Stripauteur Joris Vermassen maakte een magnum opus, maar heeft ongetwijfeld nog méér in zijn mars
Door het leven van zijn grootvader in de Eerste Wereldoorlog te verbeelden, perfectioneert Joris Vermassen het genre dat hij zelf creëerde: de striproman voor prozalezers. Tegelijk zet hij in Soldaat-hovenier klassieke thema’s als de kwetsbaarheid van leven en liefde in beelden om, en toont hij de twijfelachtige geborgenheid die een georganiseerde religie biedt.
Soldaat-hovenier maakt al indruk door de omvang van het object. Meer nog dan een roman van vierhonderdvijftig bladzijden betekent een strip van dezelfde dikte normaliter dat de auteur er jaren mee zoet is geweest. Het boek wordt dan ook aangeprezen als het magnum opus van Joris Vermassen (1964).
Elf jaar geleden bracht de auteur zijn eerste grafische vertelling in dit genre uit, Het zotte geweld, waarin hij de kwakkelende carrière van een stand-upcomedian, het lijden van diens zus door kanker en de kunst van Rik Wouters versmolt tot één verhaal. Het boek werd erg goed ontvangen en verschilde duidelijk van zijn vroegere werk.
Onder het pseudoniem Fritz Van den Heuvel had Vermassen begin jaren 1990 zijn entree gemaakt als auteur van absurde strips in het weekblad Humo waarin hij dankbaar allerlei verhaalclichés exploiteerde. Hij won het Humorologie-concours in 1994 en werkte voor radio en televisie. Ook schreef hij voor tekenaar Simon Spruyt de scenario’s van de stripreeks De Bamburgers, een van de beste Vlaamse kinderstrips van deze eeuw, waarmee de auteurs in de prijzen vielen.
Vijftien jaar geleden begon Vermassen zich om te scholen en onder zijn eigen naam werk met een ernstigere toon te maken. Het al genoemde Het zotte geweld was een sober getekend boek dat zich aanvlijde tegen de prozaroman, door de gelaagdheid van de thematieken, de verweving van motieven en de wil om iets diepmenselijks te zeggen over de hoogtes en laagtes van het bestaan. Vermassen verkende zonder gêne de liefde en de dood, de eros en de thanatos, die veel literair proza beheersen, en onderzocht daarbij ook de rol van kunst, onder andere via het standbeeld van Rik Wouters dat zijn naam aan het boek verleende.

© Joris Vermassen / Borgerhoff & Lamberigts
De heroriëntatie van zijn artistieke productie zat ingebed in een bredere zoektocht naar de sterk verschillende waardering voor tekst en beeld in onze cultuur. Die mondde uit in een doctoraat in de kunsten, waaruit weer een boek voortvloeide: Heilige tekst, goddeloos beeld (2018). Vermassen ontwikkelde ook een praktijk in de moderne kunst met installaties, tentoonstellingen en verblijven als kunstenaar in residentie. Al dan niet met een ironische ondertoon maakt hij op zijn website een onderscheid tussen “hoge” en “lage” kunst. Voor de duidelijkheid: al het stripwerk brengt hij onder bij de lage kunst, ook Het zotte geweld en het recente Soldaat-hovenier. Een liefde tussen hemel en hel.
Dat laatste boek gaat door op het elan van Het zotte geweld, maar Vermassen perfectioneert zijn aanpak nog: Soldaat-hovenier is zowel meer als beter. Zoals bij zijn vorige striproman leverde de anekdotiek van het leven zelf inspiratie: in dit geval waren het de dagboeken van zijn grootvader Alois, die vocht in de Eerste Wereldoorlog. Vermassen verbeeldt de jonge jaren van zijn grootvader, niet letterlijk zoals ze geweest zijn, maar zoals ze hadden kunnen zijn. Daarbij gaat de auteur niet even wild tekeer als Olivier Schrauwen in de verzonnen stripbiografie van zijn grootvader Arsène Schrauwen (2015), maar laat hij zich evenmin beperken door feiten die een boeiend verhaal in de weg zouden staan.
De lezer leert Alois samen met zijn vriend Raymond kennen als oudere rekruten van het Belgische leger die opnieuw zijn opgeroepen om de Duitse agressie tot staan te brengen. De twee jonge dertigers blijken tegenpolen. Alois is een brave, godvruchtige man met een passie voor planten, die met zijn vriendin heeft afgesproken dat ze na de oorlog eindelijk met elkaar zullen trouwen. Raymond is een grootsprakerige bon-vivant die lak heeft aan de heersende moraal, maar die zich ook stoerder voordoet dan hij is.
Vermassen voegt een artistieke laag toe aan de eeuwige thema’s liefde en dood: met citaten van Rainer Maria Rilke en door het personage Claude Monet
Vermassen volgt het duo van het fort van Boom naar de loopgraven in de Westhoek. In Noord-Frankrijk worden ze uiteindelijk gedemobiliseerd, maar een terugkeer naar het vaderland is onmogelijk door de voortdurende oorlog bij de IJzer en de Duitse bezetting van de rest van België. Door een opdracht als tuinaanlegger in een reclasseringsproject voor gewonde soldaten leert Alois een dienstmeisje van de excentrieke schilder Claude Monet kennen en wordt hij tewerkgesteld als zijn tuinman.
Via Alois en Raymond stelt Vermassen zich voor hoe het geweest moet zijn om de oorlog in de frontlijn te ondergaan en om daarna zo lang van huis weg te zijn. Hij laat de twee vrienden bakkeleien over Alois’ beginselvaste katholicisme. Raymond wordt daarbij de verpersoonlijking van een moderne lezer met kritische vragen over zin en onzin van een door godsdienst opgelegde moraal. Ook de liefde van Alois wordt op de proef gesteld. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen de beloofde trouw aan zijn vriendin thuis en de aantrekking die hij ondervindt van het dienstmeisje van Monet. Raymond en Alois reageren helemaal anders op de fysieke impulsen waaraan de noodgedwongen celibataire heteromannen ver van huis onderhevig zijn: de aardse Raymond ziet er geen graten in om vrouwelijke aandacht te kopen, terwijl Alois zichzelf tot in het extreme fysieke liefde probeert te ontzeggen.
Zoals in Het zotte geweld voegt Vermassen opnieuw een artistieke laag toe aan de eeuwige thema’s liefde en dood. Zo wordt elk hoofdstuk ingeleid door een citaat van Rainer Maria Rilke, van wie Alois een boek cadeau krijgt. Maar de belangrijkste artistieke persoonlijkheid in Soldaat-hovenier is die van Claude Monet. In de periode van de vertelde gebeurtenissen is Monet al een oude rijkaard die veel van zijn culturele invloed heeft verloren. Hij vervult de rol van de wijze man die geobsedeerd schildert aan de monumentale waterlelies die later in het Musée de l’Orangerie zullen prijken, en die ook de jongere hoofdpersonages levenskunst kan meegeven.

© Joris Vermassen
De combinatie van de Eerste Wereldoorlog, schilderkunst en verwerkte dagboeken herinnert aan een vergelijkbare mix in Stefan Hertmans’ Oorlog en terpentijn (2013), waarmee Soldaat-hovenier overigens ook enkele opvallende plotelementen deelt, maar verder dan een subtiele verwijzing voor kenners van de roman gaat dat niet. Bij Vermassen dient schilder Monet ook als de schepper van een aards paradijsje via de indrukwekkende tuin bij zijn huis in Giverny, die stripauteur Luc Cromheecke onlangs eveneens inspireerde tot een nieuw album in zijn meerdelige serie De magnifieke Monet. Giverny wordt bij Vermassen het tegendeel van de gruwel van de oorlog, een idyllische plaats voor ontluikende liefde en eenheid met de natuur.
In vergelijking met Het zotte geweld heeft Vermassen de verschillende thema’s en gebeurtenissen vloeiender met elkaar verweven. Grafisch heeft hij ook een expressievere stijl gevonden. Soldaat-hovenier is nog altijd vormgegeven in een heel leesbare lijnvoering die weinig afleidt van de vertelling, maar de stijl is minder gepolijst. Het ambachtelijke van de schetsen is door hulplijntjes en extra zwarte vlakken meer aanwezig, wat het boek een doorleefde indruk meegeeft, nog versterkt door de subtiele steunkleuren.

Ondanks de authentieke grootouder die aanleiding gaf tot Soldaat-hovenier ontbreekt het de personages nog een beetje aan leven. Inhoudelijk blijven ze grotendeels stereotypes en de eenvoudige manier waarop ze grafisch zijn weergegeven, helpt niet om ze geloofwaardiger te maken. Bij momenten doet het boek daardoor wat te bestudeerd of overdacht aan, maar Vermassen heeft zich met Soldaat-hovenier toch vooral verder bekwaamd in een genre dat hij bijna eigenhandig heeft gecreëerd: stripromans voor prozalezers die de gelaagdheid van de complexere roman ook wel eens in een grafische vorm willen zien. Daarnaast spreekt het boek ook striplezers aan die thematische diepgang en auteurspersoonlijkheid boven grafische virtuositeit plaatsen.
Soldaat-hovenier kan wel degelijk gelden als Vermassens magnum opus in vergelijking met zijn eerdere werk, maar gezien zijn toegenomen metier ten opzichte van Het zotte geweld zou het jammer zijn als het niet ooit door een maximum opus gevolgd zou worden.
Joris Vermassen, Soldaat-hovenier. Een liefde tussen hemel en hel, Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2025, 472 p.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.