Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Droogstoppel was Robert Voûte, toch?
0 Reacties
© Voûte Vereniging / Rijksmuseum, Amsterdam
© Voûte Vereniging / Rijksmuseum, Amsterdam © Voûte Vereniging / Rijksmuseum, Amsterdam
Wie was Droogstoppel?
literatuur

Droogstoppel was Robert Voûte, toch?

Haal Droogstoppel weg, en de dubbelstructuur van Max Havelaar valt uiteen. Maar wie gaat er achter dat onvergetelijke personage schuil? Waar haalde Multatuli zijn inspiratie voor deze makelaar in koffie? Om dat te achterhalen begeven we ons zes artikelen lang in het vrijwel onontwarbare web van feit en fictie dat door de hele roman is gesponnen. In deze eerste aflevering van het Droogstoppel-feuilleton treffen we: Robert Voûte (1810-1871).

Zonder Droogstoppel geen Max Havelaar. Haal de Droogstoppelpassages weg, en de fascinerende dubbelstructuur van Multatuli’s roman valt in stukken uit elkaar. In de Amsterdamse raamvertelling is deze koffiemakelaar de centrale figuur. Binnen de roman als geheel fungeert hij tegelijk als schrijver, verteller, lezer en criticus; en als het mikpunt van Multatuli’s satire en sarcasme. In al die gedaanten verdient hij veel meer kritische aandacht dan hij gewoonlijk krijgt.

Inspirerend is hier hoe Frank Martinus Arion in 1991 zijn Droogstoppelonderzoek heeft aangepakt. Droogstoppels centrale rol in de raamvertelling is volgens hem, dat deze makelaar uit winstbejag de stukken over koffie achteroverdrukt die Sjaalman hem te lezen had gegeven, en zo verleid wordt om zelf een boek over koffie te schrijven. Voor ons lezers is het vermakelijk hoe deze dief dan op de koffie komt, doordat Stern en Sjaalman hun kritische tegeninformatie over Havelaar en de toestanden op Java stiekem weten binnen te smokkelen in het boek dat Droogstoppel schrijft.

Maar aan het eind blijkt: the joke is on us. Want, aldus Arion, zoals Sjaalman Droogstoppel verleidt tot schrijven, zo wordt Droogstoppel de onvergetelijke figuur waarmee Multatuli ons lezers verlokt om zijn boek te blijven lezen, of het nu gaat over koffie of over iets anders.

Het origineel van Droogstoppel

Nu wordt de Amsterdamse raamvertelling door Willem Frederik Hermans gezien als “geheel fictief”. Maar dat is niet zo. Net als voor de bepaald niet fictieve Nederlandsche Handel Maatschappij (NHM) bestaat er ook voor Droogstoppel een antecedent in de werkelijkheid. In 1960 is dit ontdekt door P. Spigt, die op aangeven van Multatuli zelf diens tijdgenoot, de Amsterdamse makelaar in koffie, Robert Voûte (1810-1871), met foto en al heeft weten te identificeren als het origineel van Droogstoppel.

Nogmaals gepubliceerd in 1975, is deze ontdekking, maar zonder de foto, verwerkt in Van der Planks Multatuli-bibliografie van 1987; in de Multatuli-Encyclopedie (1995) van Ter Laan en Keysper; en in Van der Meulens Multatuli-biografie van 2002.

Daarentegen van Spigts vondst geen spoor in Hermans’ De raadselachtige Multatuli (1976); en ook niet in de wetenschappelijke Max Havelaar-editie (1992) van mevrouw Kets-Vree en in Van Waterschoots Multatuli-iconografie uit 2008.

Het was dus na zestig jaar eenvoudig een daad van rechtvaardigheid dat Philip Vermoortel afgelopen voorjaar in zijn Wie is wie in Max Havelaar? Spigts identificatie van Droogstoppel met Voûte opnieuw onder de aandacht heeft gebracht, nu met de foto erbij.

Zuinigheid op het krenterige af

Dit verschaft ons een goed vertrekpunt voor nader onderzoek van Droogstoppel. Hierbij moeten we wel bedenken dat feit en fictie in de Max Havelaar voortdurend vrijwel onontwarbaar door elkaar heen lopen in één grote mengeling van Wahrheit und Dichtung. Droogstoppel zelf is niet fictief, maar zijn adres, Lauriergracht no. 37, weer wel. Want in 1860 was daar helemaal geen nummer 37. En Voûte woonde toen trouwens ook aan de veel deftiger Herengracht.

Tegenwoordig staat er op nummer 37 wel een gebouw, met op de voorgevel de tekst: “Last & Co. Makelaars in koffie”. Daardoor lijkt Droogstoppels firma nu even reëel als de NHM, en die gedachte wordt nog versterkt door de verklaring van Jef Last in z’n autobiografische Zo zag ik Indonesië (1956) dat de Lasten – zijn Amsterdamse voorgeslacht, met hun “typisch hollandse deugden van degelijkheid, bijna pedante accuratesse, zuinigheid op het krenterige af, een sterk verantwoordelijkheidsgevoel en een geweldige werklust” – door Multatuli dus niet toevallig tot compagnons waren gekozen van Droogstoppel. Maar in werkelijkheid had Multatuli de firma Last & Co toen al net zo knap verzonnen als hij later deed met zijn Mainzer Beobachter.

Dit feuilleton zou natuurlijk geen feuilleton zijn als u in de volgende aflevering niet zou leren dat Voûte Droogstoppel niet is.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.