Deel artikel

VL ⇄ NL

Een pijnpunt in de relatie van Vlaanderen met grote broer Nederland

Door Axel Buyse
18 september 2024 8 min. leestijd

Oud-diplomaat Axel Buyse maakte van dichtbij een diepe crisis in de Vlaams-Nederlandse verhoudingen mee. In zijn boek ‘Klein Vlaanderen, groot buitenland’ vertelt hij er op smakelijke wijze over. Een voorproefje.

“Een spruitjeslucht, dat stijgt er op uit dit debat! U schijnt niet te beseffen dat u speelt met de vitale economische belangen van uw meest nabije buurland! Onaanvaardbaar is dit!” Ik maak mij behoorlijk boos, daar buiten de zaal van de Eerste Kamer op het Binnenhof. Een christendemocratische senator heeft mij even met een glimlach op de lippen gevraagd wat ik van het debat over de ratificatie van de Scheldeverdragen vind, dat zopas is onderbroken. De man kijkt mij onbegrijpend, gekwetst aan. “Wat bedoelt u?” Andere senatoren komen rond ons staan.

Het is voorjaar 2008. Het Vlaams buitenlandbeleid wordt aan een harde test onderworpen. Kunnen wij zelfs met ons ‘bovenste, beste buurland’ geen akkoord bereiken over een zaak die voor Vlaanderen van vitaal, strategisch belang wordt geacht? Het verhaal van de relaties met Nederland illustreert meteen hoe belangrijk het voeren van eigen buitenlandbetrekkingen is. Ook anno 2024 zit er nog regelmatig een haar in de boter tussen Vlaanderen en Nederland – over een geflopte sneltramverbinding tussen Hasselt en Maastricht, bijvoorbeeld. Of over Noord-Brabants verzet tegen de Ineos-gaskraakinstallatie en een propyleenfabriek in de Antwerpse haven. Maar Vlaanderen heeft volgens mij geen keus: het moet aan zijn relaties met Nederland volle aandacht besteden, met nog meer subtiliteit en souplesse. Hoe dan ook komen wij makkelijker tot oplossingen sinds ‘Waalse kwesties’, zoals een dispuut over de kwaliteit van het Maaswater, niet meer aan Vlaams-Nederlandse wrijvingspunten worden gekoppeld.

Vlaanderen heeft geen keus: het moet aan zijn relaties met Nederland volle aandacht besteden, met nog meer subtiliteit en souplesse

Op veel hulp vanuit het officiële Nederland heeft Vlaanderen voor zijn langzame emancipatie niet moeten rekenen. Na de formele scheiding in 1839 wou Den Haag voor lange tijd het liefst zo weinig mogelijk met die ondankbare Belgen te maken hebben. Het Vlaamse buitenlandbeleid kreeg vanaf zijn prille ontstaan in de jaren 1970 ook meteen een beladen erfenis door van België. Het ging om problemen ontstaan door de eeuwenlange vervreemding tussen de twee delen van de Lage Landen, en ook door de moeizame boedelscheiding uit het Scheidingsverdrag. Dat sloeg dan op de eerste plaats op strategische verkeersinfrastructuur – de Westerschelde en de verbindingen richting Duitsland.

Veel van die hypotheek is inmiddels gelicht en de diplomatieke contacten met Nederland bieden nu een uitgelezen kans voor het Vlaamse buitenlands beleid om ook in andere gremia serieus genomen te worden. Tussen weinig lidstaten van de EU zijn de relaties en is de samenwerking inmiddels zo intens, als die tussen Vlaanderen en Nederland.

Terug naar de Senaat in 2008. Gerda Verburg, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, wist het voor de onderbreking allemaal ook niet meer. Even dreigde de minister in elkaar te zakken. Geconfronteerd met kritische vragen van de senatoren – ook uit haar eigen meerderheid – keek zij wanhopig in de richting van de ambtenaren die haar moesten ondersteunen. De Nederlandse Eerste Kamer debatteerde over de ratificatie van de vier Schelde-verdragen die Vlaanderen en Nederland eind 2005 plechtig hadden ondertekend. Twee jaar tevoren, was dat al. Het Vlaams Parlement en de Tweede Kamer waren al akkoord gegaan met de ratificatie, maar de Nederlandse senatoren deden moeilijk. Vlaanderen voelde zich onbegrepen. 

Vier verdragen over de toekomst van de Westerschelde ondertekenden de Vlaamse minister-president, Kris Peeters (CD&V), en de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, op 21 december 2005 in de Abdij, het Zeeuwse Provinciehuis in hartje Middelburg. Infrastructuur behoorde inmiddels tot de Vlaamse bevoegdheden en Vlaanderen had zes jaar tevoren op een nieuwe verruiming van de vaargeul van de Schelde aangedrongen, om de grootste containerschepen toegang tot de haven van Antwerpen te garanderen. De Nederlandse overheid ging akkoord, maar met voorwaarden. Er moest meteen ook aandacht besteed worden aan een herstel van de natuurwaarden in het estuarium en aan de beveiliging tegen overstromingen. Nederland had daarbij nog een schuld uitstaan bij de Europese Commissie, wegens het nalaten van natuurcompensaties voor een eerdere verdieping van de rivier. 

Antwerpse havenkringen keken wat sip toen zij over die bijkomende voorstellen hoorden, maar de Vlaamse overheid stemde toe. Ook stroomopwaarts Antwerpen moest de natuur rond de rivier een opfrisbeurt krijgen, en ook Vlaanderen was met langlopende plannen bezig om overstromingen te voorkomen, met hier en daar een dijkophoging, maar vooral door de Schelde bij hoog water meer ruimte te geven, met gecontroleerde overstromingsgebieden.

Het Scheldevraagstuk beheerste jaren de relaties van Vlaanderen met Nederland. Het kwam al eerder even aan bod – het hele project zorgde voor verzet, ja zelfs bij tijden voor oproer, vooral in Zeeland, alle gepolder met belanghebbenden ten spijt. Dat had in belangrijke mate te maken met de foute perceptie aldaar dat de maatregelen in en om de Schelde voor de eigen regio geen enkel voordeel zouden meebrengen. Integendeel: ten bate van Antwerpen zouden honderden hectare vruchtbare poldergrond tot ‘natte natuur’ – lees: ontoegankelijke slikken en schorren – worden herschapen.

Dat het hier om plannen uit de koker van de Nederlandse ambtenarij ging, werd al snel vergeten. De enige Zeeuwse krant, de Provinciale Zeeuwse Courant, schreeuwde moord en brand. Zeeland moest andermaal bloeden voor het arrogante Antwerpen. De eerste week dat ik als Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen in Den Haag in dienst was getreden, begin 2003, had ik van de ceo van een sleepdienst op de Schelde al het verhaal te horen gekregen. Antwerpen, de haven, de stad, de provincie en de Vlaamse overheid hebben geen structurele banden met de provincie waardoor hun levensader loopt. Doe er wat aan, als je je als diplomaat nuttig wilt maken! Anders betalen wij vroeg of laat de prijs.

Gebrek aan kennis

De Zeeuwen waren dus boos. Wat mij tijdens het debat over de Scheldeverdragen in de Eerste Kamer ook kwaad had gekregen, was het pijnlijke gebrek aan kennis van zaken onder de senatoren. Op een enkele uitzondering na, bleek geen senator weet te hebben van het voortraject of begrip op te brengen voor het uitzonderlijke belang voor de Vlaamse en Belgische economie van de akkoorden. Hoe België in elkaar stak, kon hun worst wezen. Dat de verdragen, die voor een belangrijk deel het beheer over de Schelde vanaf de sluizen in Merelbeke tot aan de monding bij Vlissingen/Breskens onder gemeenschappelijk beheer brachten, Nederland inzage gaven in wat er stroomopwaarts de grens zou gebeuren, ontging hun ten enenmale. Iedereen staarde zich blind op het verhaal van de Hedwigepolder die onteigend moest worden en opnieuw aangehecht bij het natuurgebied van het Verloren Land van Saeftinghe. 

Geografie bleek ook niet de sterkste kant van de senatoren. De fractievoorzitter van de liberale VVD wapperde met een handgemaakt plannetje waaruit moest blijken dat de helft van Zeeuws-Vlaanderen aan de golven zou worden toevertrouwd. ‘Waarom onteigenen de Belgen niet aan de overkant, op hun eigen grondgebied?’ riep hij. Onkundig van het feit dat daar zowat het grootste petrochemische complex van West-Europa ligt, met BASF en andere.

Wat mij tijdens het debat over de Scheldeverdragen in de Eerste Kamer ook kwaad had gekregen, was het pijnlijke gebrek aan kennis van zaken onder de senatoren

De zitting eindigde in mineur. Het ratificatiedebat werd sine die uitgesteld. Dat was buiten de Vlaamse minister-president Kris Peeters gerekend. Enkele weken later, op 17 juni, zou in de Ridderzaal van het Binnenhof het nieuwe Benelux-verdrag ondertekend worden, door de premiers en de ministers van Buitenlandse Zaken van België, Nederland en Luxemburg, en door de ministers-presidenten van Vlaanderen, Wallonië, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap in België en de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Peeters bleef rustig in zijn auto wachten aan de grens, op de parkeerplek Hazeldonk, en hij liet zijn pairs ongeduldig in Den Haag zuchten, tot hij, via mij, telefonisch de bevestiging kreeg dat de Eerste Kamer nog voor het reces toch het debat over de Scheldeverdragen zou heropenen. Wat gebeurde, met vrucht overigens.

Met geen enkel ander land heeft Vlaanderen zulke intense en brede relaties als met Nederland. Sinds lang is er uiteraard contact omtrent taal, cultuur en onderwijs. En voor alle Vlaamse bevoegdheden is er geregeld contact. Maar de hele affaire rond de verdieping van de Westerschelde legt een pijnpunt onder de relaties van Vlaanderen met grote broer Nederland bloot. Onbekendheid bij het grote publiek in het Noorden, vaak gekoppeld aan onbegrip en desinteresse.

Toen er onder Geert Bourgeois, als minister verantwoordelijk voor Buitenlands Beleid in de regering-Leterme I, beslist werd in 2005 een eerste Vlaamse Strategienota Nederland op te stellen, koppelde het departement Buitenlandse Zaken daar een bevraging onder het Nederlandse publiek aan vast. Het antwoord was ontnuchterend. Natuurlijk kenden de Nederlanders, academisch gevormd of niet, Vlaanderen. Dat was een andere naam voor België! En, oh ja, er zijn ook Belgen die Frans spreken, maar die wonen in de Ardennen. Overigens best een gezellig volkje hoor, die Vlamingen, met hun taaltje en hun Bourgondische levensstijl! Het klinkt allemaal karikaturaal, maar dat was het zowat. Veel meer kennis over Vlaanderen en België had de modale Nederlander niet – Limburgers en Noord-Brabanders misschien iets meer, maar toch niet veel meer. Als troost werd mij wel verteld dat het ook met de kennis over Duitsland en Frankrijk niet veel beter gesteld was.

Deze passage is ontleend aan het hoofdstuk ‘Oranje boven?’ uit Axel Buyses boek ‘Klein Vlaanderen, groot buitenland’ dat op 20 september bij Uitgeverij Ertsberg verschijnt.  Rond het boek vindt die dag in het Vlaams Parlement een colloquium plaats. Wie wil weten wat de historische wortels zijn van deze crisis in de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen en hoe de Vlaams-Nederlandse samenwerking na dit dieptepunt weer nieuwe dynamiek kreeg, leze Buyses boek.

Axel Buyse

Historicus, oud-diplomaat en journalist

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000027c50000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)