Deel artikel

Lees de hele reeks
kunst column

Zwierig, grappig, gruwelijk: Antwerpenaar Artus Quellinus sierde hartje Amsterdam met expressieve sculpturen

25 juni 2025 4 min. leestijd Gerdien Verschoor

In de zeventiende eeuw tooide de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus het toenmalige stadhuis van Amsterdam met honderden barokke beelden. Gerdien Verschoor zag een spektakel van marmer en brons.

In deze hete zomers bestaat er niets heerlijkers dan een frisse duik nemen in het openluchtzwembad van Almen, een half bos bij mij vandaan. Het geurt er naar de velden en de koeien, het enige dat je hoort zijn je eigen zwemslagen. Maar als je geluk hebt ben je er op het hele uur – en dan hoor je de zeventiende eeuw: een kerkklok van de gebroeders Hemony weerklinkt over het water. Puur geluk: baantjes trekken terwijl je naar iets luistert dat meer dan drie eeuwen oud is. Het gebeier dat het tempo van je zwemslagen bepaalt.

François en Pieter Hemony kregen landelijk bekendheid door de beiaardklokken die ze, in nauwe samenwerking met musicus Jacob van Eyck en uurwerkmaker Jurriaan Sprakel, in Zutphen goten. Daar bouwden ze, met 37 klokken, hun eerste toonzuivere beiaard. Deventer, Enkhuizen, Amsterdam volgden. François besloot zich in Amsterdam te vestigen, Pieter vertrok naar Gent. In zijn Amsterdamse gieterij ging François door met het gieten van beiaardklokken: voor de Domtoren in Utrecht, het Stadhuis in Maastricht, het Paleis op de Dam en zelfs voor het verre Stockholm.

In Amsterdam trof François een bijzondere overbuurman: de uit Antwerpen afkomstige Artus Quellinus. Wie heeft ze met elkaar in contact gebracht? En wie zou er op het idee gekomen zijn? Dat vraag ik me af als ik de tentoonstelling Artus Quellinus. Beeldhouwer van Amsterdam bezoek in het Koninklijk Paleis op de Dam.

Hoog boven de tentoonstellingszalen, op de timpanen van het paleis, staan ze over de stad uit te kijken: zes kolossale gietsels van François Hemony. Quellinus boetseerde de voorbereidende kleimodellen in 1651 en ’52, maar het zou meer dan tien jaar duren voor hij de “copere beelden, die gestelt sullen worden op het stadhuijs”, zou kunnen laten gieten. François, later door Pieter bijgestaan, had de expertise in huis om de prestigieuze opdracht te kunnen aanvaarden.

De bronzen beelden zijn ongeveer 3,7 meter hoog en wegen ieder 3.000 kilo: de Voorzichtigheid, Gerechtigheid, Gematigdheid, Waakzaamheid, Vrede – deugden die ons vandaag goed te pas zouden komen – en Atlas, die de gehele stad overziet. Hemony vervaardigde ze in zijn eigen gieterij aan het Molenpad, tegenover de werkplaats van Quellinus.

Het Amsterdamse stadhuis – dat was de oorspronkelijke functie van wat nu het Koninklijk Paleis is – werd in 1655 geopend. Kosten noch moeite werden gespaard om het door Jacob van Campen ontworpen gebouw macht en orde te laten uitstralen. Het symmetrische ontwerp zou een fantastisch gesamtkunstwerk worden, dat door tijdgenoten wel “’s Werelts Achtste Wonder” werd genoemd. Architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst lieten de glorie van Amsterdam zien. Alleen het beste was goed genoeg. De Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus werd naar de Hollandse hoofdstad gehaald om er met marmeren goden, allegorische figuren, putti, bloemen en ratten honderden verhalen te vertellen.

Maar Quellinus was niet alleen de beeldhouwer van het Amsterdamse stadhuis. De tentoonstelling in Amsterdam vertelt een veel groter verhaal.

Quellinus groeide op in een kunstenaarsfamilie in Antwerpen (zijn vader Erasmus was antycksnyder, een oom van moederskant was Lucas van Uden, een medewerker van Rubens). Later vertrok hij voor zijn studie uiteraard naar Rome, waar hij deel uitmaakte van de Bentvueghels, een nogal losbandige kunstenaarsgroep. Door dit olijke gezelschap werd hij vanwege zijn corpulentie “Corpus” genoemd.

Naast alle gekkigheid bestudeerde hij de beelden die hij in Rome zag serieus. Je kunt het zien in de tentoonstelling: hoe hij zich bijvoorbeeld liet inspireren door de plooival in het gewaad van de antieke Zingarella (“zigeunerin”), een beeld dat hij in Rome had bewonderd. Jaren later zou hij de plooien van haar gewaad bijna letterlijk kopiëren in de Voorzichtigheid die, gegoten door Hemony, op het dak van het stadhuis zou komen te staan.

Terug in Antwerpen bouwde Quellinus aan een oeuvre waarin hij de invloeden uit Italië liet samensmelten met zijn eigen Vlaamse brille. Al snel werd hij bekend tot ver buiten de landsgrenzen. Zijn opdrachtgevers waren kerken (hij maakte altaarstukken, Mariabeelden en preekstoelen) en particulieren (hij hakte grafmonumenten). Tijdgenoten als Thomas Willeboirts Bosschaert en Daniel Seghers schilderden zijn religieuze beeldjes na op hun bloemguirlandeschilderijen.

Voor zijn droomopdracht in Amsterdam verhuisde Quellinus naar de Hollandse hoofdstad, waar hij de titel “stadbeeldhouwer van Amsterdam” mocht voeren. Andersom was hij voor de Amsterdammers een droombeeldhouwer. De hoofdzakelijk protestantse inwoners van de stad moeten met open mond hebben gekeken naar die invasie van zwierige, grappige, ontroerende, en soms gruwelijke marmeren sculpturen die aan de Dam een thuis vonden.

De tentoonstelling neemt je mee langs de werken die Quellinus voor het Amsterdamse stadhuis maakte, maar heeft ook vele bruiklenen samengebracht – vooral uit het Rijksmuseum. Ze brengen de veelzijdigheid van Quellinus’ oeuvre voor het voetlicht: het harde marmer dat zacht lijkt, de “schetsen” die hij maakte in terracotta om aan zijn opdrachtgevers te laten zien, zijn kinderschares van putti.

Quellinus werkte niet alleen voor zichzelf. Zoals hij altijd had opengestaan voor invloeden van buitenaf, zo inspireerde hij zelf weer een jongere generatie. Je kunt het allemaal nog eens bekijken en lezen in de mooi vormgegeven catalogus die zelf wel een beetje op een beeldhouwwerk lijkt, net zo uitbundig als het werk van Artus Quellinus.

De tentoonstelling Artus Quellinus. Beeldhouwer van Amsterdam is tot en met 27 oktober te zien in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. De gelijknamige, door Irma Boom ontworpen catalogus is een coproductie van het Rijksmuseum en het Koninklijk Paleis Amsterdam.

Gerdien Verschoor

auteur en kunsthistoricus

 

Foto © Fjodor Buijs

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002aa00000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)