Betül Sefika: Gewassen
Beeldgedicht geïnspireerd door een Ma Sapi-rijsthalm, die rechtstreeks afstamt van rijstzaden die door de slaafgemaakte vrouw Sapali werden meegesmokkeld vanuit Afrika naar Suriname.
www.de-lage-landen.com
Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland
Hoe klinkt het kasboek van een plantage? Waaraan denkt een kwast die werd gebruikt voor bezweringen? Met welke stem spreekt een contract uit de achttiende eeuw? En welk verhaal herbergt Het poppenhuis van schilder Jacob Appel? In deze reeks geven achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs van de Parijse schrijfresidentie van deBuren een stem aan een artefact uit de tentoonstelling Slavernij (Rijksmuseum, Amsterdam).
Beeldgedicht geïnspireerd door een Ma Sapi-rijsthalm, die rechtstreeks afstamt van rijstzaden die door de slaafgemaakte vrouw Sapali werden meegesmokkeld vanuit Afrika naar Suriname.
Shimanto Reza schreef een brief, geïnspireerd door een kaart van de Bocht van Bengalen, getekend omstreeks 1695.
Elsbet De Pauw schreef een gedicht bij het schilderij ‘Het poppenhuis van Petronella Oortman’, geschilderd door Jacob Appel in 1710.
Jordi Lammers geeft in briefvorm het woord aan de Benta, of mondboog, een snaarinstrument dat met tot slaafgemaakten in onder meer Curaçao terecht kwam en daar nog steeds bespeeld wordt.
foto © Marianne Hommersom
Annemieke Dannenberg geeft een stem aan een kwast, gebruikt voor bezweringen, uit de 18e eeuw.
Esha Guy Hadjadj geeft in een kort verhaal een stem aan het schilderij Inspectie van een regiment cavalerie, wellicht door Willem van Hessen-Homburg, geschilderd door Cornelis Troost in 1742.
Voor dit prozagedicht liet Anne Bosveld zich inspireren door Panorama van Kaapstad en omgeving, vanaf de zee gezien uit 1778, dat wordt toegeschreven aan Robert Jacob Gordon.
Johannes Decat geeft in een gedicht een stem aan de turfstreepjes in een kasboek uit 1822 van de plantage Novo Sion in Brazilië.
Emma Wiersma schreef een gedicht bij het Hermann Herbarium uit 1687.
Tessel Veneboer schreef een dialoog bij een portret van Toussaint Louverture. Deze ets werd gemaakt door Govert Kitsen tussen 1776 en 1819.
Jens Meijen schreef een gedicht, geïnspireerd door een contract uit 1706 tussen plantage-eigenaar Jonas Witsen en schilder Dirk Valkenburg.
Anne-Goaitske Breteler schreef een kort verhaal geïnspireerd door een brief die de gezaghebber van Sint Maarten, Johannes Willem van Romondt, op 8 juni 1848 schreef aan de gezaghebber van Curaçao, naar aanleiding van de beëindiging van de slavernij op het Franstalige deel van Sint Maarten.
Pelumi Adejumo geeft een stem aan een halsband uit 1689 met het wapen van Willem III, prins van Oranje-Nassau.
Marie Borremans schreef een gedicht geïnspireerd door een brief van Pieter Mortamer, directeur te Luanda, aan Johan Maurits, geschreven op 31 oktober 1642.
Chris Lomans geeft in zijn tekst een stem aan kapmessen uit begin 19e eeuw, bestemd voor suikerrietplantages.
Ellis Meeusen liet zich voor haar tekst inspireren door de wet van 1863, geschreven door koning Willem III, waarmee Nederland de slavernij in Suriname officieel afschafte.
Bart Decroos geeft in een kort verhaal een stem aan een tekening uit 1708 van Dirk Valkenburg, getiteld Gezicht op molen en kookhuis op een plantage te Suriname.
Babeth Fonchie schreef een gedicht geïnspireerd door een eeuwenoud houten voetblok en bijbehorende ijzeren boeien.