Deel artikel

literatuur recensie

Peter Buwalda bevrijdt zich in ‘De jaknikker’ met een literaire truc van zijn trilogie

2 december 2025 6 min. leestijd

In de opvolger van Otmars zonen blijkt dat Peter Buwalda zich heeft vertild aan zijn groots opgezette romanproject. Het verhaal en de personages lijden aan toenemende ongeloofwaardigheid. En waar is Buwalda’s ooit zo vitale proza gebleven?

De ambitie van Peter Buwalda (1971) leek altijd al verdacht veel op megalomanie. Voor zijn debuut had hij zijn baan bij een uitgeverij opgezegd om vier jaar onafgebroken alles te geven aan een vuistdik familiedrama. Het resultaat mocht er zijn. Bonita Avenue, zin voor zin geladen met tweehonderdtwintig volt, leverde hem vijftien jaar geleden terecht lovende kritieken, prijzen en nominaties, en meer dan vierhonderdduizend verkochte exemplaren op. De tour de force werd ook vertaald in zestien talen.

Maar nu hij een nóg monumentalere roman probeert te schrijven, heeft hij zijn hand overspeeld. De roman-in-drie-delen zette veelbelovend in met het meer dan zeshonderd pagina’s tellende Otmars zonen uit 2019. De personages waren larger than life, maar geloofwaardig. De plotontwikkelingen, met zijn vele flashbacks, zetten hun onderlinge verhoudingen fraai op scherp. Maar in de nog eens meer dan zeshonderd pagina’s lange opvolger De jaknikker wekt het verhaal steeds meer ergernis en verveling.

Waar ging het ook alweer over? De drie belangrijkste personages die in Otmars zonen worden geïntroduceerd zijn de timide ingenieur Ludwig Smit, de dynamische Shell-directeur Johan Tromp en de krachtdadige journaliste Isabelle Orthel (die ook al een bijrol had in Bonita Avenue). Het verhaal waarin zij opereren, is zo complex dat zich nauwelijks laat navertellen hoe alles precies met elkaar samenhangt. Maar laat ik toch een bescheiden poging wagen.

Smit en Orthel – die elkaar al kennen uit hun studententijd – reizen onafhankelijk van elkaar naar het Russische eiland Sachalin, waar Tromp de grote man is in de plaatselijke olie-industrie. Allebei hebben ze hun eigen doel. Smit wil zijn vermoeden bevestigd krijgen dat Tromp zijn biologische vader is. Orthel wil de zakenman confronteren met zijn rol bij de ontvoering van een journaliste in Nigeria, waarover zij hem enkele jaren eerder in Lagos al informatie had ontfutseld.

Alle drie houden ze hun motieven – en hun geheimen – voor zichzelf. Maar de lezer weet het allemaal wel, omdat Buwalda het verhaal achtereenvolgens vertelt vanuit hun perspectief. Zo loopt de spanning gestaag op. Wanneer, bijvoorbeeld, confronteert Ludwig Tromp met zijn vermoeden? En hoe zit het eigenlijk precies? Kan het ook zijn dat Tromp juist geheim heeft gehouden dat Ludwig zijn zoon is? Want wie anders kan de mysterieuze sponsor van diens carrière zijn geweest?

Otmars zonen eindigde met een dubbele cliffhanger. Ludwig is door Tromp uitgenodigd voor een ochtendje skiën later die week – hét moment om een gesprek over het vermeende vaderschap te starten. En Isabelle heeft Tromp onthuld dat ze alle gesprekken tijdens hun kortstondige sadomasochistische verhouding in Lagos heeft opgenomen. Alles wat hij zo vrijmoedig vertelde over de werkelijke gang van zaken in een zo corrupt land als Nigeria staat op band.

En daar gaat het gelijk mis met De jaknikker. In plaats van het verhaal zich te laten ontwikkelen, zet Buwalda dat op pauze. Ludwig en Tromp gaan wel skiën, maar in plaats van een cruciaal gesprek te voeren, wordt de eerste aangenomen als personal assistant – en komt dat gesprek er al die jaren niet van. En Isabelle geeft opeens zoveel prioriteit aan een ander journalistiek project dat je niet meer begrijpt waarom het ooit zo belangrijk was om Tromp aan de schandpaal te nagelen.

Buwalda werkt allerlei plots uit die in het eerste deel nog secundair leken, maar veel spanning roepen die niet op

Ondertussen werkt de schrijver allerlei plots uit die in het eerste deel nog secundair leken. Vele pagina’s gaan bijvoorbeeld op aan het onbekende deel van Beethovens laatste pianosonate die Ludwigs halfbroer heeft ontdekt (dan wel heeft vervalst). Veel spanning roepen deze passages echter niet op. Wel vertroebelen ze de – ondanks alles – overzichtelijkheid omdat er vanuit nóg meer perspectieven worden verteld (in dit geval ook Ludwigs halfzus).

De vaart verdwijnt daardoor uit de roman. En niet alleen dat. Het plot is zo ingewikkeld geworden dat Buwalda het vol potsierlijke details heeft gestopt om alles logisch aan elkaar te kunnen knopen. Neem de documentaire over de pianosonate die Isabelle maakt. Hoewel ze een getalenteerde journaliste was, pakt ze het nu hoogst amateuristisch aan met slechts de hulp van één producente: een Bulgaarse directrice van een handschriftenmuseum met wie ze het bed deelt.

Waarom in godsnaam? De documentaire moet in het geheim worden gemaakt, er mogen niet te veel mensen van weten. En juist de Bulgaarse wordt aangenomen, hoewel ze niets van film maken weet, omdat ze opduikt met een flinke zak geld – die haar blijkt te zijn toegestopt door Tromp, omdat hij de opnames uit Lagos probeert te bemachtigen. De vraag laat zich dus wel degelijk beantwoorden. Maar dat neemt niet weg dat het boven alles belachelijk overkomt.

Iets vergelijkbaars geldt voor de geloofwaardigheid van de personages. Om het plot kloppend te krijgen, moet Buwalda zoveel aandacht besteden aan vragen als “wie wist wanneer wat?” of “wie heeft wat tegen wie gezegd, zodat die persoon wel dit maar niet dat weet?”, dat zijn karakters steeds meer consistentie verliezen. Gestaag veranderen ze van mensen van vlees en bloed in zetstukken in het grand design, in wie je je steeds minder kunt inleven.

Het lijkt erop dat Buwalda zelf ook in de gaten had dat zijn roman uit de rails was gelopen

Het lijkt erop dat Buwalda zelf ook in de gaten had dat zijn roman uit de rails was gelopen. Naarmate je verder leest in De jaknikker wordt het proza allengs futlozer. Waar is de vitaliteit gebleven die uit iedere bladzijde van Bonita Avenue sprak? Waar de krachtige scènes zoals – een spaarzame uitzondering – die waarin Smit en Tromp na een dronkemansavond bij een Russische oligarch gezamenlijk een vrouw bevredigen op de achterbank van een auto?

Om zich te kunnen bevrijden heeft hij daarom een (overigens goed voorbereide) literaire truc bedacht. Na meer dan duizend pagina’s in de twee delen te hebben gelezen, blijkt het hele boek tot dan toe een sleutelroman te zijn die de vrouw van Clock (alias Tromp) heeft geschreven – en die ze aan de werkelijke verteller, Hein Bakker (alias Ludwig Smit), heeft opgestuurd. Op het moment dat hij het woord neemt, heeft hij net weer een nieuw setje hoofdstukken van haar ontvangen.

Zo kon Buwalda een nieuwe start maken. Alle personages zijn, met andere namen, opnieuw op het boord gezet. En van alles wat hem niet meer beviel of niet meer van pas kwam, kon hij beweren dat Clocks vrouw dat heeft verzonnen of veranderd. Ook de lezer veert erdoor op, omdat je in de gelegenheid wordt gesteld je opnieuw te interesseren voor personages en plot – zoals je, iedere keer als je een nieuwe roman openslaat, altijd begint met een basale interesse daarin.

Toch komt het niet echt meer goed. In de resterende tweehonderd pagina’s van De jaknikker lees je weliswaar met hernieuwde belangstelling de hoofdstukken van Clocks vrouw en Heins bespiegelingen daarover. Maar die hoofdstukken lijden aan hetzelfde euvel van ongeloofwaardigheid. En de wederwaardigheden van Hein leiden vooral tot het onbevredigende gevoel dat je weer met een cliffhanger wordt afgescheept: gaat hij vertellen dat hij met zijn halfzus een kind heeft gemaakt?

Af is dit romanproject dus niet. Maar of de trilogie ooit wordt voltooid, is inmiddels zeer de vraag. Buwalda heeft in de media afstand genomen van zijn plannen. De jaknikker is vervolg en slot tegelijk, in dat soort termen praat hij erover. Zijn uitgeverij gaat zelfs een stap verder. In de catalogus die De Bezige Bij heeft gemaakt voor buitenlandse uitgeverijen om hen te interesseren voor de vertaalrechten, wordt het boek onomwonden the finale genoemd.

Mij lijkt het ook beter als Buwalda een nieuw boek gaat schrijven. Dan komt er maar geen bevredigende climax aan de belevenissen van Ludwig Smit, Johan Tromp en Isabelle Orthel. Of een zinvol inzicht over wat je met enige goede wil het thema van deze in essentie plotgedreven roman kan noemen: de waarde en de betekenis van familiebanden. Het leven is tenslotte te kort om mislukte boeken te voltooien. Of helemaal uit te lezen.

Peter Buwalda, De jaknikker, De Bezige Bij, Amsterdam, 2025, 688 p.

Maarten Dessing recent

Maarten Dessing

literair journalist

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000003b240000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)