Deel artikel

kunst, VL ⇄ NL

De laaglandse festivals verrassen je elk jaar weer

2 juli 2025 9 min. leestijd

55 jaar Pinkpop, een halve eeuw Rock Werchter, Lokerse Feesten en Festival Dranouter: Nederland en Vlaanderen kunnen bogen op een luisterrijke festivaltraditie. Tot ver in het buitenland worden de laaglandse knowhow en innovatie geroemd. De creativiteit is onmiskenbaar groot. 

Jazz au Chateau in Comblain-la-Tour, in het hart van de provincie Luik, een festival dat tussen 1959 en 1966 grootheden als Nina Simone en Ray Charles ontving, mag met recht en reden worden beschouwd als de grondlegger van de Europese muziekfestivals. Ook Nederland stak vroeg zijn nek uit. In 1967, twee jaar vóór het legendarische Woodstock, had het liefst vier – weliswaar nog overdekte – festivals in de aanbieding: Beatmarathon (Doetinchem), Hai in de Rai (Amsterdam), La HoBloBloe (Den Haag) en Flight to Lowlands Paradise (Utrecht).

Zij mochten dan nog een beperkte houdbaarheidsdatum hebben, in hun kielzog kwamen wel Pinkpop en Rock Werchter, die het intussen al vijf decennia uitzingen aan de absolute top. “Die twee pioniers begrepen al snel hoe je op een professionele manier een festival moet organiseren. Zij hebben een fundament gelegd waar wij met zijn allen veel van hebben kunnen leren”, zegt Robert Swarts vol bewondering. Met zijn boekings-en managementkantoor Friendly Fire, dat hij samen met Rense van Kessel runt, is hij de grote bezieler van Best Kept Secret. Daarnaast is hij ook betrokken bij kleinere festivals als Loose Ends en Headlines.

Gezinsuitstap

Pinkpop en Rock Werchter raakten in de jaren 1970 een gevoelige snaar bij het jonge publiek. Dat snakte duidelijk naar dit soort evenementen in openlucht. Zozeer zelfs dat steeds méér festivals uit de poldergrond rezen en er een heuse festivalcultuur in de Lage Landen opbloeide. Dat leidde tot de bekende boutade dat er nergens ter wereld meer muziekfestivals per inwoner te vinden zijn.

“Daar kunnen ze in andere landen inderdaad enkel van dromen”, meent Debby Wilmsen, woordvoerder van Tomorrowland. “Wij groeien echt in en met die festivalcultuur op. Amerikaanse journalisten zijn stomverbaasd als ik hun uitleg dat gezinnen hun kinderen hier meenemen naar festivals als Dranouter, Antilliaanse Feesten en Cactus.”

“Festivals creëren heel waardevolle herinneringen voor mensen”, weet Robert Swarts uit eigen ondervinding. “Ik kan nu nog steeds het gevoel oproepen dat ik als zestienjarige had toen ik in 1997 voor het eerst Lowlands binnenstapte door de poort. Het was echt wel een andere wereld die ik betrad. Dat gevoel blijf ik koesteren.”

Europees bekroond

De combinatie van vijftig jaar knowhow met een niet aflatend streven naar kwaliteit zorgt ervoor dat de Lage Landen geregeld in de internationale prijzen vallen. Op de European Festival Awards kregen aan Belgische zijde bijvoorbeeld Rock Werchter, Extrema Outdoor, Tomorrowland en recent nog het kleine Gladiolen uit de Antwerpse Kempen de nodige erkenning, en aan Nederlandse zijde onder meer Down The Rabbit Hole en Lowlands.

Robet Swarts: ‘Festivals creëren heel waardevolle herinneringen voor mensen’

“We lopen voorop in de organisatie van evenementen”, zegt Robert Swarts. “Als je in het buitenland festivals bezoekt, dan kom je daar vaak leveranciers uit onze contreien tegen. Het is duidelijk dat we dankzij onze vakkennis goed kunnen omgaan met de grote complexiteit van muziekfestivals. We hebben hier hoge internationale standaarden neergezet.”

In de Lage Landen staan de leveranciers van geluid en licht hoog aangeschreven, maar ook podiumbouwers als Stageco en Coreworks kenden een flinke groei omdat ze wereldwijd aan de slag konden.

Er is behoorlijk wat wisselwerking tussen België en Nederland. “Met Phlippo, een licht- en geluidfirma uit Lier, hebben we een partnership dat ver teruggaat”, getuigt Robert Swarts. “Omgekeerd sturen wij projectmanagers uit naar Live Is Live in Antwerpen. Er is veel wederzijds respect.”

Duidelijke dynamiek

België telt zo’n vierhonderd muziekfestivals, Nederland ruim duizend. Harry van Vliet deed, als professor aan de Hogeschool van Amsterdam, tussen 2015 en 2019 onderzoek naar festivals en beleving in Nederland. Hij zag een duidelijke trendbeuk in 2016. “Tot dan waren er meer dan duizendtweehonderd muziekfestivals in Nederland. Vanaf 2017 kwam het totale aantal niet meer boven de duizendhonderdvijftig uit.” Cijfers van Respons, een Amsterdams onderzoeksbureau, tonen dat in 2024 ruim honderd festivals in Nederland van het toneel verdwenen, terwijl er slechts zesenveertig bij kwamen. Ook in 2025 staat de sector onder druk en verwacht men opnieuw een daling.

“In de jaren die ik onderzocht, was er al een sterke dynamiek in het festivallandschap merkbaar”, vertelt Van Vliet. “Als er een jaar minder festivals waren, wilde dat niet per definitie zeggen dat er minder festivaldagen waren, bijvoorbeeld omdat er relatief meer meerdaagse festivals waren. Ik stelde onder meer ook vast dat meer dan zevenenveertig procent van de nieuwe jaarlijkse festivals vier jaar later niet meer bestond; het ging dan vooral om nieuwe betaalde eendaagse festivals.”

De insiders die ik sprak, maken gewag van een natuurlijke selectie en dito evenwicht. Elk jaar verdwijnen er festivals, maar zien we er ook weer nieuwe boven water komen. Zo zijn er dit jaar in Vlaanderen geen nieuwe edities van Live Is Live (slaat een jaartje over), Rock Ternat en Buikrock, maar is er tegelijk verse bloedtoevoer van Thor Park Live (Genk), Drift (Kortrijk), Magic Island (Wachtebeke) en At Sea (Koksijde), de comeback van Jazz Middelheim in Antwerpen en de eenmalige revival van Marktrock in Leuven.

“Een muziekfestival is een organisch gegeven”, benadrukt Serge Platel, directeur van de Federatie van Muziekfestivals in Vlaanderen. “Zo’n festival bestaat bij de gratie van de bezoekers. In Vlaanderen kunnen we jaarlijks in totaal op zo’n vijf miljoen festivalgangers rekenen. Dat is bijna zoveel als er inwoners zijn, dat is fenomenaal. Alleen al de Gentse Feesten zijn volgens onze schatting goed voor 1,2 miljoen bezoekers.”

Keerzijde van de veelheid is dat de uitdagingen steeds groter worden. Robert Swarts denkt aan de behoorlijke bedrijfsrisico’s: je hebt af te rekenen met externe factoren die soms onvoorspelbaar zijn, zoals de weersomstandigheden. “Je haalt het enkel als je sterk voor de dag kan komen. We verwelkomen elk jaar nieuwe spelers en dat is goed. Die houden ons scherp. Je kunt als festivalorganisator nooit denken dat je de code hebt gekraakt. Zodra je achterover begint te leunen, ben je de wedstrijd al aan het verliezen.”

Nog meer dan de concurrentie op zich, zijn het de evoluerende wensen en verwachtingen van het publiek die festivalorganisatoren vooruit stuwen. Robert Swarts geeft een voorbeeld: “Best Kept Secret is al sinds 2015 cashless. Bij ons betaal je al tien jaar met je bankpas, telefoon of smartwatch. Waarom zou je anno 2025 je publiek nog munten, bonnen of coins aanbieden, als mensen bij de slager op de hoek al sinds jaar en dag gewoon met de bankpas kunnen betalen? Een progressieve en innovatieve houding is belangrijk om je positie in de markt te behouden en verder uit te bouwen”.

Winst niet vanzelfsprekend

De verhoogde veiligheidsvereisten en de opgelegde verduurzaming – denk aan het recyclen van materialen – dwingen festivalorganisatoren tot fikse investeringen. Het mag niet verwonderen dat vooral financiële zorgen sommigen doen afhaken. “Dat de organisatie van een muziekfestival als een winstgevende activiteit wordt beschouwd, is een probleem, als je weet dat de grote meerderheid van de festivalorganisatoren in België een vzw of non-profitorganisatie is”, stelt Serge Platel. “Winst maken is geen vanzelfsprekendheid. Een festival dat drie jaar na elkaar zwarte cijfers kan noteren, is een rariteit.”

“Als een editie uitregent, beland je al makkelijk in de rode cijfers”, vervolgt Platel. “Het is dus zaak een reserve op te bouwen voor als het eens tegenvalt. Daar houdt de belastingadministratie geen rekening mee. Als die ziet dat je een jaar winst hebt gemaakt, dan belast die dat. De vrijwilligersvergoedingen worden overigens niet als kosten aanvaard. Je wordt als festivalorganisator bijna verplicht een vennootschap te worden, terwijl de meesten dat niet willen. Vaak zijn lokale verenigingen het hart dat een festival doet leven.”

Verarming

Achter muziekfestivals van het grootste kaliber – Rock Werchter, Graspop, Tomorrowland – schuilen gezonde commerciële bedrijven, maar dat neemt niet weg dat liefst negentig procent van de Vlaamse markt volledig steunt op de inzet van vrijwilligers.

Platel: “Wij vragen dat de maatregelen voor hun werkbaar blijven. Om de veiligheid op en rond het festivalterrein te garanderen, moeten de festivals in principe een beroep doen op professionele beveiligingsfirma’s. Van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, kregen we jaren geleden de bevestiging dat het mogelijk is om vrijwilligers in te schakelen voor bepaalde bewakingsopdrachten. Voor de festivalsector was dat een goede oplossing. Niet alleen betekent dat voor een non-profitorganisatie een behoorlijke kostenbesparing, omdat de vrijwilligers goed vertrouwd zijn met de locatie, het publiek en de werking van het evenement zijn ze ook goed geplaatst om de taken uit te voeren. In de praktijk merken we echter dat deze aanpak soms actief door de lokale overheden wordt tegengewerkt, wat leidt tot rechtsonzekerheid en frustratie bij organisatoren. We zijn nu in overleg met het kabinet van huidig minister Bernard Quintin om te verkennen of een aangepast statuut mogelijk is voor vrijwilligers in de festivalcontext, gelijkaardig aan dat van de stewards in het voetbal. Als we professionele security moeten betalen, komt het voortbestaan van een groot deel van onze festivals ernstig in het gedrang.”

Serge Platel: ‘Ik zie dat de muziekfestivals zich telkens weer heruitvinden’

In Nederland is de inbreng van vrijwilligers al bijna volledig weggevaagd, waarschuwt Robert Swarts. “Met Best Kept Secret doen wij tijdens het weekend zelf nog wel deels een beroep op vrijwilligers, maar festivals waarbij de kernorganisatie ook op vrijwillige basis werkt, zijn eerder schaars geworden. En dat betreur ik, want zo verliezen we een mooie, waardevolle cultuur.”

Voor die evolutie wijst Swarts op een strenge regelgeving. “Ik sta volledig achter veilige en goed georganiseerde evenementen en we mogen daar als professionals gerust grote inspanningen voor leveren, maar de enorme administratieve rompslomp legt nu een heel hoge drempel. Er moet ruimte blijven voor creatief initiatief. Festivals hebben echt een maatschappelijke functie; ze brengen mensen bij elkaar op het terrein, maar ook binnen een organisatie. In de huidige donkere tijden is de behoefte aan dit soort evenementen groter dan ooit.”

Dure tickets

Een grote uitdaging is de prijzen voor tickets en catering niet verder uit de pan te doen swingen. Daar wordt nu al veelvuldig en luid over geklaagd. “Je merkt toch wel dat festivals onder een vergrootglas worden gelegd”, vindt Debby Wilmsen. “Van mei tot augustus krijg ik continu vragen over hoeveel een biertje op Tomorrowland kost, terwijl je er in het centrum van Antwerpen op een terras evengoed 3,40 euro voor neertelt. We doen ons best om toegankelijk te blijven, maar kunnen ook niet blind zijn voor het kostenplaatje.”

“Het doel van festivals blijft om gelijkgestemde zielen samen te brengen”, stelt Swarts. “Met Best Kept Secret zijn we een aantal jaren geleden begonnen met new generation tickets. Iedereen onder de tweeëntwintig jaar kan tegen een aanzienlijk lager tarief kaarten kopen, omdat we het belangrijk vinden dat die jonge mensen kennis blijven maken met de festivalcultuur. We moeten over de diversiteit van ons publiek blijven waken. Als we daar te weinig aandacht aan besteden, schieten we onszelf op termijn in de voet.”

Stilaan halen muziekfestivals in Oost-Europa, Amerika en de Emiraten hun achterstand in. De internationale concurrentie, die ook uit is op de grootste headliners, neemt toe. Hoe wapenen we ons daartegen?

“Waarmee wij als Tomorrowland het verschil maken, zijn de spectaculaire decors, maar ongetwijfeld ook de prijs-kwaliteitverhouding”, zegt Debby Wilmsen. “Wij trekken buitenlandse fans aan. Die voelen zich hier heel veilig, welkom en aanvaard. Iemand als Hardwell of David Guetta zal je ook elders in Europa aan het werk kunnen zien; alleen met een straffe line-up kunnen wij het niet redden. Het komt erop aan een unieke beleving te garanderen en het gemeenschapsgevoel aan te scherpen. Daarom bieden wij buitenlandse festivalgangers ook reispakketjes aan, zodat ze met een groepje nog verder op pad kunnen gaan.”

Serge Platel roemt de creativiteit van onze festivalorganisatoren. “Ik zie dat ze zich telkens weer heruitvinden. Tegenwoordig tref je op festivalterreinen een wereldkeuken of een comedypodium aan. Elk jaar weer sta ik perplex. De festivals worden steeds beter; het publiek wordt op alle mogelijke manieren verwend.”

Debby Wilmsen: ‘Het komt erop aan een unieke beleving te garanderen en het gemeenschapsgevoel aan te scherpen’

Uit zijn onderzoek trekt Harry van Vliet een positieve conclusie: “Zover ik kan zien heeft het festivallandschap altijd onder druk gestaan. Als het niet van geluidsoverlast kwam, dan wel van de hoge kosten of de verduurzaming. Daar heeft het altijd een antwoord op weten te formuleren. Misschien zijn de ‘bedreigingen’ nu anders, maar ik zie niet in waarom het festivallandschap zich niet opnieuw zou aanpassen. Ook omdat festivals inspelen op een onderliggende behoefte in de maatschappij die niet weggaat. Een antwoord op grote internationale concurrentie zal zeker bestaan uit kleinschalige, authentieke festivals.”

Om onze muziekfestivals en de economie errond verder te verankeren, stelde We Are One World, het bedrijf achter Tomorrowland, onlangs de innovatiecampus Lab of Tomorrow voor. Die verzamelt vierentwintig jonge ondernemingen uit de entertainmenttechnologie. “We zouden graag zien dat de leveranciers uit de Lage Landen wat meer zouden samenwerken”, legt Wilmsen uit. “Nu zit ieder nog te veel op zijn eigen eilandje: de ene is bezig met geluid, de andere met beeld. Uiteindelijk moeten die disciplines toch samenkomen, dus lijkt het ons goed dat we van bij het begin samen de schouders onder projecten te zetten. We willen dat ze als groep aan de buitenwereld tonen wat we allemaal te bieden hebben.”

Inventiviteit heeft de Lage Landen groot gemaakt in muziekfestivals. Om het succesverhaal een vervolg te gunnen, zal dat ook in de toekomst de kern moeten blijven.

 

Peter Van Dyck

Peter Van Dyck

Peter Van Dyck is journalist en tekstschrijver. Tussen 1989 en 2006 was hij muziekjournalist bij het jongerentijdschrift Joepie en het weekblad Knack Focus. Vandaag de dag holt hij niet langer de nieuwste hype achterna, maar bewandelt hij de fijnste paadjes van de popgeschiedenis.

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000038580000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)