Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Herinneren is aan te leren: twee bundels van Iduna Paalman
0 Reacties
© Nonzuzo Gxekwa
© Nonzuzo Gxekwa © Nonzuzo Gxekwa
recensie
literatuur

Herinneren is aan te leren: twee bundels van Iduna Paalman

De eerste bundel van Iduna Paalman richt zich op het berekenen en voorkomen van risico’s, de tweede op verborgen stemmen uit de geschiedenis. Erg uiteenlopende thema’s, maar ze leveren allebei sterke bundels op. Paalman imponeert met zorgvuldigheid en originaliteit, en is niet bang om zichzelf uit te dagen.

In De grom uit de hond halen (2019), de debuutbundel van Iduna Paalman (1991) die is bekroond met de Poëziedebuutprijs 2020, draait het om dreiging. Wat dreiging is, waar het is, hoe het voorkomen kan worden en of het soms ook nodig is. Het beeld van de dichter die als zogenaamde “riskmanager” een grom uit een hond haalt, levert een briljante titel op. De “grom” komt in de bundel vaker voor als symbool voor gevaar, voor aanval, voor van je afbijten. Daarnaast maken alle verwijzingen naar Franz Kafka – die als verzekeringsjurist “zorgde dat / houtschaafmachines zo min mogelijk vel verwerkten” – en diens dierenverhalen dit beeld alleen maar rijker en dubbelzinniger.

Hoewel de pogingen tot het elimineren van risico’s en verdriet prachtige poëzie oplevert (“Uit een vrouw verwijder ik het weggaan, uit het kind / de vroegtijdige verlating”), blijkt uit verschillende gedichten dat een wereld zonder enkele grom niet altijd mogelijk of zelfs wenselijk is. Sterker nog, soms verlangen mensen en dieren die zich verbergen in ondoordringbare holen in de grond precies naar wat zij proberen te vermijden:

(...) Ik zoek een serre
waarin wordt gelachen tot de barst, iemand die vertel
dat de deuken in het hek geen pech zijn
maar restjes vreugdekreten.

Ondanks de soms zakelijke taal, die goed past bij het concept van de riskmanagers, heeft Paalman een liefdevolle en nauwgezette schrijfstijl, gevat en met oog voor het kleinste detail. Van verrassende regel- en strofeafbrekingen tot metaforen die zozeer de werkelijkheid overnemen dat je niet meer weet waar het één begint en het ander eindigt. Alles mengt zich met elkaar zonder dat het geforceerd of cliché wordt. Van liefde en kikkerdril, tot kankercellen en linzen, tot een vrijend lijf en strandzand dat “lachend in de kieren kruipt, / opstuift, zich met water mengt en hecht”.

Dat alles resulteert in ijzersterke beelden die verwonderen en tegelijkertijd erg herkenbaar zijn. Zoals in het schrijnende ‘Vermommingen’, waarin het lichaam van de “ik” een vacuüm gezogen, leeg waterflesje is geworden: “zie hoe de hals in de romp verdwijnt (...) zo trekken mijn botten / samen, kraakt mijn nieuwe lichaam”. Het lichaam kan geen “huls” meer zijn, is alleen nog “massa”, waardoor het geen ruimte meer heeft om anderen bij zich te laten schuilen:

(...) omdat juist dat is wat je verloren bent:
een omhulling te zijn, iets wat iemand bij je in bewaring kan geven - waar zou je
het in hemelsnaam moeten laten, alles ligt kromgebogen naar adem te happen

Op een compleet andere, maar even charmante manier, maakt het gedicht ‘Banen’ indruk. Tussen alle bladzijden vol gevaar, noodsituaties en schuildrang, vormt het zwembad in dit gedicht een welkome rustplek: “mensen (...) trekken banen om een oever / aan te raken, niet omdat ze achterna worden gezeten.” En zelfs de “sluipschutter crawlt betoverend naast me”; Het gedicht bestaat uit vier strofes met ieder twee regels, als waren het de banen in het bad van de pagina. En dat werkt, zoals in het gedicht zelf, inderdaad verdomd kalmerend.

Paalman toont ons dat een grom niet alleen preventief wordt verwijderd, maar ook met terugwerkende kracht kan worden uitgewist. De dichter ziet, of dat nu als riskmanager of geschiedkundige is, niets over het hoofd. Zoals we als heuse curlingouders de toekomst zo gladjes en voorspelbaar mogelijk plannen, zo kunnen we ook het verleden ontdoen van ongemakkelijke details en lelijke misdaden. En dat hebben we dan ook veelvuldig gedaan: “wie er overleefden / kunnen zeggen: ons verleden is er een van winnaars.” Slimme leerlingen stellen geen lastige vragen maar lezen de “lijst met alle conclusies die ooit / getrokken zijn” achteraan in hun lesboek: “Nummer 1: herinneren is aan te leren, kwestie van zowel / gehoorzaam als met walging akkoord gaan met de gang van zaken.”

De dichter geeft een stem aan vrouwen die we al heel lang over het hoofd zien

Dat construeren en forceren van wat wel en niet herinnerd dient te worden, speelt een hoofdrol in Paalmans tweede bundel Bewijs van bewaring (2022). Aan de hand van archiefstukken, verhalen, getuigenissen en ervaringen, geeft de dichter een stem aan vrouwen die we al heel lang over het hoofd zien. Van vrijdenker Geertruida Kapteyn-Muysken (1855-1920) en patholoog en gynaecoloog Mary Gertrude Halton (1878-1948) tot natuurkundige Eunice Newton Foote (1819-1888), en vele anderen. Paalman licht tipjes van sluiers op die maken dat je als lezer dieper in ieders geschiedenis wilt duiken, om de gelaagde gedichten beter te begrijpen, maar ook vanwege de intrigerende personen zelf. Het is haast onmogelijk om tussendoor níét te googlen en drie artikelen verder te zijn voordat je het gedicht kunt loslaten.

Het innemende van Paalman is dat ze zich zeer bewust is van haar eigen subjectiviteit. Ja, ze legt bloot wat weggemoffeld is, maar ze pretendeert niet dat ze nu ineens “de waarheid” kan presenteren. In de hele bundel wordt op verschillende manieren gekeken naar de (on)mogelijkheid van objectiviteit. In ‘Salomé II’ vraagt de dichter aan Russische schrijver en psychoanalytica Lou Andreas-Salomé of ze haar mag “rehabiliteren en rechtzetten / wat al die jaren foutief uit de herinnering is gehangen”, maar ondertussen is het moeilijk de verleiding van eigen interpretaties en invullingen te weerstaan:

ik ben bang voor de woorden die je in ere herstellen bang
voor de lange nachten waarin je als buitengewoon slim en halsstarrig
ik heb daar zo mijn eigen ideeën over
en zijn die niet precies het probleem

Paalman zorgt voor een prachtige balans. Ze wijst onrecht aan zonder prekerig te worden. Ze blijft mysterieus, fragmentarisch en cryptisch, maar geeft voldoende kruimels informatie om de lezer niet kwijt te raken. Ze voelt perfect aan waar ze grappig kan zijn (“Oud en armlastig, jong en begerig: de oorzaak van het gelazer is altijd / heel bijvoeglijk”) en waar serieus, zoals in het hartverscheurende ‘Belastend materiaal’. Daarin beschrijft de ik-persoon een verkrachting, maar ook het vreselijke proces van een aangifte doen. Het is een intens voorbeeld van hoe diep in ons de overtuiging zit dat vrouwen niet zomaar gehoord en geloofd kunnen worden.

Bewijs van bewaring is een slimme bundel. Enigmatischer dan De grom uit de hond halen, maar minstens zo meeslepend en imponerend. Je kunt zo lang verdwalen in de doolhoven van de geschiedenis als je zelf wil, er is oneindig veel te ontdekken. Zoals snippers die doen denken aan Kafka (in het met onrecht uitpuilende vierdelige gedicht ‘Het proces’), aan Gertrude Stein (“de roos in de roos in de roos niet het een of ander” in ‘Bewijs van bekwaamheid’) en misschien zelfs Paul van Ostaijen (“nu ben ik dus bloot en vrij” in het openingsgedicht ‘Tussenkomst’).

We horen meerstemmigheid, dubbelzinnigheid, eerlijkheid, maar vooral heel veel Paalman

Voor iemand die ten tijde van haar debuutbundel geen ruimte had om iets “in bewaring” te kunnen nemen, dacht dat “niemand meer” bij haar kon “schuilen”, als een vacuüm gezogen waterflesje, heeft de dichter zich werkelijk bewonderenswaardig opengesteld voor alle vrouwen die ze het woord geeft. Essayisten, uitvinders, condoomproducenten, natuurkundigen, astronomen, verzetshelden, gynaecologen, activisten: ze krijgen allemaal een eigen plek. We horen meerstemmigheid, dubbelzinnigheid, eerlijkheid, maar vooral heel veel Paalman, die haar eigen stem blijft uitdagen, ontwikkelen, en perfectioneren. Zo doet ze niet alleen recht aan het verleden, maar belooft ze ook veel goeds voor de toekomst.

Iduna Paalman, Bewijs van bewaring, Querido, Amsterdam, 2022, 96 p. De grom uit de hond halen, 2019, 80 p;

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.