Met ‘Rexit’ beschrijft Vincent Stuer de autocraat in Leopold III
De Koningskwestie rond Leopold III bracht België op de rand van een zware crisis, waarbij zelfs doden vielen. In Rexit reconstrueert Vincent Stuer deze tumultueuze periode haarfijn, in een aantrekkelijke schrijfstijl en met zin voor dramatiek.
Toen zijn land in mei 1940 door het Duitse leger onder de voet werd gelopen, vluchtte de Belgische koning Leopold III niet samen met de regering naar Frankrijk. Die beslissing om in België te blijven vormde een culminatiepunt van de spanningen die sinds zijn troonsbestijging in 1934 bestonden met de politieke elite die hij wantrouwde en minachtte. Kardinaal Ernest-Joseph Van Roey, aartsbisschop van België en vertrouweling van het koningshuis, omschreef de breuk tussen de twee hoogste instanties van het staatsgezag enkele dagen later in een zogeheten herderlijke brief zalvend als “een tragisch misverstand”. Die uitspraak inspireerde auteur en voormalig politicus Vincent Stuer voor de titel van zijn voortreffelijke boek over de vierde koning der Belgen: Rexit. Leopold III en het tragische misverstand.
In de realiteit was er meer aan de hand dan een misverstand. Al snel zou blijken dat Leopold III onder het Duitse nationaalsocialistische bezettingsregime een rol van betekenis wilde vervullen in het publieke leven, met de bedoeling de macht van de monarchie een heel stuk op te rekken. De Achttiendaagse Veldtocht was op 28 mei 1940 afgesloten met de capitulatie van de Belgische troepen: een beslissing die door de koning en de legerleiding werd genomen en waarvan de regering en het parlement, dat in een noodzitting was samengekomen, zich de volgende dag vanuit Frankrijk expliciet distantieerden. De Koningskwestie, zoals ze later zou worden genoemd, was begonnen, met als inzet de machtsverhouding tussen de democratisch verkozen politici en de door erfopvolging aangestelde koning.

© Wikimedia Commons
In het kasteel van Laken genoot Leopold III onder de supervisie van de Duitse militair en diplomaat Werner Kiewitz als krijgsgevangene met een bijzonder statuut aanvankelijk behoorlijk wat bewegings- en handelingsvrijheid. Dat leidde in de zomermaanden van 1940 tot een af- en aanlopen bij hem en zijn entourage van tal van figuren uit het Belgische establishment. Het was de bedoeling om onder de leiding van de koning een regering te vormen die door bezetter gedoogd werd en die zou opereren binnen de krijtlijnen van de nationaalsocialistische Nieuwe Orde, naar analogie met de Vichyregering van maarschalk Philippe Pétain in Frankrijk. Die bestuurde vanaf midden juni 1940 het grootste deel van dat land onder Duitse patronage. Leopold III werd zowel gedreven door zijn autocratische en antidemocratische ambities als door zijn zucht tot revanche tegen de regering. De ministers hadden hem – althans in zijn perceptie – als staatshoofd en opperbevelhebber van het leger gekrenkt door zijn beslissing om te capituleren te desavoueren.
Leopold: ‘Zijn er niet enkele provincies van het land die zouden kunnen worden onttrokken aan de militaire bezetting, en waarin ik zou regeren?’
“Maar zijn er niet enkele provincies van het land die zouden kunnen worden onttrokken aan de militaire bezetting, en waarin ik zou regeren?”, zo opperde Leopold in de zomer van 1940. Hij zou dat plan twee jaar later, in een sterk geëvolueerde internationale politieke en militaire context, nog eens herhalen in een nooit verstuurde brief aan Adolf Hitler. In het verlengde daarvan werd zelfs een blauwdruk opgemaakt voor een regering die hij na de oorlog zou aanstellen – zonder de goedkeuring van het parlement – en die het land op autoritaire wijze zou besturen. Pogingen van de katholieke eerste minister Hubert Pierlot, de socialistische minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak en diens liberale collega van Financiën Camille Gutt om opnieuw in contact te treden, wimpelde de vorst hooghartig af.
Op 19 november 1940 – nadat eerdere pogingen waren mislukt – sprak Leopold III met Hitler in diens residentie Berghof op de Obersalzberg bij Berchtesgaden. De ontmoeting (waarvan de Belgische regering in Londen al snel weet had maar die publiekelijk pas in de zomer van 1945 bekend zou worden) leverde geen enkel resultaat op. In Rexit analyseert Vincent Stuer deze stap in de strategie van de vorst en zijn omgeving terecht als een escalatie in het conflict met de Belgische regering in Londense ballingschap: “Het is moeilijk vol te houden dat de koning niet aan politiek doet als hij zijn eerste minister elke communicatie weigert, maar voor Hitler graag een duizend kilometer lange autorit overheeft.”
Leopolds ontmoeting met Hitler was een escalatie in het conflict met de Belgische regering in Londense ballingschap
Ondertussen genoot Leopold III veel krediet bij de Belgische bevolking, onder meer door zijn zorgvuldig gecultiveerde imago van architect van de wapenstilstand van 28 mei 1940 (waardoor verder bloedvergieten werd voorkomen) en van “Koning-Gevangene”. Zijn huwelijk met Lilian Baels zorgde voor een ernstige deuk in deze beeldvorming. Niet zozeer omdat de chronologie niet in overeenstemming was met de grondwet; op 11 september 1942 trouwde hij voor de katholieke kerk en op 6 december burgerlijk. Wel omdat onder meer daardoor bleek dat voor de vorst het normale leven gewoon doorging – in tegenstelling tot voor de meeste van zijn landgenoten.
Vincent Stuer verwoordt de onvrede in de beeldende stijl die zijn hele boek kenmerkt: “Velen weigeren hun oren te geloven, zelfs al komt het van de pastoor. Vrouwen wenen, alsof hen een ramp is overkomen. Ongelofelijk, de koning die meer aan zichzelf gedacht heeft dan aan zijn land, diezelfde koning die de dag van de capitulatie gezworen had dat hij ‘zou waken over uw lot en dat van uw families’.” Later protesteerde Leopold III niet publiekelijk tegen de verplichte tewerkstelling van Belgen in Duitsland, hoewel bijvoorbeeld de bisschoppen dat wel meermaals deden. Ook dat werd hem niet in dank afgenomen.
Leopold III protesteerde niet publiekelijk tegen de verplichte tewerkstelling van Belgen in Duitsland
In juni 1944 werd de vorst door de bezetter overgebracht naar Duitsland. Daardoor bevond Leopold zich niet in het land bij de bevrijding van het Belgische grondgebied in september van dat jaar, terwijl er zich een uitslaande controverse ontwikkelde over zijn houding en optreden tijdens de oorlog. De impasse werd nog versterkt toen uit zijn zogeheten “politiek testament” (dat van begin 1944 dateerde maar pas na de oorlog bekend raakte) bleek dat hij eigengereid vasthield aan zijn grote gelijk. Daarnaast scheen de koning niet te begrijpen dat de vooroorlogse Belgische neutraliteit compleet achterhaald was door de internationale paradigmawisseling en dat de nederlaag van de Duitse nationaalsocialistische dictatuur had geleid tot een democratisch renouveau. De opeenvolgende naoorlogse Belgische regeringen vonden het daarom niet opportuun om de koning te laten terugkeren vanuit Zwitserland, waar hij – na een passage in Oostenrijk – sinds oktober 1945 met zijn familie verbleef. De Belgische politiek zou in zijn afwezigheid vijf jaar lang in belangrijke mate worden beheerst door wat er met de koning te gebeuren stond.
De terugkeer naar België van Leopold III op 22 juli 1950 leidde tot een open conflict
De volksraadpleging van 12 maart 1950 over Leopolds mogelijke terugkeer naar België – 57,68 procent pro en 42,32 procent contra – etaleerde vooral de grote verdeeldheid: in Vlaanderen stemde de meerderheid pro; in Wallonië en Brussel koos de meerderheid contra; tegelijk oordeelden katholieken in groten getale positief en vrijzinnigen grosso modo negatief. Bij de parlementsverkiezingen van 4 juni 1950 haalden de christendemocraten, die zich de voorgaande jaren achter de koning hadden geschaard, de absolute meerderheid in zowel de Kamer van Volksvertegenwoordigers als de Senaat. Er werd een homogeen katholieke regering gevormd onder de leiding van Jean Duvieusart.
De terugkeer naar België van Leopold III op 22 juli 1950 leidde vervolgens tot een open conflict, dat zich in belangrijke mate op straat afspeelde en waarbij op 30 juli doden vielen door kogels van de ordediensten bij een antiroyalistische manifestatie in Grâce-Berleur bij Luik. Ondanks de gespannen situatie probeerden Leopold III en zijn secretaris Jacques Pirenne tijdens de zogenaamde Nacht van Laken (31 juli-1 augustus) nog een alternatieve, ultraconservatieve regering rond de monarchie op de been te brengen. Uiteindelijk stemde de koning ermee in om troonsafstand te doen ten voordele van zijn oudste zoon Boudewijn. Die legde op 11 augustus 1950 de eed af als koninklijke prins en volgde op 17 juli 1951 zijn vader op als vijfde koning der Belgen.

© KVS / Danny Willems
Leopold III en zijn adviseurs, die hun eigen belangen stelden boven die van het land dat zij pretendeerden te “dienen”, hadden België op de rand van een crisis gebracht waarvan pas nipt was voorkomen dat die helemaal uit de hand liep. Overigens zou België tijdens het volgende decennium nog te maken krijgen met twee confrontaties waar straatgeweld aan te pas kwam, de Schoolstrijd (1954-1958) en de Grote Staking tegen de Eenheidswet (1960-1961), waarin de politiek-maatschappelijke tegenstellingen uit de Koningskwestie in sterke mate resoneerden.
Vincent Stuer reconstrueert, analyseert en becommentarieert deze belangwekkende episode uit de Belgische geschiedenis in Rexit haarfijn, genuanceerd en voorbeeldig geïnformeerd, in een aantrekkelijke schrijfstijl en met zin voor dramatiek, net zoals hij dat twee jaar geleden deed in een gelijknamig theaterstuk dat aan de basis ligt van dit boek.

In 2021 publiceerde Stuer met Hoogmoed. Van Verdinaso tot verzet al een uitstekende biografie van Frantz Van Dorpe, een prominent lid van Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen), rechtskatholieke verzetsman en ultraleopoldist. Hij was burgemeester van Sint-Niklaas voor de Christelijke Volkspartij (CVP) tussen 1965 en 1977 en heeft net als Leopold III zijn abdicatie nooit kunnen verteren. De essayistische geschiedschrijving begint stilaan ook in Vlaanderen volwassen te worden.
Vincent Stuer, Rexit. Leopold III en het tragische misverstand, Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2025, 327 p.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.