Wie neemt het nog op voor de schrijver?
Dat Meta illegale kopieën van boeken gebruikt om zijn AI-model te trainen, is het zoveelste geval van diefstal van auteurs. Schrijfster Ann De Craemer maant de politiek aan tot actie en roept haar collega’s op om het belang van literatuur uit te schreeuwen.
Het Amerikaanse magazine The Atlantic bracht onlangs aan het licht dat Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, zonder toestemming miljoenen boeken heeft gebruikt om hun AI-model Llama te trainen. De boeken werden gehaald uit Library Genesis, een schaduwbibliotheek die illegale kopieën van boeken aanbiedt. Ook Vlaamse en Nederlandse auteurs werden getroffen. Dimitri Verhulst, Anja Sicking, Auke Hulst en Kristien Hemmerechts: stuk voor stuk reageerden ze boos en verontwaardigd dat hun boeken zomaar gratis te downloaden zijn en zonder hun toestemming gebruikt werden om AI te trainen.
Ook van mij staan twee boeken op Library Genesis. Net als veel andere auteurs voelde ik verontwaardiging, maar ook moedeloosheid. Het is namelijk de zoveelste diefstal die het voor auteurs steeds moeilijker maakt om een inkomen uit hun boeken te halen – ik zeg, een inkomen, want de meerderheid van de auteurs moet een “echte” job uitoefenen om te overleven.
Ik zeg: de zoveelste diefstal, want er zijn nog manieren waarop auteurs worden beroofd
Ik zeg ook: de zoveelste diefstal, want er zijn nog manieren waarop auteurs beroofd worden. Maar daar is amper nog verontwaardiging over, omdat er toch niets lijkt te veranderen aan hoe al decennia de kaas van ons brood wordt gegeten.
Wraakroepend oneerlijk
Laten we beginnen bij hoeveel een auteur verdient aan de verkoop van een boek. In een stuk uit de Volkskrant van 31 augustus vorig jaar staat dat schrijvers gemiddeld tien procent van de verkoopprijs van een boek krijgen. De boekhandel krijgt gemiddeld vijfenveertig procent: een wraakroepend oneerlijke verdeling. Boekhandels reageren daar doorgaans op door te zeggen dat ze personeels- en huurkosten hebben, maar rechtvaardigt dat écht volledig die scheve verhouding? De reactie van een boekhandelaar op het stuk uit de Volkskrant maakte mij kwaad. Ja, zei de man, een auteur verdient weinig, maar: “Je kunt er prima ander werk naast doen. Voor een boekhandelaar is het onmogelijk zijn werk met iets anders te combineren. Het is in zekere zin meer een baan dan schrijven – ik weet dat ik me nu op heel glad ijs begeef maar vooruit.” Wie zo’n uitspraak doet, heeft geen benul van het arbeidsintensieve proces dat schrijven is en ziet dus ook niet in dat het arbeid is die financieel naar waarde moet worden geschat.
Hoewel boeken maken het voorbije decennium mede dankzij de digitalisering en nieuwe technieken goedkoper is geworden, is de verdeelsleutel van wie wat verdient aan een boek niet wezenlijk veranderd
In het stuk uit de Volkskrant wordt ook verwezen naar het Nederlandse modelcontract tussen auteurs en uitgevers, dat uit 1961 stamt en grotendeels onveranderd is gebleven. Hoewel boeken maken het voorbije decennium mede dankzij de digitalisering en nieuwe technieken goedkoper is geworden, is de verdeelsleutel van wie wat verdient aan een boek niet wezenlijk veranderd. Is het niet de taak van organisaties als de Vlaamse Auteursvereniging en de Auteursbond, maar ook van uitgeverijen, om het voor hun auteurs op te nemen en met alle betrokken partijen rond de tafel te zitten om die verdeling te herzien? Want als auteurs, toch de eerste schakel in het boekenproces, hun pen aan de wilgen dreigen te hangen omdat schrijven écht een “linkse hobby” dreigt te worden, wat is dan het lot van uitgeverijen en boekhandels?

© Katarina Ivanisevic
Dan is er nog de schamele leenvergoeding voor auteurs, vooral in Vlaanderen. Ook hier is er sprake van diefstal: waar Nederlandse auteurs ongeveer twaalf eurocent per uitlening ontvangen, ligt dit bedrag in Vlaanderen rond de twee eurocent. De Vlaamse Auteursvereniging heeft dit in de loop der jaren – of eerder: decennia – tot in den treure aangeklaagd bij de overheid. Welke politicus heeft, in een regering die niet bepaald vriendelijk is voor cultuur, de moed om voor ons op te staan? De Vlaamse minister van Cultuur Caroline Gennez, die op sociale media graag laat zien dat ze veel leest, zou hier een prioriteit van moeten maken.
Er is tot slot nog de kwestie van de auteursrechten. Het is een goede zaak dat de overheid in 2022 heeft beslist om de fiscale gunstregeling voor auteursrechten – vijftien procent roerende voorheffing – te behouden en het misbruik ervan aan te pakken. Tegelijk werd gemorreld aan de verdeelsleutel van hoeveel procent van zijn werk een auteur kan inbrengen als auteursrechten. Tot en met 2022 kon vijftig procent van je totale vergoeding als auteursrecht worden ingebracht. In 2023 werd dat veertig procent; in 2025 daalde het naar dertig procent en volgend jaar wordt het vijfentwintig procent. Dat maakt het leven van de schrijver er financieel weer een stuk moeilijker op.
Het belang van literatuur uitschreeuwen
In de moeilijke zoektocht naar oplossingen stel ik mezelf hardop een paar vragen. Moet de prijs van boeken niet hoger worden en moeten uitgeverijen boeken niet meer als luxeproducten in de markt zetten? Moeten bibliotheken verplicht worden langer te wachten met boeken gratis aan te bieden, zodat mensen sneller een boekhandel binnenstappen? Moeten uitgeverijen minder boeken van BV’s en BN’ers uitgeven, zodat die niet met buitenproportioneel veel aandacht gaan lopen?
Welke politicus heeft, in een regering die niet bepaald vriendelijk is voor cultuur, de moed om voor ons op te staan?
Wat betreft Meta: hoewel er juridische stappen zijn ondernomen in landen als Frankrijk, waar uitgevers en auteurs Meta hebben aangeklaagd wegens het ongeautoriseerde gebruik van hun werken, blijft een gecoördineerde EU-brede reactie vooralsnog uit. En als die er komt, wat zal Mark Zuckerberg, die de zegelring van Donald Trump heeft gekust, zich daarvan aantrekken?
Tegelijk: is de war on culture van Trump, waarbij tal van boeken verboden worden, niet hét moment voor schrijvers om het belang van literatuur uit te schreeuwen? Als Trump The Handmaid’s Tale en 1984 gevaarlijk vindt voor zijn regime, bewijst dat niet net de enorme impact die verhalen op mensen kunnen hebben?
Schrijvers zijn idealisten, en de meerderheid schrijft geen boeken om daar rijk van te worden of zelfs van te kunnen leven. Tegelijk is het die instelling – “ik doe het uit passie” – die er waarschijnlijk voor zorgt dat overheden zich zo weinig aantrekken van noodkreten uit schrijvende hoek. “Die blijven toch bezig, zelfs als ze er niets voor krijgen”, denkt men daar – en ze hebben nog gelijk ook. Daardoor moeten auteurs ook in eigen boezem kijken: is het ook niet de “we zijn al blij dat we gepubliceerd worden en aandacht krijgen”-mentaliteit die ertoe leidt dat we niet correct worden vergoed? Moeten we niet hardop zeggen, met de woorden van Renate Dorrestein, dat schrijven “net zoals auto’s repareren of hersenoperaties verrichten is: je moet er ’s ochtends voor uit je bed komen en aan de slag gaan”?
Veel vragen en nog meer mogelijke antwoorden. Ik besluit dit stuk dan ook met een oproep aan collega-auteurs om hardop mee na te denken over de problemen van een sector die in een zware crisis verkeert, problemen die zelden tot een grondig debat met voorstellen en oplossingen leiden. Helaas, want als we de stem van de schrijver laten verstommen, verliezen we meer dan alleen verhalen: we verliezen een essentieel onderdeel van onze cultuur en identiteit.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.