Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Ze zeggen dat ik geen meid ben’: de schorsing van Foekje Dillema
1 Reacties
© Nationaal Archief - CCO
© Nationaal Archief - CCO © Nationaal Archief - CCO
Olympische Verhalen
geschiedenis

‘Ze zeggen dat ik geen meid ben’: de schorsing van Foekje Dillema

Op 13 juli 1950 werd atlete Foekje Dillema voor het leven geschorst. Omdat ze geen vrouw zou zijn, mocht ze aan geen enkele atletiekwedstrijd meer deelnemen. Het is één van de grootste schandalen in de Nederlandse sportgeschiedenis. Vraag is altijd geweest: in hoeverre had rivale Fanny Blankers-Koen, viervoudig winnaar van olympisch goud in Londen in 1948, er iets mee te maken?

Foekje Dillema werd op 18 september 1926 geboren in het Friese Burum. Ze groeide op in armoede. Haar vader was werkloos en zat verplicht in de werkverschaffing. Foekje ging na de lagere school direct aan het werk als huishoudelijke hulp. Op haar twaalfde begon ze met hardlopen.

Op 13 juni 1948 schreef De Leeuwarder Courant over haar officiële atletiekdebuut. Ze won de 100 meter dames-D met enorm machtsvertoon in 13 seconden. In de serie had ze al 12.8 seconden gelopen. Het nationale record van 11,7 seconden was toen in handen van Fanny Blankers-Koen. In de maanden erna werd de ene overwinning na de andere beschreven, net als haar onwaarschijnlijk snelle opkomst: “Foekjes lopen imponeerde. Het was krachtig, beheerst en stoer, én snel!” Een kleine maand erna liep de Friezin de 100 meter in 11,9 sec. “Fanny Blankers-Koen heeft zo gaandeweg in Foekje Dillema een serieuze bedreigster gekregen”, klonk het.

Vreugde in Friesland

In precies twee jaar was Foekje bijna een seconde sneller geworden op de honderd meter. Voorzitter Eppinga van het atletiekdistrict Friesland was hier blij mee: “Deze successen hebben momenten van vreugde in onze harten gebracht en tevens de publieke belangstelling beduidend vergroot.”

Fanny Blankers-Koen, de viervoudige olympisch kampioene van 1948, was minder verheugd. Ze probeerde haar nieuwe rivale zoveel mogelijk te ontlopen. Op 13 mei 1950 schreef De Leeuwarder Courant dat Blankers-Koen zich niet had ingeschreven voor een nationale wedstrijd op de 200 meter. “Fanny wil blijkbaar eerst nog even de kat uit de boom kijken.”

In juni 1950 was de Olympische Dag, waar Foekje en Fanny allebei aanwezig waren. Maar er was geen directe confrontatie, omdat de Amsterdamse op de 100 meter liep en Foekje de 200 meter. Ze waren allebei oppermachtig op hun afstand, maar Foekje werd wél de winnaar van de dag, want ze had het nationale record van Fanny afgenomen. “Zonder onderlinge strijd had Foekje Dillema in het gevecht tegen het horloge Fanny Blankers-Koen een nederlaag bezorgd”, ronkte De Leeuwarder Courant, “een record ontnomen.”

Waarschijnlijk had niet alleen Fanny angst voor Foekje, maar ook de Koninklijke Nederlandse Atletiekunie (KNAU). Tijdschrift Elsevier schreef in juli 1950: “Ook de technische leiders van de KNAU tonen bevreesd te zijn voor de eventuele mentale gevolgen die uit een nederlaag van een der loopsters zouden kunnen voortvloeien, waardoor de ploeg die straks in Brussel bij de Europese kampioenschappen de Nederlandse kleuren moet hoog houden, schade zou kunnen lijden. Het is alles heel menselijk en begrijpelijk wat hier gebeurt, maar dit neemt toch niet weg dat er een aloude zegswijze bestaat, welke in haar eenvoud een grote waarheid inhoudt. Deze zegswijze is adeldom verplicht. Zij geldt voor beide kampioenen. Ik hoop dat zij dit dilemma koen oplossen.”

Seksetest

Die oplossing zou er komen, maar wel op een wijze die bijna niemand had voorzien. Voor deelname aan de Europese Kampioenschappen in Brussel in augustus 1950 verplichtte de internationale atletiekunie IAAF een seksetest voor alle deelnemende atletes. De Nederlandse dames ondergingen op 8 juli een gynaecologisch onderzoek in het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag, maar Foekje weigerde mee te werken. De notulen van de bestuursvergadering van de KNAU vermelden: “F. Dillema heeft afgeschreven voor de keuring.” Hierna schorste de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) Foekje voor het leven.

Sporthistoricus Max Dohle schreef de biografie van Foekje. Volgens hem was de weigering naar de keuring te gaan de directe aanleiding voor haar schorsing. Dohle in de biografie: “Juli 1950. Op weg naar een toernooi in Frankrijk, halen bestuursleden van de KNAU Foekje Dillema uit de trein. Op het perron van station Hilversum vertellen ze haar dat haar reis hier stopt. Ze zal nooit meer in de atletiekcompetitie mogen uitkomen. Als ze haar koffer ophaalt uit de coupé, vragen haar teamgenoten wat er aan de hand is. Ze antwoordt: ‘Ze zeggen dat ik geen meid ben.’”

Naar verluidt zou Jan Blankers, de man van Fanny, achter de hele seksetestaffaire zitten. Hij zou in Foekje een te grote concurrente van Fanny hebben gezien. Maar volgens biograaf Dohle kan dat niet hard worden gemaakt.

Competities in Friesland

Foekje raakte vervolgens langzaam uit beeld van de nationale sportpers, maar de levenslange schorsing werd in Friesland blijkbaar niet gehandhaafd. In haar eigen omgeving bleef ze in alle stilte aan wedstrijden meedoen. Sterker nog: meteen na de gemiste interland tegen Frankrijk werd ze aangekondigd voor een wedstrijd.

Twee jaar later verscheen haar naam weer in de krant. Op 8 juli 1952 won ze een atletiekwedstrijd over 100 meter in Burum. “Er was veel publiek aanwezig.” En op 6 juli 1954 werd gemeld dat Foekje een demonstratiewedstrijd in Burum had gewonnen op de 80 meter.

Verder won Foekje met schaatsen nog enkele prijzen, telkens in Friesland. Zowel in 1954 als in 1955 was ze de beste in de estafette bij IJsclub Concordia in Kollum. In 1954 won ze in een team met D. Wijbenga uit Oudwolde en een jaar later met A. Hamersma uit Oudwoude.

Daarmee leek ze haar leven te hebben herpakt, voor zover dat mogelijk was. In 1950 was ze namelijk ook al de beste geweest bij een estafetterijderij in Kollum, die ze met F. Noordenpost had gewonnen. Dat lag haar duidelijk beter dan het kortebaanschaatsen - iets wat ze al wist sinds 1950. In januari dat jaar schreef ze zich in voor een kortebaanwedstrijd, die dramatisch verliep. “Zij vermocht met haar vrij onbeheerste slag niet tot grootse prestaties te komen”, aldus De Leeuwarder Courant. Ze stopte zonder dat ze werd geschorst. “Ik kan beter lopen”, zei ze en ze richtte zich toen op de atletiek. Een half jaar later was ook deze passie voorbij – althans op het hoogste niveau.

De eerste jaren na de schorsing leefde Foekje, buiten het occasionele sporten om, in afzondering. Op straat droeg ze vaak een hoofddoek, waarmee ze aangaf dat ze vrouw was. Ze ging weer aan de slag als huishoudelijke hulp en ging gymnastieklessen geven bij de lokale sportverenigingen.

Postuum eerherstel

Tot 2005 bleef Foekje in haar ouderlijke huis wonen. Op 5 december 2007 overleed ze in een verzorgingshuis, 81 jaar oud. Rivale Fanny was een kleine drie jaar eerder al overleden.

Kort na Foekjes overlijden erkende de KNAU alsnog haar persoonlijke record op de 200 meter. In een gesprek met een neef van Foekje bood Rien van Haperen, directeur van de KNAU, toen verontschuldigingen aan voor de manier waarop Foekje na de schorsing aan haar lot werd overgelaten.

Na haar dood bleek uit DNA-onderzoek dat ze onbalans had in geslachtschromosomen, waardoor ze zowel vrouwelijk als mannelijke geslachtskenmerken had. In Amsterdam is een straat naar haar vernoemd, slechts tien kilometer verwijderd van de Fanny Blankers-Koenlaan.

JefVanStaeyen

"[Fanny Blankers-Koen, de viervoudige olympisch kampioene van 1948] probeerde haar nieuwe rivale zoveel mogelijk te ontlopen."
Heel mooi gezegd: ontlopen is zowat de essentie van hardlopen.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.