Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Ewoud Sanders wint de Taalboekenprijs 2023 met ‘Het n-woord’
0 Reacties
© Rijksmuseum, Amsterdam
© Rijksmuseum, Amsterdam © Rijksmuseum, Amsterdam
recensie
taal

Ewoud Sanders wint de Taalboekenprijs 2023 met ‘Het n-woord’

In Het n-woord gaat journalist en taalhistoricus Ewoud Sanders dieper in op de geschiedenis van die beladen term voor zwarte mensen. Wat in het woordenboek komt en wat daaruit juist wordt weggelaten, blijkt veelbetekenend.

Met Het n-woord. De geschiedenis van een beladen begrip schreef Ewoud Sanders een belangwekkend boek. Eigenlijk is het opmerkelijk dat we zo lang hebben moeten wachten op een boek dat de merkwaardige geschiedenis van dat woord verkent. Het verhaal dat Sanders vertelt, zit namelijk vol bevindingen die verder gaan dan het woord zelf. Praten over het n-woord en begrijpen waar het vandaan komt, confronteert ons onherroepelijk met een eeuwenlange geschiedenis van slavernij, kolonisatie en witheid, en alle gruwel die daarmee gepaard gaat.

‘Taal is niet zwart-wit’, het woord vooraf van Kathleen Ferrier, vond ik daarom wat overbodig. Ferrier vindt het nodig om in de allereerste zin polarisatie, cancelling en wokisme in één adem te noemen en daarbij te suggereren dat wokisme een maatschappelijke bedreiging vormt waar Sanders moedig tegen strijdt. Dat Sanders lef en durf nodig had om dit boek te schrijven, staat buiten kijf. Zijn boek gaat over racisme, een onderwerp dat inderdaad hoogst ontvlambaar is. Maar dat is niet het gevolg van online-woke-activisme, maar eerder van extreemrechtse trollen die zowat overal online terug te vinden zijn, van X (voorheen Twitter) tot de betalende pagina’s van respectabele kranten en tijdschriften toe.

Ewoud Sanders kwam er overigens toe dit boek te schrijven door een vorm van wokisme avant la lettre. Hij begint met een verwijzing naar een actie van de Stichting Eer en Herstel, die er meer dan twee decennia terug mee dreigde de Dikke Van Dale publiekelijk te verbranden indien het n-woord niet zou worden geschrapt. Hoewel ik zo’n schrapping net als Sanders onwenselijk vind, laat staan een boekverbranding, moeten we het strategische belang van zo’n eis in een historische context plaatsen. Die eis van Stichting Eer en Herstel is niet uit de lucht komen te vallen. De stichting, opgericht in 1997, is geworteld in decennia – eigenlijk eeuwen – van strijd voor zwarte waardigheid in de Lage Landen en elders. Hun dreigement moet je in het licht van die geschiedenis plaatsen, in het licht van eeuwen van stemloosheid, vernedering, ontkenning en witte onwetendheid, in het licht van de langere racistische en gewelddadige geschiedenis van het n-woord die Sanders ons kraakhelder voorlegt.

De boekverbranding waarmee Stichting Eer en Herstel dreigde, vond nooit plaats. Toch was hun actie een succes, want ze trok de aandacht. Witte mensen zijn sindsdien langzaamaan wél over het n-woord beginnen te praten en bijna een kwarteeuw later wordt er eindelijk een boek over geschreven, door een witte man. Dat is drie keer raak.

“A riot is the language of the unheard”, zei Martin Luther King drie weken voor zijn dood in 1968. In dit geval was er geen sprake van rellen met brandstichting of plundering. Stichting Eer en Herstel zette evenwel iets in beweging en zorgde ervoor dat iemand met witte geloofwaardigheid eindelijk laat zien wat elke zwarte persoon al lang wist: dat het n-woord nooit een neutraal woord is geweest. In zijn boek lees je namelijk dat het n-woord onverbrekelijk verbonden is met de geschiedenis en verantwoording van de trans-Atlantische slavernij en dat het in essentie gebruikt werd als een synoniem voor “slaaf”.

Sanders geeft bovendien aan – misschien ongewild – dat de vaak onredelijk geachte oproep van Stichting Eer en Herstel helemaal geen bedreiging vormt voor het vrije woord, in tegenstelling tot de erg onhandige en paniekerige reacties van gevestigde instituten die meer begaan zijn met hun eigen reputatie dan met rechtvaardigheid.

Als je dacht dat je zo goed als alles al wist over het n-woord, zal dit boek je hoogstwaarschijnlijk nog heel wat nieuwe dingen leren. Sanders kijkt vooral naar hoe het n-woord gebruikt werd in publicaties door de eeuwen heen, welke samenstellingen er allemaal zijn opgedoken, hoe en waarom die woorden in woordenboeken terechtkwamen en wat dat zegt over de context waarin dat taalgebruik vorm kreeg. Bijgevolg krijgen we veel meer dan alleen een lijst woorden met uitleg, maar krijgen we een geschiedenis van hoe racisme zich nestelt in ons taalgebruik.

Sanders toont daarbij aan dat het minstens even belangrijk is om te kijken naar woorden die niet in woordenboeken worden opgenomen. Zo blijkt het woord “negeropstand” nooit in een woordenboek te hebben gestaan terwijl het woord al vanaf 1750 in gebruik is en tussen 1812 en 1990 ruim duizendmaal terug te vinden is in kranten. Tot slaafgemaakte mensen kwamen immers continu in opstand. Die afwezigheid toont aan hoe koloniale denkbeelden en racisme worden gereproduceerd door verheimelijking. Als je weet hoeveel belang rechters hechten aan woordenboeken als houvast voor hun uitspraken, dan is die weglating verre van onschuldig. Tegelijkertijd staat het beledigende “negerzweet”, dat koffie zou betekenen, wél al sinds 1950 – en dus nog altijd – in Van Dale, terwijl het eigenlijk nooit echt in zwang kwam. Volgens Sanders kan dat woord daarom wel geschrapt worden. Het blijkt immers niets meer dan een wit fantasma.

Er is nog heel veel te ontdekken over ons koloniale verleden en hoe ons taalgebruik daarbij een cruciale rol speelt

Hoewel dit boek geen academische publicatie is, ben ik ervan overtuigd dat Sanders’ boek een referentie wordt. Het is wel jammer dat het boek geen index of literatuurlijst bevat, want Sanders geeft de lezer zin om verder op onderzoek te gaan. Ik denk maar aan hoe hij heel kort aanhaalt dat slaafgemaakten in 1863 niet door Nederland bevrijd werden, maar hun vrijheid zelf moesten afkopen door nog tien jaar langer te werken voor een staat die de voormalige slaveneigenaars financieel zou compenseren voor hun verlies. De tot slaaf gemaakten zelf werden nooit gecompenseerd.

Zoals Sanders zelf aangeeft, is zijn boek slechts een begin, want er is nog heel veel te ontdekken over ons koloniale verleden en hoe ons taalgebruik daarbij een cruciale rol speelt. In die zin ben ik helemaal fan van Sanders’ boek, ook al om de simpele reden dat hij in zijn dankwoord heel even verwijst naar zijn perspectief, naar wie hij is en waarom hij dit boek heeft geschreven. Dat lijkt maar iets kleins, maar het sterkt het betrouwbare karakter van zijn analyse.

Let wel, Het n-woord is geen luchtige non-fictie. Hoewel Sanders een vlotte pen heeft, moest ik af en toe op adem komen. Ik ben het niet gewoon om het n-woord met zo’n hoge frequentie op mij te laten afkomen. Het werd me soms gewoon te veel. Maar dat betekent niet dat ik spijt heb van de tijd die ik aan Sanders’ boek besteedde. Want dit is een belangrijk werk, en het is naar mijn mening niet ondanks maar net dankzij wokisme dat het eindelijk werd geschreven en gepubliceerd.

Ewoud Sanders, Het n-woord. De geschiedenis van een beladen begrip, Prometheus, Amsterdam, 2023, 192 pp.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.