken, om weer eens archeologisch pollenonderzoek te doen.

Andere personages kennen de zilveren munt nog steeds een geldelijke waarde toe. Voor de gids die hem gevonden heeft, betekent het een nieuwe kans op inkomsten. Zonder hem kan de wetenschappelijke expeditie nooit de vindplaats bereiken. Voor zijn nemesis is de munt een waardevolle antiquiteit die hij te koop aanbiedt bij een Chinese inkoper van metalen. En zodra die laatste beseft hoeveel geld de munt waard is, is het voor hem een kans om eindelijk, eindelijk terug te kunnen keren naar zijn thuisstad Shenzhen.

Dat zijn nog niet eens alle perspectieven. Er is ook nog de Congolese overheid, die in wezen niet is geïnteresseerd in de munt of wat die voor de eigen geschiedenis kan betekenen, maar wél een kans ruikt op bijvoorbeeld lucratieve subsidies als het land het onderzoek faciliteert. Ook de Efe, het pygmeeënvolk dat in dat deel van het land in de jungle woont, interesseert de munt niet. Maar zij ondervinden wel de gevolgen als achtereenvolgens de expeditie en een op geld beluste militie van (voormalige) kindsoldaten door hun woongebied trekt.

Osinga voorkomt dat Munt topzwaar wordt. Hij hink-stap-springt van personage naar personage, van verleden naar heden en terug

Deze opsomming zou al genoeg moeten zijn om Osinga’s gave te bewonderen om een verhaal in elkaar te zetten. In interviews naar aanleiding van Munt vertelde hij elke dag niet langer dan twee keer een half uur te schrijven: in de trein naar zijn werk en in de trein terug naar huis, met zijn laptop op schoot tussen de andere forenzen. Het denkwerk is van tevoren verricht. Maar dat is haast niet voor te stellen. Hoe krijgt hij al die perspectieven op zo’n natuurlijke manier in zijn plot? Heeft hij soms letterlijk ieder woord eerst uitgedacht?

Want er zit nog zoveel meer in. Neem een kwestie die hierboven impliciet is aangestipt. Wat zeggen de beweegredenen van de rijke westerlingen om naar Congo af te reizen over de vorm die kolonialisme in de eenentwintigste eeuw heeft aangenomen? Hoe onderstreept de aanwezigheid van de Chinees in een Afrikaans gat de neokoloniale houding van het China van Xi Jinping? En staat het feit dat de munt – mogelijk – niet in Gent, maar in Shenzhen belandt, symbool voor verschuivingen in de wereldeconomie?

Of kijk naar het intro. In nauwelijks meer dan een pagina wordt de mythe geschetst van de god Komba, die de eenzame mens ogen, voeten en handen geeft, waarna de mens zelf initiatief neemt en de god zich teleurgesteld terugtrekt in de hemel. Dat zet je in het vervolg op een heel ander, filosofisch niveau aan het denken over de vraag of de mens, geconcretiseerd in werkelijk alle personages, in staat is zijn lot in eigen hand te nemen. Of dat het lot juist over hem beschikt – alsof een god een geldstuk opgooit: kop of munt?

Het nadenken waartoe Osinga aanzet, krijgt iets facultatiefs. Alsof de auteur zijn lezers een keuzemenu geeft. Wilt u een spannend boek, lees het dan zo

Osinga voorkomt dat Munt topzwaar wordt. Hij hink-stap-springt van personage naar personage, van verleden naar heden en terug, om zo langzaam te onthullen wat Koenraads, Eva, Plamedi, Xiao Wei, Célestin en anderen met elkaar te maken hebben – en aldus gestaag naar een ontknoping toe te werken. De lezer wordt daarom in de eerste plaats voortgestuwd door heel basale vragen als: wat is er aan de hand? Hoe loopt dit af? (Dat het einde niet echt een verrassing kan worden genoemd, doet daar niets aan af.)

Het nadenken krijgt op die manier iets facultatiefs. Alsof de auteur zijn lezers een keuzemenu geeft. Wilt u een spannend boek, lees het dan zo – dat is ook goed. Maar wilt u een maatschappelijk relevante roman over de wereld van vandaag, lees het dan zo. Wilt u een filosofische roman, dan zo. Enzovoorts. Ik stel me er ook een leesclubfestival bij voor zoals uitgeverij Das Mag die soms organiseert: twintig groepen die op dezelfde avond allemaal een ander aspect van de roman tot op de bodem bespreken.

Deze associatie is niet oneerbiedig bedoeld. Het is alleen maar knap als een auteur een boek kan schrijven dat zich zo laat lezen. Maar het geeft de roman ook iets vrijblijvends. Als het over alles kan gaan, is dus niets urgent. Daar komt bij dat deze tot in de kleinste details doordachte roman net als zijn voorganger precies daarom iets gekunstelds heeft. Ook in dit boek worden personages nooit mensen van vlees en bloed. Osinga geeft de meesten wel een persoonlijke achtergrond mee die hen emotioneel zou kunnen kleuren, maar het blijven zetstukken die ergens voor moeten staan in het grote weefsel.

En: na Arc is Munt een herhaling van zetten. De opzet lijkt wel erg op wat Osinga in dat boek deed: meerdere personages op verschillende continenten die cirkelen rond een centraal gegeven en een fragmentarische opbouw met alternerende hoofdstukken die de plot energie geven. Dan kan dit boek nog zo veel diepgang hebben (en natuurlijk heel andere vragen stellen): de verrassing is eraf. Tegen die achtergrond wordt de taal zelf belangrijker. Maar Osinga’s heldere Nederlands maakt dan, door het gebrek aan wat voor opsmuk dan ook, opeens een fletse indruk.

Richard Osinga, Munt, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2023, 288 p.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.