Deel artikel

kunst

Schilder Raafat Ballan werkt op het snijvlak van droom en geschiedenis

23 juni 2025 6 min. leestijd

In Syrië leerde Raafat Ballan de Europese meesters kennen, in Nederland verdiepte hij zich in de kunstenaars en geschiedenis van het Midden-Oosten. De twee invloedssferen brengt hij samen in figuratieve schilderijen met een melancholische onderlaag.

Vlak buiten Raafat Ballans (1990) atelier staat een schilderij dat je monumentaal zou noemen als je het in een museum zou zien. City Square (2023) toont een groep mensen op een geabstraheerde versie van een plein. Het doek maakt deel uit van zijn tentoonstelling These people could be anyone in het Centraal Museum in Utrecht, waarvoor hij schilderijen maakt over twee steden: Utrecht (waar hij woont) en al-Suwayda in Syrië (waar hij opgroeide).

Ons gesprek zit er al op wanneer Ballan vertelt dat het grote schilderij een tafereel laat zien in al-Suwayda: protesterende mensen bij een sokkel waarop niet langer een standbeeld staat. Er is iemand op geklommen, een onidentificeerbare persoon wiens gezicht buiten het kader van het schilderij valt. Zo’n abrupte uitsnede doet direct denken aan fotografie. Een schilder had immers de compositie naar zijn hand kúnnen zetten en alle figuren netjes binnen het kader kunnen plaatsen.

Halfuitgewiste figuren

Ondanks de minimalistische setting van dat doek en de vage, afgesneden persoon is Ballans kunst doorgaans erg herkenbaar. Hij legt een sterke nadruk op menselijke figuren en hun gezichten. Die ogen vaak Midden-Oosters, maar tegelijkertijd hebben ze iets heel universeels. Dat heeft deels te maken met de beeldtaal waarmee Ballan ze opvoert: vaak lijken zijn personages te poseren als voor een familiefoto, of worden ze vastgelegd op een spontaan, huiselijk moment. Dat zorgt voor herkenbaarheid en warmte.

Toch heeft Ballans oeuvre ook een duidelijk melancholische of zelfs verontrustende onderlaag. De figuren kijken vaak een beetje verdwaald of betrapt. Zelfs bij het tedere The Lovers (2022) heb je het gevoel dat alles zo voorbij kan zijn. Achter de geliefden bevindt zich een rij spookachtige figuren, die deels uitgewist lijken te zijn.

Ballans werk is populair: hij nam al aan verschillende groepstentoontsellingen deel, en Nederlandse musea kochten meerdere schilderijen van hem aan. Een deel daarvan is semipermanent te zien in collectiepresentaties, onder meer in het Centraal Museum en Museum Arnhem. Ballans populariteit is niet vreemd – realistische schilderkunst heeft altijd goed gelegen in Nederland, hoeveel er ook gediscussieerd over wat realisme dan precies zou zijn.

Tijdens een recente groepstentoonstelling, Reality Check (in Museum More, Gorssel), was ook werk te zien van schilders die werken op basis van YouTube-video’s en split screens. Ballan vertelt dat hij enthousiast is over zulke vormen, die volgens hem een high-tech uitstraling hebben – soms zelfs qua materialen – maar toch duidelijk schilderkunst zijn. Dat tekent zijn open blik.

Die blik én het belang van vrijheid, dat zijn zaken die Ballan als jong kind al meekreeg van de vele kunstenaars in zijn familie, onder wie schilders en beeldhouwers. Zijn eigen vader was een enthousiaste amateurbeeldhouwer en -fotograaf, met wie hij veel over de artistieke kwaliteiten van foto’s sprak. Voor iemand die opgroeide tussen de kunst was het logisch om naar de kunstacademie van Damascus te gaan. Realisme was trouwens de belangrijkste stroming binnen de academie, om gelijk even het wijdverspreide misverstand te ontkrachten dat in het Midden-Oosten een compleet verbod geldt op het afbeelden van mensen. Sterker nog: de kunstacademies die midden twintigste eeuw in Syrië en omringende landen werden opgericht, werden naar Europees voorbeeld ingericht.

Ballan kreeg er traditioneel kunstonderwijs, met onder meer modelschilderen. Tijdens de lessen kunstgeschiedenis werd Arabische kunst behandeld, maar ook de grote kunstenaars van Europa kreeg hij aangereikt: Rembrandt, Van Gogh, en de hedendaagse, Zuid-Afrikaans-Nederlanderse schilder Marlene Dumas. Ballan noemt haar werk een grote inspiratiebron.

Geschiedenis op ooghoogte

Toen Ballan zo’n tien jaar geleden naar Nederland kwam, besloot hij zich juist te verdiepen in de kunstenaars uit Syrië en de omringende landen. Hij kende Rembrandt, Caravaggio en de Italiaanse Renaissance, maar kunstenaars uit een land als Egypte bleken in zijn nieuwe thuisland grotendeels onbekend te zijn.

Met name de jaren 1950 en 1960 interesseren hem. Hij merkt op dat kunst een aanvulling is op geschiedschrijving, die vaak gekleurd is. Door naar kunst te kijken, kun je dan vaak nieuwe ingangen ontdekken tot wat er al gebeurd is. Wat hield de kunstenaars uit die regio bezig, zowel op artistiek als maatschappelijk vlak? Wat kan een geschilderde fantasie of droom over sociale ontwikkelingen zeggen? Behalve het realisme ontstonden er in het Midden-Oosten heel wat verschillende stijlen, waaronder uit de kaligrafie voortvloeiende abstractie, die allemaal gewoon naast elkaar konden bestaan.

Bovendien floreerde niet alleen de schilderkunst, maar ook de fotografie. Vol enthousiasme laat Ballan een driedelig boek zien over de Armeense Van Leo (1921-2002), die een commerciële fotostudio bestierde in de Egyptische hoofdstad Caïro. Zijn oeuvre beslaat personen in traditioneel ogende kleding, maar ook naakten en westerse bezoekers, zoals bekende acteurs. Het is als het ware de geschiedenis op ooghoogte: op verschillende van zijn foto’s zijn bijvoorbeeld clowns te zien, afkomstig uit Groot-Brittannië, dat destijds over Egypte heerste. Ballan brengt een eerbetoon aan de fotograaf, via het nieuwe schilderij The Clowns of Van Leo (2025).

Ook de serie House (2019) is sterk beïnvloed door de fotografie. Ballan wilde een soort fotoalbum maken: hij miste het gevoel van door fotoboeken te bladeren, zoals hij dat in zijn ouderlijk huis deed. In het werk nam hij de vreemde uitsnedes en perspectieven over die eigen zijn aan een groot deel van de fotografie. Het was wennen voor hem, omdat hij normaliter wil dat de figuren zich op de juiste plek in de ruimte bevinden. De compositie moet kloppen. Door op basis van foto’s te werken gaf hij zichzelf als het ware toestemming om vrijer te werken.

Toch moet je de invloed van fotografie op Ballans werk niet overschatten. Hij vertelt dat hij zelden foto’s als voorbeeld neemt voor zijn kunst en ze zeker niet letterlijk naschildert. Het kan de compositie zijn die als startpunt fungeert, maar de figuren hoeven niet per se gelijkend te zijn. Voor Ballan is het meestal helemaal niet relevant wie de afgebeelde personen zijn. De figuren op de schilderijen zouden iedereen kunnen zijn. Hij schildert ook niet meer naar levend model, maar werkt vanuit zijn herinnering. Dan ontstaat er volgens hem ruimte voor de toeschouwer om zijn eigen band op te bouwen met het werk.

Monumentale nieuwsfoto

Hoe klassiek de eeuwenoude figuratieve schilderkunst ook oogt, je kunt niet meer terug naar de tijd van Rembrandt. In de tussentijd is de fotografie uitgevonden, de abstracte kunst, het internet. Als je goed kijkt, zie je die invloeden terug in Ballans werk. Die protesterende mensen op City Square hadden van een nieuwsfoto kunnen komen, gisteren gepubliceerd in de krant (of op sociale media). Tegelijkertijd zorgt de uitvergroting tot monumentaal schilderij voor iets tijdloos, alsof je kijkt naar groepsportret uit de zeventiende eeuw. Maar dan blijft er alsnog die afgesneden figuur, die je je zonder de fotografie eenvoudigweg niet had kúnnen bedenken.

City Square zou een historiestuk kunnen zijn, waarmee mensen over honderd, tweehonderd jaar later op deze tijd terugkijken. Het voelt alsof je even een inzicht krijgt in de verschillende beeldtalen en manieren van kijken die onder Ballans kunst schuilen. Dan snap je ook waarom hij schilderen vergelijkt met muziek. Als je de basis kent, zo merkt hij op, kun je eindeloos nieuwe combinaties maken.

Raafat Ballans solo-expositie These people could be anyone is tot en met 31 augustus te zien in het Centraal Museum (Utrecht). Ook is werk van hem te zien in de collectiepresentaties Ont-moeten in Museum Arnhem (t/m 31 december 2027) en Collectie Centraal in het Centraal Museum (geen einddatum).

Maarten Buser-1- -Aad Hoogendoorn

Maarten Buser

kunst- en poëziecriticus, dichter

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002ac20000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)