kunst
DE ONONTKOOMBARE WERELD VAN ERIK VAN LIESHOUT
(David Stroband) Ons Erfdeel – 2014, nr 1, pp. 90-101
Erik van Lieshout (Deurne, 1968) heeft in de Nederlandse hedendaagse kunst de naam een enfant terrible te zijn, een rebel die alle regels van goede smaak en goed gedrag aan zijn laars lapt. Zijn werk zit vol geladen visuele energie, geschreeuw, gescheld en gehuil. Veelheid, openheid, het directe, het snelle, brutaliteit en vunzigheid zijn woorden die je op zijn werk kunt plakken. Hij schildert, tekent en maakt collages, hij bouwt installaties waarin hij zijn films toont waarin hij dan ook nog eens een performance opvoert.
Zijn werk wordt na 1992, wanneer hij afstudeert aan de Ateliers ’63 in Haarlem, snel bekend. Vanaf eind jaren negentig stelt Van Lieshout zichzelf meer en meer centraal, eerst in schilderijen en tekeningen, later vooral in films. Hij toont zichzelf zich als een karikatuur van de zoekende en lijdende kunstenaar die altijd praat, vindt en weer weggooit, schreeuwt, huilt en zich grenzeloos laat gaan. Een typerende uitspraak: “Het liefst zou ik één groot ding maken, een project waar al mijn energie in gaat zitten en dat uiteindelijk explodeert in de ruimte. Dat zou mijn ultieme kunstwerk zijn.”
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden