Deel artikel

taal

Geef mij maar Nederlands (of Frans)!

15 december 2025 4 min. leestijd

Welke talen spreken en kennen studenten en docenten in het hoger onderwijs, en hoe staan ze tegenover het Engels als voertaal? Uit het eerder dit jaar verschenen onderzoeksrapport Talen in de Lage Landen blijkt dat studenten in zowel Nederland als België Engels een coole taal vinden die leuk is om te leren. Maar van onderwijs alleen in het Engels zijn weinigen gecharmeerd.

In de twintigste en eenentwintigste eeuw brachten immigranten allerlei nieuwe talen naar Nederland en België, en de status van de schooltalen veranderde: Engels werd op alle onderwijsniveaus steeds belangrijker, ten koste van Frans en Duits. Begin eenentwintigste eeuw kreeg Engels in het hoger onderwijs nog een extra boost toen Nederland en België overstapten naar het bachelor-masterstelsel. Dat leidde tot een toeloop van internationale studenten en tot een grote toename van Engelstalige opleidingen, vooral in de masterfase, en in Nederland meer dan in België. In België zijn namelijk quota voor Engelstalige opleidingen vastgesteld en is bepaald dat Engelse bachelors alleen zijn toegestaan als er ook een Nederlands (Vlaanderen) of Frans (Wallonië) equivalent is.

In beide landen ligt de positie van het Engels in het hoger onderwijs momenteel onder vuur. Het sterkst is dat in Nederland, waar toenmalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf in 2023 het wetsvoorstel ‘Internationalisering in Balans’ (WIB) opstelde, om de toegenomen verengelsing in het hoger onderwijs tegen te gaan. Dat wetsvoorstel werd door de volgende, rechtse regering omarmd als (extra) middel om migratie te beperken en bezuinigingen in het hoger onderwijs door te voeren.

De belanghebbenden

Maar aan welke voertaal geven de direct belanghebbenden, de studenten, de voorkeur? Om daarachter te komen heeft een grote groep onderzoekers van Nederlandse en Belgische universiteiten en hogescholen een enquête opgesteld en verspreid onder studenten en docenten in het hoger onderwijs in Nederland en België. We waren benieuwd of er verschillen in taalkennis en taalhouding bestaan tussen Nederland en Vlaanderen en tussen Vlaanderen en Wallonië. Zo’n vergelijking is nooit eerder gemaakt. De enquête, opgesteld in het Nederlands en Frans, is ingevuld door 1416 studenten (met een gemiddelde leeftijd van 24 jaar) en door 457 docenten (met een gemiddelde leeftijd van 52 jaar).

Uit de enquête blijkt dat de meeste informanten, afhankelijk van hun woonplaats, Nederlands of Frans hanteren als thuistaal en schooltaal. Daarnaast spreken, verstaan, lezen en schrijven verreweg de meeste informanten Engels, zowel studenten als docenten en zowel in het Nederlandstalige als het Franstalige gebied; zie Figuur 1.

Opmerkelijk is het grote verschil in de Franstalige enquêtes tussen het Engels en de overige talen. Weliswaar staat Nederlands op de tweede plaats, maar de beheersing daarvan ligt ver onder die van Engels, en bij studenten (circa 60 procent) fors lager dan bij docenten (meer dan 70 procent). Even opmerkelijk is dat in Wallonië de kennis van het Duits veel geringer is dan in Nederland en Vlaanderen, zowel onder docenten als (nog meer) onder studenten. Uit Figuur 1 blijkt dat in het officieel drietalige België de kennis van Duits en Nederlands in Wallonië veel geringer is dan die van Duits en Frans in Vlaanderen, wat een verrassende conclusie is.

Alle groepen zijn het erover eens: Engels is de leukste taal om te leren, die taal heeft een hoog prestige en geldt als ‘cool’.

Voertaal in het hoger onderwijs

Voor het merendeel van de studenten (89 procent van de Nederlandstalige vragenlijst en 77 procent van de Franstalige) is de eigen moedertaal de voertaal van hun studie in het hoger onderwijs, en daarnaast wordt door de helft van de studenten ook Engels als voertaal wel gehanteerd. Als de moedertaal de voertaal is, zijn de invullers zeer tevreden over de kwaliteit daarvan. Daarentegen zijn ze over de kwaliteit van het Engels als voertaal kritisch.

Maar welke voertaal prefereren de studenten nu? Dat is te zien op Figuur 2. De gegevens op de Nederlandstalige enquête zijn uitgesplitst naar antwoorden uit Nederland en Vlaanderen.

Uit Figuur 2 blijkt dat maar liefst 46 procent van de invullers in Vlaanderen en Wallonië een gelijke verdeling tussen de officiële landstaal en Engels prefereert. In Nederland ligt dat op slechts 24 procent: daar kiest 46 procent voor alleen of zoveel mogelijk college in de landstaal. Slechts een minderheid van alle studenten verkiest alleen of zoveel mogelijk Engelstalig onderwijs, al zijn ook hier opmerkelijke verschillen: in Vlaanderen kiest slechts 5 procent voor een van deze twee opties, tegen 15 procent in Wallonië en 19 procent in Nederland.

Kortom: studenten in de Lage Landen zijn geen voorstander van ‘English only’, en de meesten hechten eraan dat er óók onderwijs in de landstaal wordt gegeven. De antwoorden zijn wellicht mede beïnvloed door de werkvooruitzichten: de meerderheid van de studenten verwacht namelijk een baan te krijgen in eigen land of regio. Daarbij bestaat er wel een opvallend verschil: van de Waalse studenten verwacht slechts 58 procent een baan in de eigen regio, terwijl dat percentage onder Nederlandse en Vlaamse studenten op 77 procent ligt.

Op de vraag of de studenten vinden dat internationale studenten de officiële taal van het land waar ze komen studeren, enigszins moeten leren spreken, antwoordt de meerderheid van de studenten positief, maar er is een groot verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. In Vlaanderen vindt slechts 62 procent dat internationals kennis moeten hebben van de landstaal, tegen 81 procent in Wallonië (en 78 procent in Nederland). Het verschil komt waarschijnlijk omdat Vlamingen gewend zijn aan een meertalige omgeving, waardoor ze gemakkelijk van taal wisselen en er ook plezier aan beleven zich in een vreemde taal uit te drukken.

De balans

Als de studenten het voor het zeggen hebben, blijft de landstaal (Nederlands of Frans) dus een belangrijke of zelfs de belangrijkste voertaal in het hoger onderwijs, en speelt Engels ook een rol, maar niet de hoofdrol en al helemaal niet als monopolist. Dit ondanks het feit dat de kennis van het Engels onder studenten hoog is en de houding tegenover die taal positief is. 

Wie nieuwsgierig is geworden naar de overige bevindingen, kan het complete rapport hier vinden.

Nicoline van der Sijs, Reitze Jonkman, Kathy Rys, Wilbert Heeringa,  Onderzoeksrapport Talen in de Lage Landen Taalhouding, taalkennis en taalgebruik van studenten en docenten in het Nederlandse en Belgische hoger onderwijs, Leiden/Leeuwarden, 2025

Nicoline van der Sijs c Meertens Instituut

Nicoline van der Sijs

emeritus hoogleraar Historische taalkunde van het Nederlands in de digitale wereld aan de Radboud Universiteit en senior-onderzoeker bij het Instituut voor de Nederlandse Taal

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000003b610000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)