“De begeleiders wachten.” Wie kent nog dit zinnetje uit de duivensport? Sedert de verstrengde maatregelen van het najaar in België en Frankrijk is de cultuursector opnieuw beland in een somber straatje. Perspectief is er pas naar de zomer toe. Een aantal cultuurspelers blijft niet bij de pakken zitten. Uit liefde voor de kunst. Anderen springen tijdelijk naar een andere sector.
Er valt wel wat te zeggen over het Franse en Belgische crisisbeleid. Hoe verschillend de landen ook zijn, ze verschillen niet gek veel van elkaar als het gaat over de timing en rigiditeit van de maatregelen. Op een paar dagen na volgen de buurlanden sedert de lente van 2020 elkaars harmonica van vastzetten en loslaten en weer vastzetten.
Next Time
COVID-19 heeft forse klappen gegeven aan de cultuursector. Het grensoverschrijdende NEXT-festival had haar programma af in de zomer. In het najaar kwam het nieuws over de publiekslimiet, vervolgens over de avondklokken. De programmatoren rekenden zich suf, verschoven hun tabellen en gooiden tenslotte de handdoek in de ring, net voor het festival van start zou gaan. Intussen waren de cultuurzalen immers toch al weer gesloten.
NEXT blijft niet bij de pakken zitten. Het festival heeft niet enkel een engagement naar een publiek dat er helaas niet kan zijn, maar vooral ook naar de kunstenaar. Onder het label ‘NEXT TIME’ programmeren de partners van NEXT alsnog de voorstellingen die tijdens NEXT 2020 hadden moeten plaatsvinden. Het festival presenteert in de eerste helft van 2021 een vijftiental dans- en theatervoorstellingen in acht NEXT-huizen.
Een moeilijk voorjaar
De vraag is nog maar of er veel cultuur in binnenruimtes te beleven zal zijn dit voorjaar. Volgens de strategie van België beoogt men – na het inenten van alle prioritaire groepen – vanaf juni pas te starten met het vaccineren van de brede bevolking. In Frankrijk ligt de lat nog iets lager, daar is het objectief dat ‘tegen de zomer’ de chronische patiënten en bejaarden ingeënt moeten raken.
Beleidsmakers zullen in die lange vaccinatieperiode niet gemakkelijk geneigd zijn evenementen in binnenruimtes toe te laten. Je kan dus verwachten dat cultuur opnieuw de buitenruimtes zal moeten opzoeken. De cultuurhuizen zullen opnieuw creativiteit aan de dag moeten leggen, wat ze overigens al ruim hebben gedaan in 2020.
Sommige podiumhuizen stellen al optimistisch zaalconcerten voor. L’Aéronef in Rijsel heeft haar geplande concerten met zittend publiek voor januari uitgesteld, maar je kan tickets kopen voor concerten vanaf februari. In concertclub het Wilde Westen in Kortrijk hopen ze TaxiWars te mogen ontvangen half februari. Optimistisch, zeker omdat men in die maand in België nog maar aan het vaccineren van medisch zorgpersoneel toe raakt. Tenzij TaxiWars een dikke jas wil aantrekken en op het ongebruikte overdekte Kortrijkse evenementenplein Depart XXL in buitenlucht kan gaan spelen.
Verdeelde aanpak musea
De kranten staan momenteel vol met verhalen van Belgische klanten die naar Franse kappers trekken. Maar is er is nog wel een ander bizar verschil in de regelgeving van de buurlanden. In België mogen musea al sedert december de deuren weer openen. Een begrijpelijke maatregel, een museumbezoek is perfect veilig te organiseren, met hanteerbare groepjes op basis van reservaties en met voldoende afstand in de expozalen. Maar in Frankrijk blijven de deuren potdicht. “En attendant de vous revoir…” verwelkomt de website van het LaM haar bezoekers. Het Museum voor moderne kunst, hedendaagse kunst en art brut in Villeneuve d’Ascq had gehoopt half januari te heropenen, maar dat is niet het geval. Idem voor andere grote musea zoals het Paleis voor Schone Kunsten (PBA) in Rijsel. Frustrerend, want de tijdelijke expo’s waren veelbelovend.
De musea gooien dan maar hun aandacht op het digitaliseren van collecties en de online presentatie, iets waar het PBA overigens al jaren mee bezig is.
Dan maar digitaal
Als bezoekers niet mogen komen, dan komt de cultuur naar de huiskamer. In Frankrijk heeft men daar al jaren Arte voor. In België levert men nu ook inspanningen om cultuur naar de gebruiker te brengen.
© Justine Chemay
Zo ondersteunt Cultuurconnect het streamen van voorstellingen. Theatergezelschap Het Nieuwstedelijk liet de voorstelling ‘Vuur’ live streamen naar zorginstellingen. De familievoorstelling ‘Moenieworrienie’ van Collectief Verlof was dan weer te zien in ziekenhuizen, maar ook in een asielcentrum en een centrum voor kinderen met een handicap.
Marieke De Maré capteerde voor Erfgoed Zuidwest verhalen en presenteert die in de podcast Erfgoedmysteries, te beluisteren via Apple Podcast of Spotify. BUDA Kunstencentrum geeft haar gebruikers de kans om art cinema te bekijken thuis. Het Wilde Westen maakte wandelingen met artiesten en organiseerde daarnaast nog een reeks online artist talks.
Met Podium 19 is in België intussen een nieuwe cultuurzender uit de grond gestampt. Zeven grote Vlaamse Kunstinstellingen – Ancienne Belgique, Antwerp Symphony Orchestra, Brussels Philharmonic, Concertgebouw Brugge, deSingel, Opera Ballet Vlaanderen en Kunstencentrum Vooruit – namen het initiatief om voorstellingen te presenteren op het scherm.
En hoe zit het met de artiest?
Tegelijk heerst vandaag ook vermoeidheid bij de cultuurhuizen. Men wil dit voorjaar niet opnieuw belanden in de harmonica van 2020, in het continu plannen en cancellen. Eerst moet er een vooruitzicht zijn.
Sommige huizen in Frankrijk en België verzorgen intussen hun artiesten door het blijven organiseren van residenties of het helpen ontwikkelen van een alternatief aanbod. Dat is broodnodig om aan de slag te kunnen blijven.
Het Vlaamse cultuurbeleid zet voor een groot stuk in op formeel georganiseerde cultuurspelers en schiet daarmee haar initiële doel wat voorbij. De modale artiest hopt immers van project naar project in een freelancestatuut of een ander meer precair statuut, en komt niet in aanmerking voor veel van de steunmaatregelen, zo geeft ook het Vlaamse State of the Arts (SOTA) aan, een collectief dat het opneemt voor de artiesten.
Dat is een discussie die al langer leeft in Frankrijk, waar het statuut van de ‘intermittent’ al langer wordt bevochten. In een aantal Franse huizen komt de artiest eerst. Zo betaalt cultuurcentrum Le Vivat in Armentières haar artiesten en de freelancers verbonden aan een voorstelling tot de laatste euro, ook als de voorstelling moest worden geschrapt. Toen ik er onlangs op bezoek was, waren de freelance technici, van een voorstelling die er die dag normaal had moeten plaatsvinden, samen met de vaste ploeg van Le Vivat de zaal aan het opknappen. Zo bleef iedereen aan het werk. Toen Le Vivat vroeg aan haar publiek of ze de gekochte tickets moest terugkrijgen, was er ook amper iemand die daar op inging.
Licht creëren
Met een voorjaar dat zich twijfelachtig aandient en organisatoren die rijden met de handrem op moeten artiesten zelf op zoek naar zuurstof.
Comedian Steven Mahieu liet het aan zich voorbij gaan en werkt momenteel in de bouwsector. “Ik heb besloten om de laatste 50 zaalshows van de ‘Full Contact Tour’ integraal uit te stellen naar het najaar van 2021. Ik heb geen zin in een mondmasker-bal of in een ander compromis”, laat hij weten op zijn website. Theatertechnicus Alexander Ronsse trok tot begin 2020 Vlaanderen rond met zijn team. Hij moet zich sedertdien behelpen met het omkaderen van streamings. Met een nieuwe zakelijk partner is hij intussen Nibies gestart: pralines in de vorm van steentjes.
Maar pralines maken of in de bouw gaan werken, is niet aan iedereen besteed. Zeker niet aan amateurkunstenaars die het niet om den brode hoeven te doen. Het koor “Voix Si Voix La” uit Wasquehal, onder leiding van Caroline Bem wil blijven zingen. In het voorjaar van 2020 maakten ze al een paar verrassende filmpjes van covers die de koorleden van bij hen thuis inzongen, harmonieën inbegrepen. Op 1 oktober waren ze al blij dat ze weer konden repeteren, handgel, mondmaskers bij de hand en met de nodige afstand. Maar na de drie repetities konden ze weer stoppen. In december brachten ze “La thune” uit van de Brusselse Angele ‘en version confinée’. Op een jaarlijks concert haalt dit koor een paar honderd mensen in een zaal, intussen zijn hun video’s al duizenden keren aangeklikt.
Zingen kon je ook bij de Opera van Lille. “Chantons à la maison” was het programma waarmee je in november en december een dagelijkse zangles kon bijwonen. Sommige deelnemers hebben geluk: zij kunnen binnenkort deelnemen aan de generale repetitie van een opera van Mozart.
En wie er ook blijft zingen, dat is de Rijselse compagnie “On-Off”. Zoals maaltijdkoeriers trokken ze rond in Hazebroek om er met een snorfiets liederen aan huis te brengen.
Exitstrategie
De cultuur- en evenementensector geven aan perspectief te willen. In Vlaanderen durft men al te spreken over zomerfestivals, maar tegelijk wijst men op de vele onzekerheden die er nog zijn. In het Franse parlement stelde de Noord-Franse volksvertegenwoordiger Valérie Six de idee voor van een “groen paspoort”, waarmee gevaccineerde mensen restaurants of culturele evenementen kunnen bezoeken. De Franse cultuurminister Roselyne Bachelot liet intussen weten dat ze er alles aan wil doen om tegen half februari cultuurbezoek weer mogelijk te maken. Zij speelt met de idee om een negatieve test te vragen als toegangsvoorwaarde. Aan FranceInfo geeft ze alvast aan dat de zomerfestivals zouden moeten lukken.