Een storm in een glas water of een nieuw elan voor de dans? Jonge Vlaamse choreografen
(Katie Verstockt) Ons Erfdeel - 1991, nr 4, pp. 555-562
De Belgische dans kent een groot succes in het buitenland - daarvan getuigen internationale prijzen en de internationale aanbiedingen die de Belgische choreografen te beurt vallen. Nochtans kan niet gesproken worden van een \Belgische Golf\" - zoals de media dat doen - omdat het belangrijkste kenmerk van die jonge danskunstenaars hun individualisme is: ze kennen elkaar nauwelijks en ze werken in het grootst mogelijke isolement. De auteur schetst een beeld van de Belgische dansscène, die tot het einde van de jaren zeventig gedomineerd werd door de gevestigde balletten, maar die een totaal nieuw élan kreeg met de doorbraak van Anne Teresa de Keersmaecker, Wim Vandekeybus en Jan Fabre. In die doorbraak is de oprichting van twee biënnale dansfestivals van groot belang geweest: Het Klapstuk in Leuven en De Beweeging in Antwerpen. De auteur schetst het (evolutieve) karakter van de Belgische dans aan de hand van het werk van de drie genoemden, maar benadrukt tevens dat ook het werk van de minder bekenden als Platel, Vanrunxt, Besprosvany, Moussoux en de nieuwe generatie na hen evenzeer de dynamiek en het belang van de Belgische dans uitmaken."
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden