Roelant Savery schilderde de sprookjeswereld van de keizer
Met 43 schilderijen en tekeningen brengt het Mauritshuis in Den Haag hulde aan Roelant Savery. Als hofschilder in dienst van keizer Rudolf II van Habsburg keek de zeventiende-eeuwse meester zijn ogen uit. Leeuwen, bloemen uit alle windstreken én de legendarische dodo: hij legde ze weergaloos vast.
Het is een sensationele ervaring om in het schilderij rond te dwalen. Het leeuwenkoppel en de paarden, de damherten en de reeën, een kameel en een neushoorn, een kaketoe, kippen en een haan, en, jawel, de dodo. Vogels in allerlei soorten trippelen tussen de tulpen of vliegen tussen het lover en de rotspartijen, sommige met vreemd stijve poten. Ergens, je moet hem zoeken, speelt Orpheus op zijn harp. Hij betovert alle dieren met zijn muziek en daarom leven ze zo vreedzaam naast elkaar, in deze diergaarde met beesten uit alle continenten. Rechts van het midden verheft zich de struisvogel. Achter hem strekt zich een weids landschap uit dat uiteindelijk oplost in een teer blauw.
Het is een schouwspel dat Roelant Savery (1578-1639) nooit in het echt kan hebben gezien, er bestaat geen wereld waarin leeuwen zich op tulpen neervleien of waar een nijpaard een berg beklimt, de dodo was al uitgestorven. Het is geen wonder dat stadhouder Frederik Hendrik en Amalia van Solms dit schilderij in hun verzameling wilden hebben. Achter die heuvels in de verte vermoed ik Praag, waar we keizer Rudolf II kunnen vinden in zijn paleizen, te midden van zijn kunstcollecties en bij zijn menagerie vol exotische dieren, de keizer van een hof dat een van de voornaamste centra van kunst en wetenschap in Europa was.
© Mauritshuis, Den Haag
Orpheus betovert de dieren met zijn muziek is een van de drie schilderijen van Savery in de collectie van het Mauritshuis, het kwam er terecht via de verzamelingen van de achttiende-eeuwse stadhouders. In 2016 volgde een schenking van Willem Baron van Dedem, de Dansende boeren bij een Boheemse herberg. In datzelfde jaar wist het Mauritshuis op de Tefaf voor 6,5 miljoen het schitterende stilleven Vaas met bloemen in een stenen nis te verwerven. En nu zijn die drie werken in de context geplaatst van het oeuvre van Roelant Savery, in een feeërieke tentoonstelling waar 43 schilderijen en tekeningen van de meester zijn samengebracht. De expo gaat vergezeld van een informatieve en plezierig geschreven catalogus.
Praag
Laten we bij het begin beginnen: bij de doopsgezinde ouders van Roelant Savery die met hun vijf kinderen Kortrijk ontvluchtten voor de katholieke Spaansgezinde troepen. Via Brugge weken ze rond 1584 uit naar Haarlem, waar ze een nieuw leven opbouwden. Ze waren niet de enige nieuwkomers: door de vele immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden zouden de kunsten in de Noordelijke Nederlanden tot grote bloei komen. Van de vijf kinderen Savery werden er drie kunstenaar. Roelof, de jongste, werd de beroemdste.
Van het vroege oeuvre van Roelant, die als twaalfjarige in Amsterdam in de leer kwam bij zijn broer Jacob, is maar weinig bekend. Zijn carrière nam een vlucht toen hij de kans kreeg als hofkunstenaar in dienst te treden van keizer Rudolf II van Habsburg (1552-1612), de “tegenwoordig meest schilderconst-beminder ter weerelt” volgens zijn tijdgenoot en kunstgeschiedschrijver Karel van Mander. En zo vertrok Savery in het najaar van 1603 of in het voorjaar van 1604 naar Praag – een twintiger die onbesuisd aan een nieuw leven begon. Van het plan om samen met zijn broer Jacob naar Praag te reizen, kwam niets terecht – Jacob overleed helaas voortijdig aan de pest.
© Rijksmuseum, Amsterdam
Roelant Savery moet er zijn ogen hebben uitgekeken. Onder het mecenaat van Rudolf II had het hof zich tot een van de belangrijkste centra van kunst en wetenschap in Europa ontwikkeld. De keizer bouwde een fenomenale kunstverzameling op waarvoor hij de beste schilders, beeldhouwers, steensnijders en edelsmeden naar Praag haalde. Hij had ook grote belangstelling voor zowel de exacte als de occulte wetenschappen, en nam geleerden in dienst die naam hadden gemaakt op het gebied van de botanie, geneeskunde, oudheidkunde, mineralogie en alchemie.
In de keizerlijke kunstgalerij, ontworpen door Hans Vredeman de Vries en zijn zoon Paul, zag Savery kunstwerken uit heel Europa. In de Kunstkammer bewonderde hij mineralen, zeldzame schelpen en opgezette dieren, zoals de dodo. Leeuwen en apen bevolkten de keizerlijke dierentuinen; exotische vogels schreeuwden in volières. En ergens in een studeerkamer was de keizerlijke mathematicus de wereld opnieuw aan het uitvinden. Savery omhelsde het allemaal en schilderde de sprookjeswereld van de keizer met trefzeker penseel op paneel en koper.
© Natural History Museum, Londen
Ook landschappen moesten deel uitmaken van de vorstelijke encyclopedische collecties, dus Rudolf II stuurde Savery naar Tirol, “om alle fraaije gezichten van Landschappen en Watervallen na ’t leven af te tekenen”, zoals biograaf Arnold Houbraken het verwoordde. Zo geschiedde: Savery bracht watervallen, rotsformaties en soms op monsters gelijkende boompartijen voor de keizer in beeld. Terug van zijn expedities ging hij er met zijn schetsboek op uit in Praag, waar hij met pen, krijt en grafiet het dagelijkse leven vastlegde. Het zijn soms ontroerende tekeningen omdat ze ons zo dicht bij de mensen brengen die Savery ook zag. Bij de tekeningen die hij van commentaar heeft voorzien kunnen we met Savery meelezen: “swart ende wit geblomt”, schreef hij bij de kleding van de Biddende Joden in de synagoge, “rot sey” (rode zijde) en “witte sey” (witte zijde).
© Stichting P. & N. de Boer, Amsterdam
Savery maakte enkele tekeningen die tot de vroegst bekende afbeeldingen van eigentijdse Europese Joden behoren. De details van het houtsnijwerk in de bank waarop de Joden in gebed zijn verzonken zijn zo nauwkeurig weergegeven dat we zeker weten dat de tekening in de nog steeds bestaande Altneuschul in Praag is gemaakt. Op de achterkant van dezelfde tekening heeft Savery ook een schets gemaakt, een jongeman met een warrige haardos die op een stoeltje zit weg te suffen, met zijn hand in zijn wambuis gestoken – “sinior peter boddaer nardt hedt leuen” schreef hij erbij – heeft “sinior” Pieter Boddaert hem in Praag bezocht?
Verstrooinge der sinne
In 1612 overleed Rudolf II en daarmee kwam een einde aan het keizerlijk mecenaat. Omstreeks 1616 was Savery weer in Amsterdam te vinden. Daar schilderde hij het merkwaardige werk Stalinterieur met heksen, met rondvliegende heksen in de vier hoeken van het schilderij. Grappig, maar ook weer niet: het was een tijd waarin de heksenvervolgingen op hun hoogtepunt waren.
In 1621 kocht hij een huis aan de Boterstraat in Utrecht, dat hij ter herinnering aan zijn mecenas Het Keyserswapen noemde, en hij bleef zijn Praagse tekeningen gebruiken als model voor de bloemen en dieren die zijn schilderijen nog steeds bevolkten. Maar zijn Praagse jaren vervaagden steeds meer als een mooie droom uit het verleden.
Savery was een van de wegbereiders van de bloemstillevens, die omstreeks 1600 opgang maakten in de schilderkunst van de Lage Landen
Hoewel hij nog een tijdlang deel uitmaakte van een groepje vooraanstaande Utrechtse kunstenaars, werden zijn werken steeds minder van kwaliteit. “De Natuur benam hem ’t leven door verstrooinge der sinne” vermeldt een tekst onder zijn portretprent, en hij kreeg schulden, misschien wel omdat hij “bijden dronck lichtelijck tot het teijkenen van het een of ander te brengen was” en door deze en gene werd opgelicht. In februari 1639 overleed hij, berooid en failliet, 61 jaar oud.
Toverstaf
In de tentoonstellingszaal is het licht getemperd – schilderijen en tekeningen hangen door elkaar heen, en tekeningen kunnen nu eenmaal weinig licht verdragen (als je de tentoonstelling gaat bekijken, neem dan je leesbril mee). Langzaam kom ik uit het paradijselijke landschap met Orpheus tevoorschijn.
© Mauritshuis, Den Haag
Een paar schilderijen verderop hangt het sublieme bloemstilleven dat het Mauritshuis in 2016 aankocht. Savery was een van de wegbereiders van het genre, dat omstreeks 1600 een nieuw onderwerp was in de schilderkunst van de Lage Landen. Honderden plant- en bloemsoorten had hij in de keizerlijke tuinen in Praag kunnen bestuderen. Net als bij zijn schilderijen van het dierenrijk doet hij ook hier het onmogelijke: met zijn toverstaf brengt hij bloemen uit allerlei windstreken en seizoenen tegelijk tot bloei.
Terwijl ik naar het stilleven kijk, realiseer ik me hoeveel geluiden Savery in zijn schilderijen en tekeningen heeft verborgen: het ruisen van de watervallen, het gefladder van de heksen op hun bezemstelen, het gezang van vogels, een olifant die met zijn dikke huid tegen een boom aanschurkt, het gebed van de Praagse Joden in de synagoge. En zelfs op dit stilleven, een weergaloos trompe l’oeil, hoor ik de bromvlieg zoemen, een hagedis ritselen in het blad. Een paar van die geluiden weerklinken ook door de tentoonstellingszaal. Maar hoe klonk de roep van de dodo? Hoe klonk de wereld die nu onder onze ogen aan het verdwijnen is?
© Mauritshuis, Den Haag
Weer buiten de expo bekijk ik het introductiefilmpje dat met mooi gekozen animaties van een paar schilderijen nog eens context geeft bij het oeuvre van Savery en sommige details beter vangt dan in de duistere tentoonstellingszaal. De bloemen van de corona imperialis, de keizerskroon, wiegen in een briesje.
Roelant Savery’s Wonderlijke wereld is tot en met 20 mei te zien in het Mauritshuis. Bij de tentoonstelling verscheen bij Waanders de gelijknamige catalogus van de hand van conservator Ariane van Suchtelen.
Het introductiefilmpje dat bij de tentoonstelling is te zien kun je ook bekijken op de tentoonstellingspagina.