VL ⇄ NL
Samenwerken bij tv-series: 'Nederlanders zijn nu bang zich uit te spreken. Zo zijn jullie helemaal niet!'
Series maken op leven en dood. Zorgen dat de mayonaise niet schift. De moed vinden om moeilijkere genres en thema’s aan te pakken. Daarover ging het tijdens de tweede editie van ‘Grenzeloos netwerken’, een initiatief om Vlaams-Nederlandse samenwerking bij tv-series aan te zwengelen.
Nadat Filmfestival Oostende dit voorjaar aftrapte met de eerste editie van ‘Grenzeloos netwerken’ op de dag dat de Vlaams-Nederlandse dystopische scifi-serie Arcadia er in première ging, organiseerde het Nederlands Filmfestival op 23 september de najaars-return in de Utrechtse Stadsschouwburg.
Buiten staat met de poten in het gras en de kop in de lucht een meer dan levensgroot, blinkend Gouden Kalf. Binnen wordt in de Blauwe Zaal als voorafje nog eens de trailer van de achtdelige coproductie Arcadia vertoond. Die is inmiddels (van 19 maart t/m 7 mei) uitgezonden op NPO 3 en Eén. Met een budget van een miljoen euro per aflevering was het een van de duurste en meest ambitieuze fictiereeksen in de lagelandse tv-geschiedenis. De kijkcijfers zakten rap in, maar opnames voor een tweede seizoen zijn al aangekondigd voor dit najaar.
Blijf kalm
In de trailer van Arcadia, over een totalitaire samenleving in de nabije toekomst, krijgen burgers een verplichte scorechip in hun hand geïmplanteerd. Wie ongezond leeft, verliest privileges. Onaangepast gedrag, ook van familieleden, dient te worden gerapporteerd, op straffe van deportatie. Het is ieder voor zich. Terwijl te midden van kille architectuur de verontrustende beelden van doorslaande mensen zich opstapelen, herhaalt een blikken computerstem: “Arcadia waakt over u. Blijf kalm. Arcadia waakt over u. Blijf kalm.” En dan vastlopend, terwijl in beeld de hel losbreekt: “Blijf kalm. Blijf kalm.”

Beeld uit Arcadia
In de echte wereld ging het er ondertussen ook niet bepaald kalm aan toe. Sinds de eerste bijeenkomst in Oostende traden de Arcadia-producenten in overleg over een Amerikaanse remake, zo vertellen ze. In de week voorafgaand aan de laatste uitzending van het eerste seizoen, begin mei, brak echter de Amerikaanse scenario-schrijversstaking uit, waardoor die plannen tijdelijk in de ijskast belandden. Reden voor de staking waren de honoraria van Amerikaanse creatieven, die sinds de komst van streamingdiensten flink zijn verminderd, plus zorgen over de inzet van slimme computerprogramma’s bij de productie van scripts.
Nederlandse scenaristen toonden zich half juni solidair met hun Amerikaanse vakbroeders door een protest op de trappen van het Amsterdamse Eye Filmmuseum. In Brussel demonstreerden leden van Europese scenaristenkoepels voor het kantoor van de Motion Picture Association. Sinds filmmakers (zo rond de eeuwwisseling) door de overheid tot cultureel ondernemers zijn gebombardeerd, worden zij geacht als Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP’ers) in hun eentje te onderhandelen met grote partijen als de publieke omroep (die haar minimumtarieven afschafte) en Netflix. Als het Nederlandse Netwerk Scenarioschrijvers zijn leden zou willen steunen door adviestarieven te publiceren op zijn site, zou het dat – onder het mom van verboden prijsafspraken – op een boete komen te staan zo hoog dat de vereniging meteen kan worden opgedoekt. In Nederland zijn de inkomsten te beperkt om – zoals in de VS – een stakingskas te kunnen aanleggen. En ook hier worden de zorgen over de inzet van AI gedeeld.
Een dag na het gesprek in Utrecht over Nederlands-Vlaamse samenwerking bij het maken van series komen de scenaristen en de studio’s en streamingdiensten in Hollywood tot een akkoord, na bijna vijf maanden staken.
Luchtverkoop
Het verschil tussen de manier waarop het gesprek over ‘Grenzeloos netwerken’ in Oostende en Utrecht wordt aangevlogen is opvallend. Waar Oostende een op zich staande middag uittrok, heeft Utrecht een onderonsje van iets meer dan een uur ingepland, als onderdeel van een jaarlijks terugkerende conferentie voor professionals. Waar in Oostende filmmakers, producenten en een vertegenwoordiger van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) aan het woord kwamen, spreken in Utrecht enkel de Vlaamse en Nederlandse producent van opnieuw Arcadia. Waar in Oostende het gesprek werd geleid door een onafhankelijk filmjournalist, zijn het in Utrecht vertegenwoordigers van een Nederlandse en Europese producentenclub die de thuiswedstrijd fluiten. Waar Oostende Grenzeloos Netwerken dit voorjaar expliciet presenteerde als ‘een nieuw platform voor Nederlandse en Vlaamse film- en televisiemakers, producers en vertegenwoordigers van omroepen en streamers,’ is het in het Utrechtse programmaboekje teruggebracht tot een algemeen gesprek over de ‘veelzijdige rol van de producent’ en ‘de complexiteit van seriële coproductieprocessen’ met als inzet ‘de sleutels van succes.’ België is enkel nog te vinden als afkorting achter de naam van de Vlaamse Arcadia-producent.

De bijeenkomst 'Grenzeloos Netwerken' op het Nederlands Filmfestival in Utrecht © Marcelle Ohm
Het mogen details lijken, ze zijn tekenend voor de brede, open insteek van de Vlamingen, waar de creatieven belangrijker zijn en het buurland Nederland gericht wordt benaderd en de verkokerde, meer naar binnen gerichte blik van de Nederlanders, waar de producenten de dienst uitmaken en Vlaanderen slechts een van de vele buitenlanden is.
Helen Perquy, producente van Arcadia: 'Ik verkoop geen lucht. Jullie zijn veel beter in verkopen, soms ook van lucht'
Dat het toch nog een boeiende bijeenkomst wordt, is te danken aan de aanwezigheid van precies die vlotgebekte, uitgesproken Vlaamse producente: Helen Perquy, die naar eigen zeggen door Nederlanders een ‘een a-typische Belg’ wordt gevonden: “Geen binnenvetter, heel open.” Gevraagd naar het grootste verschil tussen de Belgische en Nederlandse manier van werken zegt Perquy: “Ik heb op mijn beurt gemerkt dat Nederlandse producenten niet altijd zo open in elkaar steken. Ik verkoop geen lucht. Jullie zijn veel beter in verkopen, soms ook van lucht.” Ze onderstreept het belang van transparantie over het budget om samen met de creatieven inhoudelijke keuzes te kunnen maken. “Ik lieg daar niet over. Als er volgens de departementen ergens te weinig budget is gaan we schuiven. Ik werk nu aan een productie met pokkedure lokaties die het waard zijn om in te investeren, dus dan gaan we samen kijken: waar halen we dat vandaan?”
Op leven en dood
Een van de eerste gesprekken over de financiering van het eerste seizoen van Arcadia werd met Netflix gevoerd, dat zich vanaf het begin bereid toonde de serie te steunen. Toch besloot Perquy voor de complexere route via de publieke omroepen te gaan. Dat had twee belangrijke voordelen. Perquy: “Via VRT en NPO maak je iets voor je eigen publiek en beland je niet achter een betaalmuur. Ik hoop dat de mensen die de serie zien, niet extreem-rechts gaan stemmen. Dat ze beseffen hoe dichtbij Arcadia is.”
Ander belangrijk voordeel: “Je behoudt je rechten voor wereldwijde verkoop: een belangrijke zakelijke component. In tegenstelling tot film heb je als producent bij een serie geen bioscoopinkomsten, dus moet de financiering rond zijn voor het draaien.” Waar Netflix wereldwijd bereik belooft, eist het als tegenprestatie alle exploitatierechten en opbrengsten op. Nu kunnen de producenten van Arcadia via een salesagent zelf nog licenties met internationale kopers en streaming platforms afsluiten, wat extra inkomsten genereert die weer in volgende producties kunnen worden gestoken.
Ook zonder verkiezingswinst voor extreemrechts blijkt in de echte wereld nu al alles te draaien om je score
Stel, luidt een vraag uit de zaal, er was wel voor Netflix gekozen: wat zou er dan anders zijn geweest?
Perquy: “Ik denk dat we meer op entertainment en op leven en dood zouden hebben gewerkt." Daarmee doelt ze erop dat de Amerikanen de kijker in hun greep willen houden met een verhaallijn waarvan de dramatische inzet maximaal is. Toch blijkt de invloed van de populariteit van Netflix-drama ook door te sijpelen in wat de Vlaamse en Nederlandse publieke omroepen hun publiek voorschotelen. Perquy: "Vanaf het begin wilden we een breed publiek bereik, dus dan is de maatschappelijke relevantie – het thema veiligheid – van belang. Tegelijkertijd wilden we ook een jong publiek meekrijgen. Daarom is op grond van de aanwijzigingen van de publieke omroepen het scenario wat meer op leven en dood geschreven. Het is zoeken naar de juiste balans. In België zeggen wij daarover: de mayonaise pakt of pakt niet. Jullie weten dat die kan schiften?”
Score
Over leven en dood gesproken: ook zonder verkiezingswinst voor extreemrechts blijkt in de echte wereld nu al alles te draaien om je score. Perquy: “In België scoorde Arcadia tegenover de start van een nieuw seizoen van De mol zo’n 1 miljoen kijkers.”
Dat klinkt wat geflatteerd, aangezien Het Nieuwsblad voor de eerste aflevering 647.730 live kijkers meldde (inclusief uitgesteld kijken opgelopen tot 824.250 kijkers), waarvan er de tweede zondag nog 565.358 overbleven. Het werd een diepterecord genoemd. Ook in Nederland, zo schreef Het Nieuwsblad, “is het kalf voor Arcadia al verdronken: De kijkcijfers namen er een flinke duik.” De eerste aflevering in Nederland werd live door 536.000 kijkers gevolgd, volgens persbureau ANP “voor een serie op NPO3 een prima score” (die uitgesteld opliep tot 689.000). Maar op de tweede zondag bleek de belangstelling met amper 295.000 kijkers bijna gehalveerd.
Het kwam in Utrecht niet ter sprake. Ook niet of dat iets over de samenstelling van de mayonaise zei. Volgens sommige reacties online was er te veel geïnvesteerd in vorm en te weinig in verhaal. Anderen zagen het als een bewijs van het achterhaald-zijn van het lineaire kijkmodel. Hoe dan ook werd Arcadia twee dagen later in Utrecht voor niet één Gouden Kalf genomineerd.

Het Gouden Kalf krijgt zijn plek bij het Nederlands Filmfestival te Utrecht
In tegenstelling tot wat in de kleine Nederlandse filmwereld gebruikelijk is, lijkt Perquy onbevreesd om in het openbaar kritiek te uiten op haar samenwerkingspartners, bijvoorbeeld over hoe die een serie uitzenden. Perquy: “Chapeau voor de moed van de NPO om in te stappen, maar ik vind het een gemiste kans dat de serie niet op NPO1 is geprogrammeerd. Zelfs al lusten de kijkers het niet, dan heb je tenminste de moed gehad het te tonen.”
Afwijken van de norm? Een Nederlander in de zaal kan het zich niet voorstellen: “Als Arcadia op NPO1 was geplaatst, liep je het risico dat-ie na een paar uitzendingen van de zender zou zijn gehaald, naar een ander tijdslot.” Zo allesbepalend is scoren kennelijk bij de Nederlandse publieke omroep.
Perquy houdt vol: “Dat is precies wat ik bedoel. Ik zou dat dus niet hebben gedaan. De publieke omroep moet de moed hebben om dit soort ‘moeilijkere’ genres en themaseries te behappen. De Belgische publieke omroep is daar meer op getraind.” In deze woelige tijden is juist de moed om gedurfde keuzes te blijven maken, ook inhoudelijk, volgens Perquy cruciaal. “Zeker in crisistijden. En anders moet men niet ten oorlog trekken, want het is echt de loopgraven in, met de poten in de modder.”
Misverstand
De Vlaamse producente van Arcadia betoont zich strijdbaar: “We zijn de elementen van onze democratie aan het verliezen. Ik ben heel blij dat jullie een andere cultuur hebben. Maar het is een misverstand te denken dat samenwerken betekent dat iedereen dezelfde mening moet hebben. Dat alles glad moet worden gestreken. Samenwerking betekent verschillende belangen, verschillende meningen beluisteren en tot een vergelijk brengen: oplossingen zoeken. Dat loopt in Arcadia mis omdat ze moeten zwijgen. Dat is de cultuur die nu opgeld doet: Nederlanders die bang zijn zich uit te spreken, af te wijken. Zo zijn jullie helemaal niet!”
Over wat ze meeneemt als les voor seizoen twee, zegt Perquy: ‘‘Misschien is mijn waardering en respect voor professionele mensen nog verder gegroeid. Schrijvers, regisseurs, acteurs: ik kan daar met open mond naar kijken.”
De creatieven op hun beurt moeten de producenten te vriend houden. In hoe ze dat het best kunnen doen, in een tijd dat de liefde voor het vak steeds meer in het teken staat van het scoren van kijkcijfers, komen de echte en fictieve wereld samen in een grap. Perquy vertelt hoe een Nederlandse actrice op de laatste draaidag chocolaatjes meenam naar de set. In Arcadia een onwelkome, want ongezonde actie die je punten kost. Perquy: "Ze vermeldde erbij: Alles voor je score, maar we zien je zo graag."
Reactie plaatsen
Aanmelden