Uitbuiting is wat een koloniale familie verbindt in ‘Sweet Dreams’ van Ena Sendijarević
Het Nederlands Film Festival in Utrecht opent met Sweet Dreams, de tweede speelfilm van de Bosnisch-Nederlandse Ena Sendijarević. Dit verhaal over een disfunctionele familie die in Nederlands-Indië een suikerplantage bezit, is geen klassiek kostuumdrama maar een zwart-komische koloniale pastiche.
“Je vader is gestorven”, schrijft de oude moeder Agathe (Renée Soutendijk) ergens rond 1900 vanuit Nederlands-Indië aan haar volwassen zoon Cornelis (Florian Myjer) in Nederland. Cornelis moet overkomen om zijn vaders taak als directeur van de suikerfabriek op hun plantage over te nemen. “Er is onrust”, schrijft Agathe om de urgentie te benadrukken. De inlandse arbeiders staken. Voor de zekerheid voegt ze nog toe: “Anders moet ik je toelage stopzetten.”
De stapeling van redenen, afgetopt met een dreigement, geeft de situatie een komische lading. En geeft tegelijk glashard aan dat deze personages niet door liefde of bloedbanden tot handelen worden gedreven, maar door persoonlijk gewin of platweg geld. Het plaatje dat de Bosnisch-Nederlandse scenarist en regisseur Ena Sendijarević in haar zwart-komische speelfilm Sweet Dreams van deze koloniale familie schetst, is dan ook niet bepaald rooskleurig. Van gemeenschapszin is geen sprake: het is ieder voor zich. Door het plotselinge overlijden van vader Jan (Hans Dagelet) gaan de onderlinge verhoudingen in de “samengestelde familie” schuiven.
Moeder Agathe, die van Nederlandse kolonisten afstamt, is in Indonesië geboren en wil dat alles bij het oude blijft. Zoon Cornelis is van plan de plantage zo snel mogelijk te verkopen om daarna rechtsomkeert naar Nederland te maken. Maar dan blijkt de overleden patriarch in zijn testament alles te hebben nagelaten aan zijn buitenechtelijke, “enige echte zoon” Karel, wiens moeder de inwonende huishoudster en concubine Siti (Hayati Azis) is.
Het plaatje dat Sendijarević van deze koloniale familie schetst, is niet bepaald rooskleurig
Waar de film bij Jan en Agathe begint, verschuift het perspectief sluipenderwijs naar Siti, wier uitgestreken gezicht steeds treuriger komt te staan. De opstandige bediende Reza (Muhammad Khan) probeert haar keer op keer te verleiden en op te vrolijken met zijn ontsnappingsfantasieën die in de regie van Sendijarević iets lachwekkends krijgen.
Benauwende sfeer
Ondanks de dramatische inzet maakt Sendijarević van haar film niet het klassieke kostuumdrama. Om te beginnen koos ze voor een ongebruikelijk beeldformaat: niet het rechthoekige, weidse 16:9 cinemaformaat, maar een vierkant 3:4 formaat waarvan ze de compacte verhoudingen benut om haar familieportret een benauwende sfeer mee te geven. Het speelt zich bovendien grotendeels binnenshuis af, in de donkerbruine kamers van een landhuis tussen suikerrietvelden en jungle. De muren van sommige kamers zijn felgroen als de natuur. Andere zijn dieprood als het bloed dat vloeide om “de wildernis te temmen”, zoals de dominee de goddelijke opdracht van de Nederlanders noemt in dit land, “waar eerst niets was.” Ook deze claim klinkt zo grotesk dat hij lachwekkend wordt.
Sendijarević heeft gekozen voor een koloniale satire met een sterk formalistische stijl die zowel het decor als de personages opblaast tot archetypische, emblematische proporties: ze staan voor een heel systeem. Zo tilt ze haar vertelling boven het gebruikelijke realisme uit tot een pastiche op een disfunctionele, samengestelde familie die de koloniale verhoudingen symboliseert: uitbuiting is wat hen verbindt.
Vader Jan en moeder Agathe delen commando’s uit. Siti is zo gewend aan opportunisme en leugens dat ze niet meer lijkt te weten wie ze is of wat ze wil. Ze is een instrument in handen van haar Nederlandse meesters. Als drager van de vrucht van de heer des huizes is ze de vleesgeworden exploitatie. Zonder de koloniale macht waren Siti en Reza misschien een stel geweest. Nu noemt Siti Reza een zwerver. En hij haar een prostituee. Siti reageert absurd-anachronistisch: “Ik bepaal zelf wat ik met m’n lichaam doe.” Waarop hij riposteert: “Wie had ’t over je lichaam?”
Terugkerende nachtmerrie
Wie in deze ongerijmde wereld het meest te lachen hebben, zijn de inlanders die door de snode plannetjes en goedkope leugens van de Hollanders heen prikken. De kolonialen worden uitgescholden voor totoks en parasieten. In scènes die zijn gebaseerd op historische foto’s die lokale arbeiders vaak gehurkt afbeelden tegenover in witte pakken gehulde kolonialen, geeft Sendijarević hen zo een stem en rekent ze af met het superioriteitsdenken dat uit de oorspronkelijke beelden spreekt.
Dat de zoete dromen over een paradijselijk oord uit de filmtitel een valse notie zijn, wordt snel duidelijk. Die titel klinkt eerder als een ironisch bedoelde wens aan een irreële dromer die bij het ochtendgloren verwaait. Kan het zijn dat de zoete droom een werkelijkheid beschrijft die nooit bestond? Een opgeschoonde echo van een beladen verleden? De zoveelste leugen? Bij Sendijarević dringt het verleden zich op als een terugkerende nachtmerrie.
Aan het begin van de film zien we Agathe in een stoel, met ogen die getekend zijn op haar gesloten oogleden. Wat werkelijkheid en wat droom is, blijkt hier ambigu: we lijken beland in een tussenwereld. Daarbij moeten we ons afvragen hoe dood vader Jan eigenlijk is. Stierf hij een natuurlijke dood of is hij vergiftigd? Hoewel zijn lichaam is verdwenen, leeft de geest van zijn patriarchale bewind voort. Het laatste shot in de film is gewijd aan Karel, het kind van twee niet-compatibele werelden, de vrucht van een disfunctionele familie, slapend in het gemaaide gras voor de veranda van het koloniale huis: waarover droomt hij? In wat voor land zal hij ontwaken? En is hij daar dan thuis? Of zal hij rondspoken als een kind uit een voorbije wereld?
Kan het zijn dat de zoete droom een werkelijkheid beschrijft die nooit bestond? Een opgeschoonde echo van een beladen verleden?
Sendijarević hint op al deze mogelijkheden in haar tweede speelfilm na haar debuut Take Me Somewhere Nice, dat in 2019 de speciale juryprijs won op het Internationaal Film Festival van Rotterdam. Sweet Dreams ging begin augustus in première in de hoofdcompetitie van Locarno Film Festival, waar de rol van Soutendijk werd bekroond met de prijs voor de beste actrice. De absurde toon van deze door de internationale vakpers welwillend ontvangen film is al vergeleken met andere gezichtsbepalende internationale arthousefilms, zoals Lucretia Martels koloniale kritiek Zama
(2017) en Yorgos Lanthimos’ pastiche op de machtsstrijd tussen twee hofdames om de gunst van een grillige koningin in The Favourite (2018). Maar ook de absurde deadpan humor van Alex an Warmerdam is in Sendijarević’ universum niet ver weg.
Symbolisme en surrealisme
Wat Sweet Dreams soms parten speelt, is dat de abstractie tot afstandelijkheid leidt: de koloniale Hollanders zijn karikaturaal slecht, hun dialogen soms wat te uitleggerig, de timing daardoor niet altijd even geweldig. Dat doet afbreuk aan het komische effect en de emotionele betrokkenheid bij de personages. Het eigentijdse, morele oordeel staat bij voorbaat vast: de Hollanders zijn de aanstichters van alle kwaad. Dat Sendijarević ervoor kiest het opgezette schaakspel tussen haar protagonisten te laten verdampen in symbolisme en surrealisme, haalt ergens halverwege de angel uit de zaak.
Daar staat tegenover dat Sendijarević’ beeldtaal zijn kracht ontleent aan precies dat geabstraheerde minimalisme. Het shot van Reza op een Fries paard tussen bamboestruiken is een sterk vervreemdend beeld. Zo komt de tegenspraak in de posities en van de personages op meer plekken terug. Het ene moment zien we Karel – de buitenechtelijke zoon – op de schouders van zijn vader Jan commando’s uitdelen aan inlandse dragers, maar even later staat hij tussen de bediendes op het bordes als zijn broer Cornelis arriveert. En hoe verhoudt Karel zich eigenlijk tot zijn moeder? Hij is er aldoor, als bijfiguur, maar als het slotakkoord aan hem wordt gewijd, is de focus te weinig bij hem geweest om hem goed te kunnen begrijpen: hij lijkt eerder een residu, terwijl hij in retrospect misschien wel de hoofdfocus was: erfgenaam én kind van de rekening.
De spanning die aanvankelijk tussen de personages lijkt te bestaan, blijkt gaandeweg in de personages zelf te zitten: zij gaan ten onder aan de onverenigbare zaken die in hun hoofd tot kortsluiting leiden. De waanzinnige werkelijkheid die Nederlands-Indië heet, blijkt onhoudbaar. Dat komt mooi naar voren in een dialoog tussen Cornelis en zijn zwangere vrouw Josefien (Lisa Zweerman), die voor het eerst voet in de kolonie zet. Als ze vraagt of Siti een prostituee is, antwoordt Cornelis: “Nee, dat is normaal.” Josefien, verbaasd: “Normaal?” Cornelis: “Normale regels gelden hier niet. Iedereen is hier gek.”
Sweet Dreams is vanaf 28 september in de Nederlandse filmtheaters te zien. Het Nederlands Film Festival
vindt plaats van 22 tot en met 29 september in Utrecht.