THEATER MET EEN ZEEUWSE INVALSHOEK. Het Zeeland Nazomerfestival

Of het nu gaat om de aanleg van snelwegen, de bejegening van boeren en tuinders, de personele samenstelling van het kabinet of de subsidiëring van kunst en cultuur, niet zelden wordt in discussies daaromtrent de ongelijkheid benadrukt tussen de Randstad en rest van het land. Wat kwade tongen “Randstedelijke arrogantie” plegen te noemen, staat haaks op een provinciaals gevoel van benadeling en minderwaardigheid: Holland versus Nederland, het westen tegenover de andere windstreken.

Aan het begin van een nieuw cultureel seizoen plegen de media de must sees te publiceren van wat komen gaat. Inderdaad lijkt het daarbij wel eens of er bij wijze van spreken alleen maar een Toneelgroep Amsterdam, een Rotterdams Philharmonisch Orkest en een Haags Gemeentemuseum bestaan. En dat terwijl een “diepe” provincie als Zeeland op cultureel gebied wel degelijk en in toenemende mate het een en ander te bieden heeft. Een rijk geprogrammeerd festival bijvoorbeeld, juist op dat scharnierpunt tussen de zomer en een nieuw, beloftevol jaargetij van theater, dans en muziek.

Het Zeeland Nazomerfestival, geproduceerd en georganiseerd door Theaterproductiehuis Zeelandia vierde in augustus-september 2014 zijn veertiende verjaardag. Zeelandia beoogt naar eigen zeggen producties te maken met “een Zeeuwse invalshoek”.

Andere provincies kijken met belangstelling naar wat er in Zeeland op de grens van zomer en herfst gebeurt, en laten zich inspireren door de elementen waaraan het Nazomerfestival zijn succes te danken heeft. Het benutten van bijzondere locaties waarvoor speciale producties worden gemaakt, is daarvan waarschijnlijk het belangrijkste voorbeeld.