kunst
Een Hamlet om te koesteren. Lanoye versus Shakespeare
(Jürgen Pieters) Ons Erfdeel – 2014, nr 4, pp. 115-117
Traditioneel is Hamlet altijd Shakespeares stuk der stukken geweest. Ironisch genoeg wordt het zelden volledig opgevoerd: een integrale versie zou al gauw boven de vijf uur afklokken en dat is zowel voor publiek als voor acteurs van het goede te veel.
Het is dan ook geen toeval dat de meest gerenommeerde Hamlet-producties van de voorbije decennia grondige bewerkingen zijn van Shakespeares oorspronkelijke tekst. Zowel Peter Brook (Qui est-là?), Robert Lepage (Elsinore) als Robert Wilson (Hamlet: a monologue) hebben in hun memorabele versies van Hamlet de tekst van Shakespeare danig verknipt, dooreengehusseld en hervormd. Daarbij gaven ze overigens niet de indruk dat ze dat moesten doen, omdat het origineel onspeelbaar zou zijn of te weinig homogeen. Integendeel, in elk van de drie gevallen kreeg de toeschouwer de stellige indruk dat de kracht van de bewerking een rechtstreeks gevolg was van de kracht van het origineel. De Hamlets van Brook, Lepage en Wilson waren grootse producties dankzij Shakespeares vernuftige origineel, niet ondanks.
Of we in de toekomst de namen van Tom Lanoye en Guy Cassiers aan dit geniale trio kunnen toevoegen, is een vraag die door theatercritici moet worden beantwoord. Ik heb het in wat volgt enkel over Lanoyes tekst bij de voorstelling, die intussen als Hamlet versus Hamlet werd uitgegeven.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden